Casio 2888 Bruksanvisning

Casio Titta 2888

Läs nedan 📖 manual på svenska för Casio 2888 (5 sidor) i kategorin Titta. Denna guide var användbar för 9 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare

Sida 1/5
Gebruiksaanwijzing 2888
1
Over deze gebruiksaanwijzing
=
Knopbedieningen worden aangegeven met
gebruikmaking van de in de afbeelding getoonde
letters. Toetsenbord-toetsen worden aangegeven
door het op de toets vermelde cijfer/symbool tussen
haakjes.
=
Elke sectie van deze gebruiksaanwijzing verschaft u
de informatie die u nodig heeft om de bedieningen in
elke functie uit te voeren. Meer gedetailleerde en
technische informatie vindt u in de “Referentie”-
sectie.
Algemene gebruiksaanwijzing
= Druk op om van functie te wisselen.
= Druk in een willekeurige functie op om het display te verlichten.
Tijdfunctie
Gebruik de tijdfunctie om de huidige tijd en datum in te
stellen en te bekijken. U kunt het tweede-tijd-functie
scherm of gegevensbankfunctiescherm ook in de
tijdfunctie bekijken.
Noot
De weekdag kan in 13 verschillende talen (Nederlands,
Engels, Frans, Duits, Portugees, Spaans, Deens,
Italiaans, Zweeds, Pools, Roemeens, Turks en Russisch)
worden getoond.
De tijd en datum instellen
1. Houd in de tijdfunctie ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm is geselecteerd.
2. Gebruik en om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
Taal
=
De huidig geselecteerde taalindicator knippert op het display terwijl de taalinstelling
is geselecteerd.
3. Gebruik wanneer de instelling die u wilt wijzigen knippert het toetsenbord om deze
als hieronder beschreven te wijzigen.
=
U dient twee cijfers voor de uur-, minuten-, jaar-, maand- en daginstellingen in te
voeren. Als u bijvoorbeeld 3 uur wilt instellen, dient u voor de uurcijfers 03 in te
stellen. Stel voor de jaarinstelling de twee meest rechtse cijfers in.
4. Druk op om het instelscherm te verlaten.
=
De weekdag wordt automatisch overeenkomstig de ingestelde datum (jaar, maand
en dag) getoond.
= Zie de “Weekdagtabel” voor informatie over de gebruikte afkortingen.
=
In aanvulling op de getoonde weekdag heeft de taalinstelling ook invloed op de
karakters die u in de gegevensbankfunctie voor de naam kunt selecteren.
=
Wanneer u in de tijdfunctie ingedrukt houdt verschijnt de indicator voor de
huidig geselecteerde taal. Wanneer u gedurende een seconde ingedrukt houdt
wijzigt het tijdfunctie-instelscherm (aangegeven door de knipperende secondecij-
fers). Druk als het instelscherm per ongeluk verschijnt nogmaals op om het
scherm te verlaten.
Tussen 12-uur en 24-uur weergave wisselen
Druk in de tijdfunctie op om tussen 12-uur (aangegeven door A of P op het display)
en 24-uur weergave te wisselen.
=
Bij 12-uur weergave verschijnt de P (PM) indicator links van de uurcijfers bij tijden in
het bereik 12 uur ’s middags tot middernacht en verschijnt de A (AM) indicator bij
tijden in het bereik van middernacht tot 12 uur ’s middags.
=
Bij 24-uur weergave worden alle tijden in het bereik van 0:00 tot en met 23:59
getoond, zonder indicator.
=
De 12-uur/24-uur weergave die u in de tijdfunctie selecteert, wordt in alle functies
toegepast.
Zomertijd (DST)
Zomertijd (DST) zet de tijd een uur vooruit ten opzichte van de standaardtijd. Denk
eraan dat niet alle landen of zelfs locale gebieden gebruik maken van zomertijd.
Bij de tijdfunctietijd tussen zomer- en standaardtijd wisselen
Wanneer u in de tijdfunctie gedurende ongeveer twee
seconden ingedrukt houdt wisselt u tussen zomertijd
(DST getoond) en standaardtijd (DST niet getoond).
