KTM 350 SX-F (2023) Bruksanvisning

KTM Motor 350 SX-F (2023)

Läs nedan 📖 manual på svenska för KTM 350 SX-F (2023) (130 sidor) i kategorin Motor. Denna guide var användbar för 4 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare

Sida 1/130
BEDIENINGSHANDLEIDING 2023
350 SX-F
350 XC F
Artikelnr. 3214641nl
BESTE KTM KLANT,
*3214641nl*
3214641nl
26.04.2022
BESTE
BESTE
BESTE
BESTEBESTE KTM
KTM
KTM
KTMKTM KLANT,
KLANT,
KLANT,
KLANT,KLANT,
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw KTM-motorfiets. U bent nu in het bezit van een modern en sportief
voertuig dat, mits goed onderhouden, u lang plezier zal schenken.
We wensen u te allen tijde een goede en veilige reis toe!
Hieronder het serienummer van uw voertuig invullen.
Voertuigidentificatiennummer ( pag. 13) Stempel dealer
Motornummer ( pag. 13)
De bedieningshandleiding komt op het tijdstip van publicatie gaat overeen met de nieuwste stand van deze
modelserie. Kleine afwijkingen die het resultaat zijn van een constructieve ontwikkeling kunnen echter niet
worden uitgesloten.
Alle hier genoemde gegevens zijn vrijblijvend. KTM Sportmotorcycle GmbH houdt zich het recht voor technische
gegevens, prijzen, kleuren, vormen, materialen, dienst- en serviceverlening, constructies, uitrustingen en der-
gelijke zonder voorafgaande aankondiging en zonder opgave van redenen te wijzigen resp. zonder vergoeding te
annuleren, deze aan te passen aan de plaatselijke situatie of de productie van een bepaald model zonder voor-
afgaande aankondiging te beëindigen. KTM Sportmotorcycle is niet aansprakelijk voor leveringsmogelijkheden,
afwijkingen van afbeeldingen en beschrijvingen, drukfouten en vergissingen. De afgebeelde modellen zijn voor
een deel voorzien van speciale uitrustingen die niet standaard bij de leveromvang horen.
© 2022 KTM Sportmotorcycle GmbH, Mattighofen Oostenrijk
Alle rechten voorbehouden
Nadruk, ook gedeeltelijk, en vermenigvuldigingen van welke aard dan ook zijn uitsluitend toegestaan met schrifte-
lijke toestemming van de auteur.
ISO 9001(12 100 6061)
KTM past kwaliteitsborgingsprocessen toe in de zin van de internationale kwaliteitsmanagement-
norm ISO 9001 om een zo hoog mogelijke productkwaliteit te bereiken.
Afgegeven door: TÜV Management Service
KTM Sportmotorcycle GmbH
Stallhofnerstraße 3
5230 Mattighofen, Oostenrijk
Dit document is geldig voor de volgende modellen:
350 SX F EU (F8201W5)
350 SX F US (F8275W5)
350 SX F AR (F8242W5)
350 XC F US (F8275W0)
INHOUDSOPGAVE
2
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVEINHOUDSOPGAVE
1 SYMBOLEN EN FORMATERINGEN................. 5
1.1 Gebruikte pictogrammen..................... 5
1.2 Gebruikte formatering......................... 5
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN ........................ 6
2.1 Gebruiksdefinitie - beoogd gebruik....... 6
2.2 Onjuist gebruik .................................. 6
2.3 Veiligheidsaanwijzingen ...................... 6
2.4 Gevarenniveau en pictogrammen ......... 7
2.5 Waarschuwing voor manipulaties ......... 7
2.6 Veilig gebruik .................................... 7
2.7 Beschermende kleding ....................... 8
2.8 Werkinstructies.................................. 8
2.9 Milieu ............................................... 9
2.10 Bedieningshandleiding ....................... 9
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN ................... 10
3.1 Fabrieksgarantie, garantie................. 10
3.2 Bedrijfsmiddelen, hulpstoffen ........... 10
3.3 Reserveonderdelen, technisch
toebehoren ...................................... 10
3.4 Service ........................................... 10
3.5 Afbeeldingen ................................... 10
3.6 Klantenservice................................. 10
4 AFBEELDING VOERTUIG ............................. 11
4.1 Afbeelding voertuig linksvoor
(symbolische weergave) .................... 11
4.2 Afbeelding voertuig rechtsachter
(symbolische weergave) .................... 12
5 SERIENUMMERS........................................ 13
5.1 Voertuigidentificatiennummer ........... 13
5.2 Balhoofdetiket ................................. 13
5.3 Motornummer.................................. 13
5.4 Artikelnummer voorvork .................... 13
5.5 Artikelnummer schokdemper............. 14
6 BEDIENINGSELEMENTEN........................... 15
6.1 Koppelingshendel ............................ 15
6.2 Remhendel...................................... 15
6.3 Gashendel ....................................... 15
6.4 Uitschakelknop................................ 15
6.5 Startknop ........................................ 16
6.6 Combinatieschakelaar....................... 16
6.7 Overzicht controlelampjes ................. 16
6.8 Gecombineerd instrument................. 17
6.9 Tankdop openen .............................. 17
6.10 Tankdop sluiten ............................... 18
