Casio BLX-103-1ER Baby-G Bruksanvisning

Casio Titta BLX-103-1ER Baby-G

Läs nedan 📖 manual på svenska för Casio BLX-103-1ER Baby-G (4 sidor) i kategorin Titta. Denna guide var användbar för 6 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare

Sida 1/4
m o v i n g t i m e f o r w a r d
© CAS I O B e n e l u x B .V. A m s t e lv e e n - W W W .CA S I O. N L
Gebruiksaanwijzing
Horloge model 3265
Kennismaken met het horloge
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw CASIO-horloge. Om het meeste profijt van uw
horloge te kunnen hebben, is het belangrijk dat u deze handleiding zorgvuldig leest.
Bewaar alle gebruikersdocumentatie zodat u deze later nog eens kunt raadplegen.
Waarschuwing!
De in dit horloge ingebouwde meetfuncties zijn niet bedoeld om metingen te doen
waarvoor professionele of industriële precisie vereist is. De waarden die dit horloge
produceert, moet u slechts zien als een redelijk nauwkeurige benadering.
De gegevens ten aanzien van geografische lengte, vloedinterval, maanfase-indica-
tor, maanleeftijd en getijdengrafiek die op de display van dit horloge verschijnen,
zijn niet bedoeld voor navigatiedoeleinden. Gebruik altijd de juiste instrumenten en
bronnen om gegevens voor navigatiedoeleinden te verkrijgen.
Dit horloge is geen instrument om de eb- en vloedtijden te berekenen. De getijden-
grafiek van dit horloge is bedoeld om een redelijke benadering van de getijden te
geven.
Algemene richtlijn
Druk op [C] om van de ene modus naar de andere te gaan.
Druk in ongeacht welke modus op L om de display te verlichten.
Tijdfunctie
Gebruik de Tijdfunctiemodus om de huidige tijd en
datum in te stellen en te bekijken.
De getijdengrafiek toont de getijden op de actuele
datum in overeenstemming met de actuele tijd in de
Tijdfunctiemodus.
Belangrijk!
Stel voor gebruik van deze functies altijd eerst de
juiste tijd, datum en tijdzone in (die gelden voor de
locatie waar u het horloge gebruikt). Zie Tijdzonege-
gevens” voor meer informatie.
De tijd en datum instellen
In dit horloge zijn de verschillende UTC-tijdzones van de hele wereld voorgeprogram-
meerd. Voordat u de tijd instelt, moet u eerst de UTC-compensatiewaarde instellen
voor uw tijdzone (de plaats waar u het horloge normaliter zult gebruiken).
Denk eraan, dat de tijden in de Wereldtijdmodus allemaal worden weergegeven
overeenkomstig de datum en tijd die u in de Tijdfunctiemodus instelt.
De tijd en de datum instellen
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [A] ingedrukt totdat de
seconden gaan knipperen; dit is het instelscherm.
Stel altijd eerst het juiste UTC-tijdverschil in voor
uw tijdzone voordat u andere instellingen van de
Tijdfunctiemodus wijzigt.
Raadpleeg de UTC-compensatiewaarde-/Stads-
codetabel achterin deze handleiding voor meer
informatie over de UTC-tijdverschillen die worden
ondersteund.
2. Druk op [C] om de knipperende positie te verplaatsen in de hieronder weergegeven
volgorde om andere instellingen te selecteren.
3. Wanneer de instelling die u wilt wijzigen knippert, gebruikt u [D] en/of [B] om deze te
wijzigen op de manier zoals hieronder is beschreven.
Scherm Om dit te doen: Doet u dit:
De seconden terugzetten naar Druk op [D]
Schakelen tussen, zomertijd ( ) en standaardtijd ( ). Druk op [D]
Het UTC-tijdverschil instellen Gebruik [D] (+) en [B] ().
De uren of minuten wijzigen Gebruik [D] (+) en [B] ().
Jaar, maand of dag wijzigen Gebruik [D] (+) en [B] ().
Raadpleeg het gedeelte Zomertijd (DST) instellen voor meer informatie over het
instellen van de zomertijd.
Het UTC-compensatiebereik is -12,0 tot +14,0 in stappen van 0,5 uur.