=
Onthoud dat wanneer u in de tijdfunctie op drukt u
tevens tussen 12-uur en 24-uur weergave wisselt.
=
De DST indicator verschijnt in de tijd- en alarmfunctie
om aan te geven dat zomertijd is ingeschakeld.
Het tweede-tijd- en gegevensbankscherm in de tijdfunctie tonen
Houd in de tijdfunctie [÷] ingedrukt om het tweede-tijd-scherm te laten verschijnen.
Wanneer u [+] ingedrukt houdt worden de gegevens getoond die u bekeek toen u de
gegevensbankfunctie de laatste keer verliet.
Gegevensbank
De gegevensbankfunctie maakt het mogelijk dat u tot en
met 25 gegevenssets in het geheugen opslaat, waarbij
elke set naam- en telefoonnummergegevens bevat.
Gegevenssets worden automatisch gesorteerd op basis
van de naamkarakters. U kunt gegevenssets oproepen
door op het display door deze sets te bladeren.
=
De karakters die u voor de naam kunt invoeren
hangen af van de in de tijdfunctie geselecteerde taal.
Zie “De tijd en datum instellen” voor meer informatie.
Als u de taalinstelling wijzigt worden de reeds
opgeslagen namen niet gewijzigd.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de gegevensbankfunctie, die u selecteert door op
te drukken.
=
Wanneer u in de gegevensbankfunctie [=PM]
ingedrukt houdt, wordt het aantal vrije gegevenssets
getoond.
Een nieuwe gegevensbank-gegevensset invoeren
Wanneer u een nieuwe gegevensbank-gegevensset invoert, kunt u de naam en
vervolgens het telefoonnummer invoeren, of het telefoonnummer en dan de naam. Het
eerst invoeren van het telefoonnummer kan handig zijn om niet te vergeten het
telefoonnummer in te voeren terwijl u de naam invoert.
Alarmfunctie
Tijdfunctie
Rekenmachinefunctie
Druk op .
Gegevensbankfunctie
Stopwatchfunctie
Tweede-tijd-functie
Toetsenbord
Seconden
Jaar Maand – Dag
Weekdag
PM-indicator
Uren : Minuten
Taalindicator
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
D
Seconden Jaar Maand Dag
Minuten Uren Taal
Druk op Druk op ..
Om dit te doen: Doe dit:
Stel de seconden op in

Verander het jaar, maand,
dag, uren of minuten
Verander de taal Gebruik en
Press [0].
Stel de waarde m.b.v. het toetsenbord in
Elke keer wanneer u een waarde invoert, verplaatst
het knipperen naar rechts.
Druk terwijl de uur- of minutencijfers knipperen
(uitsluitend 12-uur weergave) op om tussen
AM (A-indicator) en PM (P-indicator) te wisselen.
[=PM]
[+] [÷]
Indicator Taal
&/OEngels
103 Portugees
&41 Spaans
'3" Frans
/&% Nederlands
Indicator Taal
%"/ Deens
%&6 Duits
*5" Italiaans
47& Zweeds
10- Pools
Indicator Taal
30 Roemeens
53 Turks
1+$Russisch
[+]
[÷]
Ingedrukt houden [÷] Ingedrukt houden [+]
GegevensbankschermTweede-tijd-scherm
Resterend aantal
gegevenssets
Naam
Telefoonnummer
Gebruiksaanwijzing 2888
2
De naam en vervolgens het telefoonnummer invoeren
1. Druk in de gegevensbankfunctie op om het
nieuwe-gegevensset-scherm te laten verschijnen.
=
Het nieuwe gegevenssetscherm is het lege scherm
(zonder naam- en telefoonnummergegevens).
=
Als het nieuwe-gegevensset-scherm niet
verschijnt wanneer u op drukt, betekent dit dat
het geheugen vol is. U dient dan eerst enkele in
het geheugen opgeslagen gegevenssets te
verwijderen om een nieuwe gegevensset op te
kunnen slaan.
2. Houd ingedrukt totdat de knipperende cursor (
_
)
in het naamgedeelte verschijnt. Dit is het gegevens-
set-invoerscherm.