6.11 Koude-startknop .............................. 19
6.12 Regelschroef stationair toerental........ 19
6.13 Versnellingshendel ........................... 20
6.14 Rempedaal...................................... 20
6.15 Plug-in-standaard (Alle
SX F-modellen)................................ 21
6.16 Zijstandaard (XC F US) ..................... 21
7 INBEDRIJFSTELLING.................................. 22
7.1 Aanwijzingen voor eerste
inbedrijfstelling ............................... 22
7.2 Motor inrijden.................................. 23
7.3 Startvermogen van lithium-ion-
accu's bij lage temperaturen ............. 24
7.4 Voertuig voorbereiden op zwaardere
gebruiksomstandigheden .................. 24
7.5 Voertuig voor rijden op droog zand
voorbereiden.................................... 24
7.6 Voertuig voor rijden op nat zand
voorbereiden.................................... 25
7.7 Voertuig voor rijden op nat en
modderig circuit voorbereiden ........... 26
7.8 Voertuig voor hoge temperaturen of
langzaam rijden voorbereiden ............ 26
7.9 Voertuig voor lage temperaturen of
sneeuw voorbereiden ........................ 26
8 RIJ-INSTRUCTIES....................................... 27
8.1 Controle en onderhoud voor iedere
inbedrijfstelling ............................... 27
8.2 Voertuig starten ............................... 27
8.3 Launch Control activeren .................. 28
8.4 Tractiecontrole activeren................... 29
8.5 Beginnen met rijden......................... 29
8.6 Quickshifter (Alle SX F-modellen) ...... 30
8.7 Quickshifter activeren (Alle
SX F-modellen)................................ 30
8.8 Schakelen, rijden ............................. 30
8.9 Afremmen ....................................... 32
8.10 Stoppen, parkeren............................ 32
8.11 Transporteren .................................. 33
8.12 Brandstof tanken ............................. 33
9 SERVICESCHEMA ....................................... 35
9.1 Extra informatie ............................... 35
9.2 Serviceschema................................. 35
10 CHASSIS AFSTELLEN ................................. 37
10.1 Basisinstelling chassis voor
bestuurdersgewicht controleren ......... 37
10.2 Luchtvering XACT ............................ 37
10.3 Ingaande demping schokdemper ....... 38
10.4 Ingaande demping lowspeed van de
schokdemper instellen...................... 38
10.5 Ingaande demping highspeed van de
schokdemper instellen...................... 39
10.6 Uitgaande demping van de
schokdemper instellen...................... 39
10.7 Maat achterwiel zonder belasting
bepalen........................................... 40
SYMBOLEN EN FORMATERINGEN 1
5
1.1 Gebruikte pictogrammen
Hieronder wordt het gebruik van bepaalde pictogrammen toegelicht.
Kenmerkt een verwachte reactie (bijv. van een werkstap handeling of functie).
Kenmerkt een onverwachte reactie (bijv. van een werkstap handeling of functie).
Kenmerkt werkzaamheden die specialistische kennis en technisch inzicht vereisen. Laat deze
werkzaamheden voor uw eigen veiligheid uitvoeren in een geautoriseerde KTM-garage. Daar
wordt uw motorfiets door speciaal geschoolde vakkundige medewerkers met het benodigde spe-
ciale gereedschap optimaal onderhouden.
Kenmerkt de verwijzing naar een pagina (op de aangegeven pagina vindt u meer informatie).
Kenmerkt een aanwijzing met verdere informatie of tips.
Kenmerkt het resultaat uit een test-/controlestap.
Kenmerkt een spanningsmeting.
Kenmerkt een stroommeting.
Kenmerkt het einde van een werkzaamheid, inclusief eventuele nabewerkingen.
1.2 Gebruikte formatering
Hieronder worden de gebruikte letterformaten verklaard.
Eigennaam Kenmerkt een eigennaam.
Naam®Kenmerkt een beschermde naam.
Merk™ Kenmerkt een merk in het handelsverkeer.
Onderstreepte woorden Verwijzen naar technische details van het voertuig of kenmerken vaktermen
die in de begrippenlijst worden uitgelegd.
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN
10
3.1 Fabrieksgarantie, garantie
De in het serviceschema voorgeschreven werkzaamheden mogen uitsluitend door een geautoriseerde KTM-garage
worden uitgevoerd en moeten in het worden bevestigd, omdat anders de garantie volledig vervalt.KTM Dealer.net
Bij schade of gevolgschade die door manipulaties en/of wijzigingen aan het voertuig is veroorzaakt, bestaat er
geen aanspraak op fabrieksgarantie.
3.2 Bedrijfsmiddelen, hulpstoffen
Aanwijzing
Gevaar voor het milieuOndeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
Bedrijfsmiddelen en hulpstoffen volgens de bedieningshandleiding en specificaties gebruiken.
3.3 Reserveonderdelen, technisch toebehoren
Gebruik voor uw eigen veiligheid alleen reserveonderdelen en toebehoren die door KTM zijn vrijgegeven en/of aan-
bevolen en laat deze alleen in een geautoriseerde KTM-garage monteren. Voor andere producten en daardoor ver-
oorzaakte schade is KTM niet aansprakelijk.