Wanneer zomertijd is ingeschakeld, is het UTC-compensatiebereik -11,0 tot
+15,0 in stappen van 0,5 uur.
RaadpleegKnipperwaarschuwing voor informatie over Knipperwaarschuwing.
4. Druk twee keer op [A] om het instelscherm te verlaten.
De dag van de week wordt automatisch weergegeven overeenkomstig de instel-
lingen van de datum (jaar, maand en dag).
Schakelen tussen 12-uursweergave en 24-uursweergave van de tijd
Druk in de Tijdfunctiemodus op [D] om te schakelen tussen de 12-uurs- en de 24-uurs-
weergave van de tijd.
In de 12-uursweergave verschijnt er een PM-indicator (P) links naast de uuraandui-
ding voor tijden tussen 12.00 uur s middags en 23.59 uur. Er wordt links naast de
uuraanduiding geen indicator weergegeven tussen middernacht en 11.59 uur.
Bij de 24-uursweergave worden de tijden tussen 0.00 en 23.59 uur zonder aparte
indicator weergegeven.
De 12-/24-uursweergave van de tijdfunctie die u selecteert in de Tijdfunctiemodus
wordt toegepast op alle andere modi.
Zomertijd (DST) instellen
Zomertijd (Daylight Saving Time) zet de tijdsinstelling één uur vooruit ten opzichte van
de standaardtijd. NB: Niet alle landen - zelfs niet alle regios - gebruiken de zomertijd.
De tijd in de Tijdfunctiemodus schakelen tussen zomertijd en standaardtijd
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [A] ingedrukt totdat de
seconden gaan knipperen; dit is het instelscherm.
2. Druk één keer op [C] om naar het instelscherm voor de
zomertijd te gaan.
3. Druk op [D] om heen en weer te schakelen tussen zo-
mertijd ( afgebeeld) en standaardtijd ( afgebeeld).
4. Druk twee keer op [A] om het instelscherm te verlaten.
De zomertijdindicator (DST) verschijnt op de scher-
men voor tijdweergave en getijden-/maangegevens
om aan te geven dat de zomertijd is ingeschakeld.
In de Getijden-/Maangegevensmodus verschijnt
de DST-indicator alleen op het Getijdengegevens-
scherm.
Tijdzone-instelling
Gegevens voor de maanleeftijd, getijdengrafiek en de Getijden-/Maangegevensmo-
dus worden niet juist afgebeeld tenzij u de woonplaatsgegevens (UTC-compensatie,
geografische lengte en vloedinterval) juist zijn ingesteld.
Het vloedinterval is de tijd die verstrekt vanaf de overgang van de maan over een
meridiaan tot de volgende vloed op die meridiaan. Zie Vloedinterval voor meer
informatie.
Dit horloge beeldt de vloedintervallen af in uren en minuten.
Zie de Gegevenslijst locatie/Vloedinterval” achterin deze handleiding voor meer
informatie over UTC-compensatie en geografische lengte wereldwijd.
Hieronder staan de standaardtijdzonewaarden (voor Tokio, Japan) die zijn ingesteld
bij aanschaf van het horloge en telkens wanneer u de batterij vervangt. Wijzig deze
instellingen naar die van de tijdzone waar u dit horloge wilt gebruiken. UTC-com-
pensatie (+9,0); Geografische lengte (140 graden oosterlengte); Vloedinterval (5 uur,
20 minuten)
De woonplaatsgegevens instellen
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [A] ingedrukt totdat de
seconden gaan knipperen; dit is het instelscherm.
2. Druk twee keer op [C] om het instelscherm voor het
UTC-tijdverschil weer te geven, en controleer of deze
instelling klopt.
Als het UTC-tijdverschil niet klopt, gebruikt u [D] (+)
en [B] (–) om dit te wijzigen.
3. Druk op [A] om het instelscherm voor de geografische
lengte weer te geven.
4. Druk op [C] om de knipperende positie te verplaatsen in
de hieronder weergegeven volgorde om andere instel-
lingen te selecteren.
5. Wanneer de instelling die u wilt wijzigen knippert, gebruikt u [D] and [B] om deze te
wijzigen op de manier zoals hieronder is beschreven.