3. Gebruik in het naamgedeelte [+] en [÷] om door de karakters op de cursorpositie te
bladeren. De karakters bladeren in de hieronder getoonde volgorde.
=
De hierboven getoonde volgorde geldt voor de Engelse invoer. Zie “Karakterta-
bel” voor de karaktervolgorde bij andere talen.
4. Druk wanneer het gewenste karakter getoond wordt op om de cursor naar
rechts te verplaatsen.
5. Herhaal stappen 3 en 4 totdat de naam is ingevoerd.
=
U kunt voor de naam maximaal acht karakters invoeren.
6. Druk nadat u de naam heeft ingevoerd zoveel keer als nodig is op om de cursor
naar het nummergedeelte te verplaatsen.
=
Als de cursor zich op de achtste positie van het naamgedeelte bevindt,
verspringt deze naar het eerste cijfer van het nummer als u de cursor naar rechts
verplaatst. Als de cursor zich op het 15e cijfer van het nummer bevindt,
verspringt deze weer naar het eerste karakter van de naam als u de cursor naar
rechts verplaatst door op te drukken.
=
Als u op drukt verplaatst de cursor naar rechts en als u op drukt verplaatst
deze naar links.
7. Gebruik bij het nummergedeelte het toetsenbord om het telefoonnummer in te
voeren.
=
Elke keer wanneer u een cijfer invoert, verplaatst de cursor automatisch naar
rechts.
=
Het nummergedeelte bevat aanvankelijk allemaal streepjes. U kunt de streepjes
laten staan of door nummers of spaties vervangen.
=
Gebruik [.SPC] om een spatie en [-] om een streepje in te voeren.
=
Gebruik wanneer u bij de invoer van nummers een fout maakt en om de
cursor naar de positie van de foute invoer te verplaatsen en voer de juiste
gegevens in.
=
U kunt maximaal 15 cijfers voor het nummer invoeren.
8. Druk op om uw gegevens op te slaan en het gegevensset-invoerscherm te
verlaten.
=
Wanneer u op drukt om gegevens op te slaan, knipperen de door u
ingevoerde naam en nummer gedurende ongeveer een seconde terwijl de
gegevenssets worden gesorteerd. Na de sorteerbediening verschijnt het
gegevenssetscherm.
=
Voor de naam kunnen slechts drie karakters tegelijkertijd getoond worden,
langere tekst bladert derhalve steeds van rechts naar links. Het laatste karakter
wordt aangegeven door het symbool s daarna.
Het telefoonnummer en vervolgens de naam invoeren
1. Druk in de gegevensbankfunctie op om het
nieuwe-gegevensset-scherm te laten verschijnen.
2. Gebruik het toetsenbord om het telefoonnummer in
te voeren.
=
Wanneer u eerst op een nummertoets drukt, wordt
het nummer op de eerste positie van het
nummergedeelte ingevoerd en verplaatst de
cursor automatisch naar de volgende positie
rechts daarvan. Voer de rest van het telefoonnum-
mer in.
=
Gebruik [.SPC] om een spatie en [-] om een
streepje in te voeren.
=
Druk wanneer u bij de invoer van het telefoonnummer een fout maakt op .
Hierdoor gaat u terug naar het lege nieuwe-gegevensset-scherm zodat u het
telefoonnummer opnieuw kunt invoeren.
=
Als u gedurende ongeveer twee tot drie minuten niets invoert of als u op
drukt, zal het horloge het invoerscherm verlaten en naar de tijdfunctie gaan.
Alles dat u tot op dat moment heeft ingevoerd zal worden gewist.
3. Houd nadat u het telefoonnummer heeft ingevoerd ingedrukt totdat de
knipperende cursor (
_
) op het naamgedeelte verschijnt, wat aangeeft dat het
gegevensset-invoer-scherm is geselecteerd.
4. Voer de naam die bij het nummer hoort in.
=
Gebruik [+] en [÷] om door de karakters op de cursorpositie te bladeren.
Gebruik en om de cursor te verplaatsen. Zie “De naam en vervolgens het
telefoonnummer invoeren” bij de stappen 3 tot en met 5 voor gedetailleerde
informatie over de invoer van karakters.
5. Druk na invoer van de naam op om uw gegevens op te slaan en het gegevens-
set-invoer-scherm te verlaten.
Gegevenssets oproepen
Gebruik in de gegevensbankfunctie [+] (+) en [÷] (-) om op het display door de
gegevenssets te bladeren.
=
Zie “Sorteertabel” voor gedetailleerde informatie over hoe het horloge gegevens-
sets sorteert.
=
Wanneer u op [+] drukt terwijl de laatste gegevensset op het display wordt getoond,
verschijnt het nieuwe-gegevensset-scherm.
Een gegevensset wijzigen
1. Gebruik in de gegevensbankfunctie [+] (+) en [÷] (-) om door de gegevenssets te
bladeren totdat de gegevensset die u wilt wijzigen verschijnt.
2. Houd ingedrukt totdat de knipperende cursor op het display verschijnt, wat
aangeeft dat het gegevensset-invoer-scherm is geselecteerd.
3. Gebruik (rechts) en (links) om het knipperen naar het karakter dat u wilt
wijzigen te verplaatsen.
4. Gebruik het toetsenbord om het karakter te veranderen.
=
Zie “De naam en vervolgens het telefoonnummer invoeren” bij stappen 3 [invoer
naam] en 7 [invoer telefoonnumer] voor gedetailleerde informatie over de invoer
van karakters.
5. Druk nadat u de gewenste wijzigingen heeft gemaakt op om deze op te slaan en
terug te keren naar het gegevensbank-invoer-scherm.
Een gegevensset verwijderen
1. Gebruik in de gegevensbankfunctie [+] (+) en [÷] (-) om door de gegevenssets te
bladeren totdat de gegevensset die u wilt verwijderen verschijnt.
2. Houd ingedrukt totdat de knipperende cursor op het display verschijnt, wat
aangeeft dat het gegevensset-invoer-scherm is geselecteerd.
3. Druk tegelijkertijd op en om de gegevensset te verwijderen.
=
CLR
verschijnt om aan te geven dat de gegevensset is verwijderd. Nadat de
gegevensset is verwijderd verschijnt de cursor op het display, klaar voor invoer
van nieuwe karakters.
4. Voer gegevens in of druk op om terug te keren naar het gegevensset-
invoerscherm.
Rekenmachine
U kunt de rekenmachinefunctie gebruiken om berekeningen inclusief valutaconversie-
berekeningen uit te voeren. U kunt de rekenmachinefunctie ook gebruiken om het
invoersignaal in of uit te schakelen.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de rekenmachinefunctie die u
selecteert door op te drukken.
=
Gebruik voordat u een nieuwe berekening uitvoert eerst om een van de
hieronder getoonde schermen te laten verschijnen.
=
De invoer en het resultaat van berekeningen kunnen bij positieve waarden
maximaal acht cijfers en bij negatieve waarden maximaal 7 cijfers zijn.
=
Wanneer u de rekenmachinefunctie verlaat worden alle huidig getoonde waarden
gewist.
Hoe knop het huidige scherm in de rekenmachinefunctie beïnvloedt
Wanneer u op drukt terwijl op het huidige scherm (rekenmachinescherm of
valutaconversiescherm) een waarde anders dan nul wordt getoond, wordt het scherm
opnieuw op 0 ingesteld zonder het andere scherm te wijzigen.
Berekeningen uitvoeren
U kunt in de rekenmachinefunctie de volgende typen berekeningen uitvoeren: optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Het uitvoeren van berekeningen
Als in de rekenmachinefunctie het rekenmachinescherm
wordt getoond, kunt u het toetsenbord gebruiken om
berekeningen te maken zoals u dat ook met een
normale rekenmachine gewend bent. Zie de hieronder
beschreven voorbeelden voor gedetailleerde informatie.
=
Verzeker u ervan dat u op drukt om het rekenma-
chinescherm naar nul te wissen voordat u een
berekening start. Wanneer u op drukt terwijl het
scherm al naar nul is gewist, verschijnt het
valutaconversiescherm.
=
Terwijl u een berekening maakt, worden in het invoergedeelte cijfers getoond en in
het bedieningsgedeelte bedieningssymbolen getoond.