Stopwatchmodus
WereldtijdmodusGetijden-/Maangegevensmodus
AfteltimermodusAlarmsignaalmodus
Druk op C
Tijdfunctiemodus
Over deze handleiding
Afhankelijk van het model van uw horloge wordt de
tekst op uw display weergegeven als donkere karakters
tegen een lichte achtergrond of als lichte karakters
tegen een donkere achtergrond. Alle voorbeelden van
de display in deze handleiding worden weergegeven als
donkere karakters tegen een lichte achtergrond.
De bediening van de knoppen wordt weergegeven met
behulp van de letters zoals getoond in de illustratie.
Ieder hoofdstuk van deze handleiding geeft informatie
over wat u in iedere modus moet doen. Meer gegevens
en technische informatie kunt u terugvinden in het
hoofdstuk Detailinformatie.
Om te zorgen dat u vele jaren van dit horloge gebruik
kunt maken daarvoor is het uiteindelijk ontworpen
dient u de aanwijzingen bij Voorzorgsmaatregelen
bediening en Gebruikersonderhoud zorgvuldig te
lezen en op te volgen.
Dag van de week
Maand Dag
Getijdengrafiek
Uren : Minuten Seconden
PM-indicator
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Seconden
Stadscode DST (zomertijd)
Dag
MinutenUurUTC-tijdverschil
Maand JaarKnipperwaarschuwing
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
DST-indicator
Aan-/uitstatus
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Lengtegraad
Geografische lengte
(oost/west)
Waarde geografische
lengte Vloedinterval Uren Vloedinterval Minuten
Geografische lengte
(oost/west)
m o v i n g t i m e f o r w a r d
© C A S I O B e n e l u x B .V. A m s t e lv e e n - W W W .CA S I O. N L
Instelling Scherm Knophandelingen
Waarde geografische lengte
Gebruik [D] (+) en [B] () om de instelling te
wijzigen.
• U kunt een waarde instellen tussen 0° en
180°, in stappen van 1 graad.
Geografische lengte (oost/west) Gebruik [D] om te wisselen tussen oosterlengte
( ) en westerlengte ( ).
Vloedinterval Uren, Minuten Gebruik [D] (+) en [B] () om de instelling te
wijzigen.
6. Druk op [A] om het instelscherm te verlaten.
Getijden-/Maangegevens
Met Getijden-/Maangegevens kunt u de maanleeftijd voor
een bepaalde datum bekijken, alsmede de getijden voor
een bepaalde datum en tijd voor uw woonplaats.
Wanneer u naar de Getijden-/Maangegevensmodus
gaat, verschijnen eerst de gegevens voor 6.00 uur op
de actuele datum.
Als u vermoedt dat de Getijden-/Maangegevens om
de een of andere reden niet kloppen, controleer dan
de Tijdfunctiemodusgegevens (actuele tijd, datum en
woonplaatsinstellingen) en breng zo nodig wijzigingen
aan.
RaadpleegGetijdengrafiek” voor informatie over de
getijdengrafiek.
Alle handelingen in dit gedeelte worden uitgevoerd in de
Getijden-/Maangegevensmodus, die u inschakelt door
op [C] te drukken.
Getijden-/Maangegevensschermen
Druk in de Getijden-/Maangegevensmodus op [A] om heen en weer te schakelen tus-
sen het getijdengegevensscherm en het maangegevensscherm.
Druk in het getijdengegevensscherm op [D] om een uur vooruit te gaan.
Druk in het maangegevensscherm op [D] om een dag vooruit te gaan.
U kunt ook een bepaalde datum invoeren (jaar, maand, dag) om de getijden- en
maangegevens ervan te bekijken. Zie Een bepaalde datum invoeren voor meer
informatie.
Wanneer u naar de Getijden-/Maangegevensmodus gaat, wordt als eerste het
scherm getoond (getijdengegevens of maangegevens) dat u bekeek bij het verlaten
van de modus.
Een bepaalde datum invoeren
1. Houd in de Getijden-/Maangegevensmodus [A] inge-
drukt totdat de jaarinstelling gaat knipperen; dit is het
instelscherm.
2. Druk op [C] om de knipperende positie in de hieronder
weergegeven volgorde te verplaatsen om andere instel-
lingen te selecteren.
3. Terwijl een instelling knippert, gebruikt u [D] (+) of [B] () om deze te wijzigen.
U kunt elke willekeurige datum invoeren die tussen 1 januari 2000 en 31 decem-
ber 2099 ligt.
4. Druk op [A] om het instelscherm te verlaten.
5. Druk op [A] om heen en weer te schakelen tussen het getijdengegevensscherm en
het maangegevensscherm.
Wereldtijd
De Wereldtijd geeft de actuele tijd in 48 steden (29 tijdzo-
nes) over de hele wereld weer.
De tijden in de Wereldtijdmodus lopen synchroon met
de tijd in de Tijdfunctiemodus. Als u denkt dat er in de
Wereldtijdmodus onjuiste tijden worden weergegeven,
controleer dan het ingestelde UTC-tijdverschil voor
uw tijdzone (woonplaats) en of de tijd klopt die in de
Tijdfunctiemodus is ingesteld.
Selecteer een stadscode in de Wereldtijdmodus om te
zien hoe laat het op dat moment is in elke gewenste
tijdzone ter wereld. Raadpleeg de UTC-compensatie-
waarde-/Stadscodetabel achterin deze handleiding
voor meer informatie over de UTC-tijdverschillen die
worden ondersteund.
Alle handelingen in dit hoofdstuk worden uitgevoerd
in de Wereldtijdmodus, die u inschakelt door op [C] te
drukken.
De tijd in een andere stad weergeven
In de Wereldtijdmodus drukt u op [D] (oostwaarts) en [B] (westwaarts) om door de
stadscodes (tijdzones) te bladeren.
Een stadscode afwisselend op standaardtijd en zomertijd zetten
1. Gebruik [B] en [D] in de Wereldtijdmodus om de stads-
code (tijdzone) weer te geven waarvan u de instelling
voor standaardtijd/zomertijd wilt wijzigen.
2. Houd [A] ingedrukt om heen en weer te schakelen tus-
sen zomertijd (DST-indicator wordt weergegeven) en
standaardtijd (DST-indicator wordt niet weergegeven).
De zomertijdindicator wordt in de Wereldtijdmodus
afgebeeld terwijl zomertijd is ingeschakeld.
De instelling van zomertijd/standaardtijd is overigens
alleen van invloed op de op dat moment weergege-
ven stadscode. Andere stadscodes worden hierdoor
niet gewijzigd.
Stopwatch
Met de stopwatch kunt u de verstreken tijd, tussentijden
en twee finishtijden meten. Hij heeft ook Auto-Start.
Het displaybereik van de stopwatch is 23 uur, 59 minu-
ten en 59,99 seconden.
De stopwatch blijft lopen en begint weer bij nul als de
limiet is bereikt, totdat u hem stopt.
De stopwatch blijft lopen, ook als u de Stopwatchmo-
dus verlaat.
Als u de Stopwatchmodus verlaat terwijl er een tus-
sentijd op de display staat, wordt de tussentijd gewist
en keert de stopwatch terug naar de meting van de
verstreken tijd.
Alle handelingen in dit hoofdstuk worden uitgevoerd in
de Stopwatchmodus, die u inschakelt door op [C] te
drukken.
ijden klokken met de stopwatch
Over Auto-Start
Met Auto-Start voert het horloge een vijf seconden durende afteloperatie uit en begint
de stopwatch automatisch zodra het aftellen nul bereikt. Tijdens de laatste drie secon-
den van het aftellen, klinkt er elke seconde een piepje.
Auto-Start gebruiken
1. Terwijl het stopwatchscherm allemaal nullen laat zien in
de Stopwatchmodus, drukt u op [B].
Hierdoor verschijnt een 5-secondenaftelscherm.
Om terug te keren naar het scherm met allemaal nul-
len drukt u weer op [B].
2. Druk op [D] om met het aftellen te beginnen.
Wanneer het aftellen nul bereikt, klinkt er een toon
en begint de stopwatchhandeling automatisch.
Door op [D] te drukken terwijl het Auto-Start-aftellen
aan de gang is begint de stopwatch meteen.
Afteltimer
De afteltimer kan worden ingesteld met een bereik van
1 minuut tot 24 uur. Er klinkt een waarschuwingssignaal
wanneer de timer nul bereikt. De afteltimer beschikt ook
over een automatische herhaalfunctie en een voortgang-
spieptoon die de voortgang van het aftellen aangeeft.