=
Voer om een constante berekening uit te voeren de waarde in die u als constante
waarde wilt gebruiken en druk vervolgens twee keer op een van de bedieningstoet-
sen. Hierdoor wordt de waarde die u invoert een constante waarde, wat wordt
aangegeven door de
K
indicator naast het bedieningssymbool.
=
Een E (error) indicator verschijnt als het resultaat van een berekening 8 cijfers
overschrijdt. Druk op om de foutindicator te wissen. Daarna kunt u verder gaan
met berekening voor het verkrijgen van een indicatief resultaat.
=
De volgende tabel beschrijft hoe u invoerfouten kunt corrigeren en hoe u de bereke-
ning kunt wissen nadat u daarmee klaar bent.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Naamgedeelte
Nummergedeelte
Nieuwe-gegevensset-scherm
" to ;
(alfabet)
to
(symbool)
to
(nummer)
(spatie)
[+]
[÷]
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Naamgedeelte
Nummergedeelte
Nieuwe-gegevensset-scherm
Tijdfunctie-tijd
Rekenmachinescherm
Invoergedeelte
Druk op
Valutaconversiescherm
Bedieningsgedeelte
Bedieningssymbool
Invoergedeelte
Voorbeeld
(Basisberekening)
12.3 + 74 - 90 = -3.7
(12 - 0.5) × 3 ÷ 7
=4.9285714
(constante berekening)
10 + 7 = 17
12 + 7 = 19
(2.3)4 = 27.9841
Bediening
[1] [2] [.SPC] [3] [+] [7] [4][–] [9] [0]
[=PM]
[1] [2] [–] [.SPC] [5] [××
××
×] [3] [÷] [7] [=PM]
[7] [+] [+] [1] [0] [=PM]
[1] [2] [=PM]
[2] [.SPC] [3] [××
××
×][
××
××
×] [=PM] [=PM] [=PM]
B

+
+
9+
Display
Wanneer u dit dient te doen:
Corrigeer of wijzig de waarde die u op dat
moment aan het invoeren bent, zonder het
gedeelte van de berekening dat u tot de
huidige waarde heeft ingevoerd te verwijderen.
Druk op om de getoonde waarde te
verwijderen en terug te keren naar het
display. Voer vervolgens de gewenste
waarde in.
Druk zonder dat u op drukt op de toets
voor het juiste type berekening.
Corrigeer of wijzig het type bediening
(+, -, x, -/-) dat u zojuist heeft ingevoerd.
Wis de ingevoerde berekening volledig.
Wis een getoond berekeningresultaat
(verkregen door op of
toets) en de berekening.
[+],[–],[××
××
×],[÷],
[=PM]
Voer deze toetsbediening uit:
Druk op om de getoonde waarde te
wissen en terug te keren naar het
display. Druk vervolgens nogmaals op .
Druk op .
Gebruiksaanwijzing 2888
3
Valutaconversieberekeningen
U kunt een enkele valutaconversiekoers voor een snelle en gemakkelijke conversie
naar een andere valuta opslaan.
=
De standaardconversiekoers is x 0 (vermenigvuldig de ingevoerde waarde met 0)
waarbij x de vermenigvuldigbediening representeert en 0 de conversiekoers is.
Verzeker u ervan dat u de waarde naar de conversiekoers en het type bediening
(vermenigvuldigen of delen) dat u wilt gebruiken wijzigt.
De conversiekoers en het type bediening wijzigen
1. Houd terwijl in de rekenmachinefunctie het
valutaconversiescherm wordt getoond ingedrukt
terwijl de conversiekoers op het display begint te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm is
geselecteerd.
2. Gebruik het toetsenbord om de gewenste conversie-
koers en het gewenste bedieningstype ([x] of [+]) in te
voeren.
=
Druk om de getoonde conversiekoers naar nul te wissen op .
3. Druk op om het instelscherm te verlaten.
De huidig ingestelde conversiekoers en bedieningstype wijzigen
1. Houd terwijl in de rekenmachinefunctie het huidige conversiescherm getoond wordt
ingedrukt totdat de conversiekoers begint te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm is geselecteerd.