Alle handelingen in dit hoofdstuk worden uitgevoerd
in de Afteltimermodus, die u inschakelt door op [C] te
drukken.
De afteltimer configureren
U moet de volgende instellingen configureren voordat u de afteltimer kunt gebruiken
Starttijd aftellen; Automatisch herhalen aan/uit; Voortgangspieptoon aan/uit
RaadpleegDe afteltimer configureren voor informatie over het instellen van de
timer.
Automatisch herhalen
Wanneer automatisch herhalen is ingeschakeld, begint het aftellen automatisch direct
opnieuw als nul wordt bereikt. Wanneer automatisch herhalen is uitgeschakeld, stopt
het aftellen wanneer nul wordt bereikt en toont de display de oorspronkelijk starttijd
van het aftellen.
Door op [D] te drukken terwijl er een afteloperatie met automatisch herhalen aan de
gang is, wordt het actuele aftellen gepauzeerd. U kunt het aftellen met automatisch
herhalen hervatten door op [D] te drukken of u kunt op [A] drukken om de start-
waarde van de afteltijd te resetten.
Pieptoonhandelingen afteltimer
De horloge geeft op verschillende momenten tijdens het aftellen een pieptoon zodat
u op de hoogte bent van het aftelproces zonder naar de display te hoeven kijken.
Hieronder wordt beschreven welke soorten pieptoon het horloge produceert tijdens het
aftellen.
Pieptoon afteleinde
De pieptoon afteleinde geeft aan wanneer het aftellen nul heeft bereikt.
Wanneer de voortgangspieptoon uitgeschakeld is, klinkt de pieptoon afteleinde
ongeveer tien seconden of totdat u hem stopt door op een knop te drukken.
Wanneer de voortgangspieptoon ingeschakeld is, klinkt de pieptoon afteleinde
ongeveer één seconde.
Voortgangspieptoon
Wanneer de voortgangspieptoon ingeschakeld is, laat het horloge d.m.v. piepjes weten
hoe ver het aftelproces gevorderd is, en wel als volgt.
Vanaf vijf minuten voor het afteleinde laat het horloge op de hele minuten vier korte
piepjes horen.
Dertig seconden voor het einde van het aftellen laat het horloge vier korte piepjes
horen.
Op elke van de laatste tien seconden van het aftellen klinkt er ook een pieptoon.
Als de afteltijd zes minuten of langer is, laat het horloge op elke van de laatste
tien seconden voordat de vijfminutenperiode wordt bereikt een pieptoon horen. Er
klinken vier korte piepjes wanneer de vijfminutenperiode bereikt is.
De afteltimer configureren
1. Wanneer de starttijd van de afteltimer wordt weer-
gegeven in de Afteltimermodus houdt u [A] ingedrukt
totdat de huidige afteltijd begint te knipperen; dit is het
instelscherm.
Als de starttijd van de afteltimer niet wordt weer-
gegeven, volgt u de stappen onderDe afteltimer
gebruiken om deze weer te geven.
2. Druk op [C] om de knipperende positie te verplaatsen in
de hieronder weergegeven volgorde om andere instel-
lingen te selecteren.
Maand Dag
Getijdengrafiek
Tijd
Druk op A.
MaangegevensschermGetijdengegevensscherm
Tijd Maanleeftijd
Getijdengrafiek
Maand Dag
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Maand - DagJaar
Month DayYear
Jaar Maand Dag
Stadscode
Actuele tijd
geselecteerd
DST-indicator
1/100 seconde
Uren
Minuten
Seconden
Elapsed time
Start Stop Re-start Stop Clear
Start Split
( displayed)SPL
Split release Stop Clear
Start Split Stop Split release Clea
Split time
Two Finishes
First runner
finishes.
Display time of
first runner.
Second runner
finishes.
Display time of
second runner.
De verstreken tijd meten
Start Stop Herstart Stop Wissen
Start Tussentijd (SPL
weergegeven)
Tussentijd
verwijderen
Stop Wissen
Een tussentijd pauzeren
Start Tussentijd
Eerste loper
finisht. Tijd van
eerste loper
weergeven.
Stop
Tweede loper
finisht
Tussentijd
verwijderen
Tijd van
tweede loper
weergeven.
Wissen
Twee finishtijden meten
[D] [D] [D] [D] [B]
[D] [B] [B] [D] [B]
[D] [B] [D] [B] [B]
Uren
Minuten
Seconden
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Progress Beeper to-repeatAu
Hours sMinute
Voortgangs-
pieptoon
Automatisch
herhalen
MinutenUren
m o v i n g t i m e f o r w a r d
© C A S I O B e n e l u x B .V. A m s t e lv e e n - W W W .CA S I O. N L
3. Wanneer de instelling die u wilt wijzigen knippert, gebruikt u [D] en/of [B] om deze te
wijzigen op de manier zoals hieronder is beschreven.
Instelling Scherm Knophandeling
Uren, Minuten Gebruik [D] (+) en [B] () om de instelling te wijzigen.
Automatisch herhalen Druk op [D] om heen en weer te schakelen tussen automatische
herhaling aan ( afgebeeld) en uit ( afgebeeld).
Voortgangspieptoon Druk op [D] om te schakelen tussen voortgangspieptoon
aan ( ) en uit ( ).
Om een aftelbegintijd van 24 uur op te geven stelt u ( ) in.
4. Druk op [A] om het instelscherm te verlaten.
U kunt de stappen 1 en 2 van de bovenstaande procedure ook uitvoeren wan-
neer u de actuele instellingen voor automatische herhaling en de voortgang-
spieptoon wilt bekijken
De afteltimer gebruiken
Druk op [D] terwijl u in de Afteltimermodus bent om de
afteltimer te starten.
De afteltimer blijft lopen, ook als u de Afteltimermodus
verlaat.
Druk op [D] terwijl de afteltimer loopt om het aftellen te
pauzeren. Druk opnieuw op [D] om de afteltimer verder
te laten lopen.
Om de afteltimer helemaal te stoppen moet u deze
eerst pauzeren (door op [D] te drukken). Vervolgens
drukt u op [B]. Hiermee keert de afteltimer terug naar de
startwaarde.
Alarmsignalen
U kunt maximaal drie afzonderlijke multifunctionele
alarmsignalen instellen met uur, minuten, maand en dag.
Wanneer een alarmsignaal is ingeschakeld, klinkt het
alarmsignaal wanneer de alarmsignaaltijd is aangebroken.
Een van de alarmsignalen is een sluimersignaal. De andere
twee zijn eenmalige alarmsignalen. U kunt ook een uursig-
naal inschakelen waardoor het horloge twee keer piept op
ieder heel uur.
Er zijn drie genummerde alarmsignaalschermen voor het
eenmalige alarmsignaal en een scherm voor en
het sluimersignaal dat wordt aangegeven met . Het
uursignaalscherm wordt aangegeven met .
Alle handelingen in dit hoofdstuk worden uitgevoerd in
de Alarmsignaalmodus, die u inschakelt door op [C] te
drukken.
Typen alarmsignaal
Het type alarmsignaal wordt bepaald door de instellingen die u invoert zoals hieronder
beschreven.
- Dagelijks waarschuwingssignaal
Stel het uur en de minuten voor de alarmsignaaltijd in. Met dit type instelling gaat het
alarmsignaal elke dag af op de door u ingestelde tijd.
- Waarschuwingssignaal op datum
Stel de maand, de dag, het uur en de minuten voor de alarmsignaaltijd in. Met dit type
instelling gaat het alarmsignaal af op de door u ingestelde specifieke datum en tijd.
- Waarschuwingssignaal voor 1 maand
Stel de maand, het uur en de minuten voor de alarmsignaaltijd in. Met dit type instelling
gaat het alarmsignaal elke dag af op de door u ingestelde tijd, maar alleen in de door u
ingestelde maand.
- Maandelijks waarschuwingssignaal
Stel de dag, het uur en de minuten voor de alarmsignaaltijd in. Met dit type instelling
gaat het alarmsignaal elke maand af op de door u ingestelde dag en tijd.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik [D] en [B] in de Alarmsignaalmodus om door de
alarmsignaalschermen te bladeren, totdat het scherm
wordt weergegeven met de tijd die u wilt instellen.
Om een eenmalig alarmsignaal in te stellen selecteert u alarmsignaalscherm of
( of ). Om het sluimersignaal in te stellen, geeft u het -scherm weer.