=
Het instelscherm toont tevens de huidige ingestelde conversiekoers en het
ingestelde bedieningstype.
2. Druk op om het instelscherm te verlaten.
Een valutaconversieberekening uitvoeren
1. Gebruik terwijl in de rekenmachinefunctie het valutaconversiescherm wordt
getoond het toetsenbord om de waarde die u wilt converteren in te voeren.
2. Druk op [=PM] om het conversieresultaat te tonen.
3. Druk op om het conversieresultaat te wissen.
=
Een E (error) indicator verschijnt op het display wanneer het resultaat van een
berekening 8 cijfers overschrijdt. Druk op om de error-indicator te wissen.
=
Wanneer u op [=PM] drukt terwijl een berekeningresultaat wordt getoond,
wordt de conversiekoers nogmaals op de getoonde waarde toegepast.
Het invoersignaal in- en uitschakelen
Elke keer dat u op een knop of toetsenbord-toets drukt, klinkt een invoersignaal.
U kunt het invoersignaal desgewenst ook uitschakelen.
=
De in de rekenmachinefunctie geselecteerde invoersignaal aan/uit-instelling wordt
in alle overige functies toegepast, behalve in de stopwatchfunctie.
=
Onthoud dat alarmsignalen blijven klinken, zelfs als het invoersignaal is uitgescha-
keld.
Het in- en uitschakelen van het invoersignaal
Houd terwijl in de rekenmachinefunctie het rekenmachi-
nescherm of het valutaconversiescherm wordt getoond
gedurende ongeveer twee seconden ingedrukt om
het invoersignaal in (signaal-uit-indicator niet getoond)
of uit (signaal-uit-indicator getoond) te wisselen.
=
Wanneer u ingedrukt houdt wisselt het rekenma-
chinefunctiescherm ook.
=
De signaal-uit-indicator wordt in alle functies getoond
als het invoersignaal is uitgeschakeld.
Alarmen
U kunt vijf onafhankelijke multi-functie alarmen instellen
(uren, minuten, maand en dag). Wanneer een alarm is
ingeschakeld, klinkt het alarm wanneer de alarmtijd
bereikt wordt. Een van de alarmen kan als een wekalarm
of een eenmalig alarm worden ingeschakeld, terwijl de
andere vier alarmen eenmalige alarmen zijn. U kunt ook
een uursignaal inschakelen waarna het horloge elk heel
uur twee keer een signaal geeft.
=
Er zijn vijf alarmschermen genummerd 1 tot en met 5.
Het uursignaalscherm wordt aangegeven door :00.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de alarmfunctie, die u selecteert door op te
drukken.
Alarmtypes
Een alarmtype wordt bepaald door de instellingen die u maakt, zoals hieronder
beschreven.
= Dagelijks alarm
Stel de uren en minuten voor de alarmtijd in. Door deze instelling klinkt het alarm elke
dag op de ingestelde tijd.
= Datumalarm
Stel de maand, dag, uren en minuten voor de alarmtijd in. Door deze instelling klinkt
het alarm op de ingestelde tijd op de ingestelde datum.
= 1-Maand alarm
Stel de maand, uren en minuten voor de alarmtijd in. Door deze instelling klinkt het
alarm elke dag op de ingestelde tijd, alleen in de ingestelde maand.
= Maandelijks alarm
Stel de dag, uren en minuten voor de alarmtijd in. Door deze instelling klinkt het alarm
elke maand op de ingestelde tijd, op de ingestelde dag.
Noot
De 12-uur/24-uur weergave bij de alarmtijd komt overeen met de door u in de
tijdfunctie geselecteerde weergave.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie [+] en [÷] om door de
alarmschermen te bladeren totdat het alarm waarvoor
u de tijd wilt instellen, getoond wordt.
=
U kunt alarm1 als een wekalarm of eenmalig
alarm instellen. Alarmen 2 tot en met 5 kunnen
uitsluitend als eenmalige alarmen gebruikt worden.
=
Het wekalarm wordt elke vijf minuten herhaald.
2. Houd nadat u een alarm heeft geselecteerd
ingedrukt totdat de uurinstelling van de alarmtijd
begint te knipperen, wat aangeeft dat het instel-
scherm is geselecteerd.