Het sluimersignaal wordt elke vijf minuten herhaald.
2. Nadat u een alarmsignaal hebt geselecteerd, houdt u [A] ingedrukt totdat de uurin-
stelling van de alarmsignaaltijd begint te knipperen; dit is het instelscherm.
Deze handeling schakelt het waarschuwingssignaal automatisch in.
3. Druk op [C] om de knipperende positie te verplaatsen in de hieronder weergegeven
volgorde om andere instellingen te selecteren.
4. Wanneer een instelling knippert, gebruikt u [D] and [B] om deze te wijzigen op de
manier zoals hieronder is beschreven.
Scherm Om dit te doen: Doet u dit:
De uren en minuten wijzigen Gebruik [D] (+) en [B] ().
• Zet in het 12-uursformaat de tijd op a.m. of p.m.
(PM-indicator).
• Om een alarmsignaal in te stellen dat geen maand
en/of dag bevat, stelt u in voor elke instelling.
De maand en dag wijzigen
5. Druk op [A] om het instelscherm te verlaten.
Bediening alarmsignaal
Op de ingestelde tijd klinkt het alarmsignaal gedurende tien seconden, onafhankelijk
van de modus waarin het horloge staat. In het geval van een sluimersignaal klinkt
het alarmsignaal totaal zeven keer, iedere vijf minuten, of totdat u het alarmsignaal
uitschakelt.
Het alarm- en uursignaal wordt uitgevoerd in overeenstemming met de tijd van de
Tijdfunctiemodus.
Om het alarmsignaal uit te zetten, nadat het is afgegaan, drukt u op een willekeurige
knop.
Als u een van de volgende handelingen uitvoert tijdens het 5 minuten durende inter-
val tussen de sluimersignalen, wordt het huidige sluimersignaal geannuleerd.
Weergave van het instelscherm van de Tijdfunctiemodus
Weergave van het instelscherm
Het alarmsignaal testen
Houd in de Alarmsignaalmodus [D] ingedrukt om het alarmsignaal te laten horen.
Een alarmsignaal in- en uitschakelen
1. Gebruik in de Alarmsignaalmodus [D] en om een alarm-
signaal te kiezen.
2. Druk op [A] om dit afwisselend aan en uit te zetten.
Als u een alarmsignaal aanzet ( , or ,
) wordt de alarmsignaal-aan-indicator weergegeven
op het scherm Alarmsignaalmodus.
De alarmsignaal-aan-indicator wordt in alle modi
weergegeven voor ieder alarmsignaaltype dat op dat
moment is ingeschakeld.
De alarmsignaal-aan-indicator knippert terwijl het
alarmsignaal klinkt.
De sluimersignaalindicator knippert terwijl de slui-
merwaarschuwing klinkt en gedurende de intervallen
van vijf minuten tussen de signalen.
Het uursignaal in- en uitschakelen
1. Druk in de Alarmsignaalmodus op [D] om het uursignaal
( ) te selecteren.
2. Druk op [A] om dit afwisselend aan en uit te zetten.
De Uursignaal-aan-indicator wordt in alle modi weer-
gegeven wanneer deze functie is ingeschakeld.
Verlichting
Dit horloge is voorzien van EL-achtergrondverlichting (elektroluminescent) dat de hele
display verlicht, zodat deze in het donker makkelijk kan worden afgelezen.
Raadpleeg het gedeelte Voorzorgsmaatregelen verlichting voor meer belangrijke
informatie over het gebruik van de verlichting.
De display verlichten
Druk in ongeacht welke modus op L om de verlichting in te schakelen.
U kunt met de onderstaande procedure kiezen of de verlichting 1,5 sec. of 3 sec.
aanstaat. Als u op L drukt, blijft de verlichting ongeveer 1,5 sec. of 3 sec. aanstaan,
al naar gelang de actuele instelling van de verlichtingsduur.
De verlichtingsduur instellen
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [A] ingedrukt totdat de
seconden gaan knipperen; dit is het instelscherm.
2. Druk terwijl de seconden knipperen op [B] de verlich-
tingsduur te schakelen tussen 1,5 sec. ( ) en
3 sec. ( ).