=
Door deze bediening wordt het alarm automatisch
ingeschakeld.
3. Gebruik het toetsenbord om de alarmtijd en alarmdatum in te voeren.
=
Elke keer dat u een nummer invoert, verplaatst het knipperen automatisch naar
rechts.
=
Stel 00 voor de maand en dag in om een alarm zonder maand en/of dag in te
stellen.
=
Druk wanneer u gebruik maakt van 12-uur weergave en de uur- en minutenin-
stelling knippert op [=PM] om tussen AM en PM te wisselen.
=
Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van 12-uur tijdweergave, let er dan
op dat u de tijd correct instelt als ochtendtijd (geen indicator) of middag/
avondtijd (P indicator).
4. Druk op om het instelscherm te verlaten.
=
Onthoud dat de maand- en daginstelling op het instelscherm als 00 verschijnen
als geen maand of dag is ingesteld. Op het alarmscherm wordt een niet
ingestelde maand echter als – en een niet ingestelde dag als - - getoond. Zie de
voorbeelddisplays bij “Een alarmtijd instellen”.
Alarmbediening
Het alarm klinkt in alle functies op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10
seconden. In het geval van een wekalarm, wordt de alarmbediening elke vijf minuten,
in totaal 7 keer, uitgevoerd of totdat u het alarm uitschakelt of naar een eenmalig alarm
wijzigt.
=
Druk op een willekeurige knop of toets op het toetsenbord om het alarmsignaal te
stoppen.
=
Door tijdens een 5-minuten interval tussen wekalarmen een van de volgende
bedieningen uit te voeren, stopt de huidige wekalarmbediening.
Het tijdfunctie-instelscherm selecteren
Het alarm 1 instelscherm selecteren
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie ingedrukt om het alarm te laten klinken.
= Wanneer u op drukt wijzigt de huidige alarm of aan/uit-instelling.
Alarmen 2 tot en met 5 in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmfunctie [+] en [÷] om een eenmalig
alarm (alarmnummer 2 tot en met 5) te selecteren.
2. Druk op om het getoonde alarm in of uit te
schakelen.
=
De huidige aan/uit-status van alarmen 2 tot en met
5 wordt door indicatoren onderaan de displays (al-2
tot en met al-5) getoond. De SIG indicator toont de
aan (SIG getoond) of uit (SIG niet getoond) status van
het uursignaal.
=
De alarm-aan-indicatoren en uursignaal-aan-indicator
worden in alle functies getoond.
=
Terwijl een alarm klinkt knippert de van toepassing
zijnde alarm-aan-indicator op het display.
Alarm1 selecteren
1. Gebruik in de alarmfunctie [+] en [÷] om alarm1 te
selecteren.
2. Druk op om in de hieronder getoonde volgorde
door de mogelijke instellingen te bladeren.
=
De SNZ indicator en de alarm 1 aan-indicator (al-)
worden in alle functies getoond.
=
De SNZ indicator knippert gedurende de 5-minuten
intervallen tussen alarmen.
=
De alarm-indicator (al-1 en/of SNZ) knippert terwijl
het alarm klinkt.
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Bedieningssymbool
Conversiekoers
Signaal-uit-indicator
Alarmtijd
Alarmnummer
Tijdfunctie-tijd
Alarmdatum
Uursignaalscherm
Alarmscherm
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Uren : Minuten
Alarmnummer
AM-indicator
Maand – Dag
B B B
 B B
Druk op [+] Druk op [÷]
Alarm-2-aan-
indicator
Alarm-4-aan-
indicator
Uursignaal-
aan-indicator
SNZ-
indicator
Alarm-1-aan-
indicator
Wekalarm aan
1-la1-laZNS
Alarm uit Eenmalig
alarm aan
SNZ indicator en alarm
aan indicator
Druk op

Produktspecifikationer

Varumärke: Casio
Kategori: Titta
Modell: 2888

Behöver du hjälp?

Om du behöver hjälp med Casio 2888 ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig




Titta Casio Manualer

Titta Manualer

Nyaste Titta Manualer