3. Druk twee keer op [A] om het instelscherm te verlaten.
Detailinformatie
Dit hoofdstuk bevat meer gedetailleerde en technische informatie over de bediening
van het horloge. Het bevat ook belangrijke voorzorgsmaatregelen en opmerkingen over
de diverse kenmerken en functies van dit horloge.
Maancyclus
De maan heeft een regelmatige cyclustijd van 29,53 dagen. Tijdens elke cyclus neemt
de maangestalte toe en af als gevolg van de relatieve standen van de aarde, de maan
en de zon. Hoe groter de hoek tussen de positie van de maan en de zon*, des te voller
de maan.
* De hoek tussen de maan en de zon aan de sterrenhemel zoals gezien vanaf de
aarde.
Dit horloge berekent ruwweg het verloop van de maancyclus, te beginnen bij dag 0 van
de cyclus. Omdat dit horloge alleen met hele getallen rekent (geen breuken), bedraagt
de foutmarge voor de weergegeven maanfase ± 1 dag.
Getijdengrafiek
De Getijdengrafiek heeft zes grafische segmenten, die elk aan ander getijdenniveau
aangeven. Het actuele getijdenniveau wordt aangegeven met het afgebeelde grafische
egment.
Getijden
De getijden zijn het periodiek opkomen en afgaan van het water van oceanen, zen en
sommige andere wateren en worden veroorzaakt door de interactie van de zwaarte-
kracht van de aarde, de maan en de zon. Getijden wisselen ongeveer elke zes uur. De
getijdengrafiek van dit horloge geeft de getijden aan op basis van de passage van de
maan over een/de meridiaan en het vloedinterval. Het vloedinterval verschilt al naar
gelang uw locatie. U dient dus een vloedinterval op te geven voor het verkrijgen van
een juiste getijdengrafiek. De door dit horloge afgebeelde getijdengrafiek is gebaseerd
op de actuele maanleeftijd. De foutmarge voor de maanleeftijd die dit horloge afbeeldt,
is ±1 dag. Hoe groter de fout bij een bepaalde maanleeftijd, des te groter de fout in de
resulterende getijdengrafiek.
Vloedinterval
In theorie is het vloed als de maan de meridiaan passeert en eb ongeveer zes uur later.
De feitelijke vloed is iets later, vanwege factoren als viscositeit, frictie en onderwater-
topografie. Zowel het tijdsverschil tussen de passage van de maan over de meridiaan
tot aan hoogwater en het tijdsverschil tussen de passage van de maan over de meridi-
aan tot aan laagwater staan bekend als het vloedinterval. Gebruik bij het instellen
van het vloedinterval voor dit horloge de tijd vanaf de overgang van de maan over de
meridiaan tot aan vloed.
Grafische weergavefunctie
De informatie die wordt getoond in het geografische gebied hangt af van de actuele
modus.
Modus Grafische weergavefunctie
Tijdfunctie Seconden Tijdfunctiemodus
Getijden-/Maangegevens Geen indicatie
Wereldtijd Seconden Tijdfunctiemodus
Stopwatch Seconden Stopwatchmodus
Afteltimer Seconden Afteltimermodus
Alarmsignaal Geen indicatie
Knipperwaarschuwing
Wanneer Knipperwaarschuwing staat ingeschakeld, dan knippert de verlichting bij de
alarmsignalen, het uursignaal, het waarschuwingssignaal afteltimer en de automatische
start van stopwatch.
De knipperwaarschuwing in- en uitschakelen
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [A] ingedrukt totdat de seconden gaan knipperen; dit
is het instelscherm.
Nummer alarmsignaal
Datum waar-
schuwingssignaal
(Maand Dag)
Alarmtijd
(Uren : minuten)
D B B D
D
B
B
D
Hour s Month DayMinute
Uur Minuten Maand Dag
‘Alarm-aan’-
indicator
Sluimersignaal
indicator
Uursignaal-aan-
indicator
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Vloed Eb
(Afgaand
water)
(Opkomend
water)
Grafische weergavefunctie

Produktspecifikationer

Varumärke: Casio
Kategori: Titta
Modell: BLX-103-1ER Baby-G

Behöver du hjälp?

Om du behöver hjälp med Casio BLX-103-1ER Baby-G ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig




Titta Casio Manualer

Titta Manualer

Nyaste Titta Manualer