Enkele reserveonderdelen en toebehoren zijn bij de betreffende beschrijvingen tussen haakjes aangegeven. Uw
geautoriseerde KTM-dealer adviseert u graag.
De actuele voor uw voertuig vindt u op de KTM-website.KTM PowerParts
Internationale KTM website: KTM.COM
3.4 Service
Voorwaarde voor een storingsvrij gebruik en het voorkomen van voortijdige slijtage is dat u zich houdt aan de in de
bedieningshandleiding genoemde service, onderhouds- en afstelwerkzaamheden aan de motor en het chassis.
Door een onjuist afgesteld chassis kunnen chassiscomponenten beschadigen of afbreken.
Wanneer het voertuig onder zwaardere omstandigheden wordt gebruikt, zoals op zand of op een nat, stoffig of
modderig traject/terrein, kunnen componenten zoals aandrijving, remsystemen, luchtfilters of veringscomponen-
ten duidelijk sneller verslijten. Daarom kan het nodig zijn onderdelen reeds voor het bereiken van het volgende
service-interval te controleren of te vervangen.
Het is belangrijk dat u zich strikt houdt aan de voorgeschreven inrijtijden en service-intervallen. De inachtneming
daarvan draagt in belangrijke mate bij aan de verhoging van de levensduur van de motorfiets.
Bij de intervallen gebaseerd op tijd of kilometerstand is het interval dat als eerste komt doorslaggevend.
3.5 Afbeeldingen
De in de handleiding weergegeven afbeeldingen tonen deels speciale uitrustingen.
Voor een betere weergave en toelichting kunnen enkele onderdelen gedemonteerd of niet afgebeeld zijn. Voor de
betreffende beschrijving is het echter niet altijd noodzakelijk dat deze onderdelen worden gedemonteerd. Houdt u
zich aan de aanwijzingen in de tekst.
3.6 Klantenservice
De geautoriseerde KTM-dealer beantwoordt graag uw vragen over uw voertuig of over KTM.
De lijst met geautoriseerde KTM-dealers vindt u op de KTM-website.
Internationale KTM website: KTM.COM
4 AFBEELDING VOERTUIG
12
4.2 Afbeelding voertuig rechtsachter (symbolische weergave)
S05320-01
Schokdemperinstelling ingaande demping
Combinatieschakelaar ( pag. 16)
Uitschakelknop ( pag. 15)
Startknop ( pag. 16)
Gashendel ( pag. 15)
Voertuigidentificatiennummer ( pag. 13)
Balhoofdetiket ( pag. 13)
Regelschroef stationair toerental ( pag. 19)
Rempedaal ( pag. 20)
Kijkglas motorolie
Schokdemperinstelling uitgaande demping
5 SERIENUMMERS
14
5.5 Artikelnummer schokdemper
F03756-10
Het artikelnummer van de schokdemper is in het bovenste
deel van de schokdemper gegraveerd.
BEDIENINGSELEMENTEN 6
17
6.8 Gecombineerd instrument
F03765-10
Het gecombineerde instrument is voor het stuur aangebracht.
Het gecombineerde instrument toont het totaal aantal bedrijfsuren
van de motor.
De bedrijfsuren worden geteld als de motor wordt gestart en stop-
gezet als de motor wordt uitgeschakeld.
Info
Op het gecombineerde instrument kan niets worden gewist
of ingesteld.
6.9 Tankdop openen
Gevaar
Gevaar voor brandBrandstof is licht ontvlambaar.
De brandstof in de tank wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uit de tank stromen.
Tank het voertuig niet in de buurt van open vuur of brandende sigaretten.
Zet de motor uit, als u brandstof tankt.
Voorkom dat brandstof wordt gemorst, in het bijzonder op hete delen van het voertuig.
Wis eventueel gemorste brandstof onmiddellijk weg.
Neem de gegevens over het tanken van brandstof in acht.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftigingBrandstof is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Voorkom contact van brandstof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als brandstof werd ingeslikt.
Adem geen brandstofdampen in.
Bij contact met de huid desbetreffende plek onmiddellijk met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en onmiddellijk een arts opzoeken, als
brandstof in de ogen zijn gekomen.
Wissel uw kleding, als er brandstof op is gekomen.
Bewaar brandstof correct in een geschikt reservoir en buiten het bereik van kinderen.
Aanwijzing
Gevaar voor het milieuOndeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
S05373-10
(Alle SX F-modellen)
Tankdop tegen de klok in draaien en naar boven toe
verwijderen.
6 BEDIENINGSELEMENTEN
18
S05374-10
(XC F US)
Ontgrendelknop indrukken, tankdop tegen de klok in
draaien en naar boven toe verwijderen.
6.10 Tankdop sluiten
S05373-11
(Alle SX F-modellen)
Tankdop plaatsen en met de klok mee draaien tot de
brandstoftank goed gesloten is.
Info
Slang van de brandstoftankontluchting zonder
knikken leggen.
S05374-11
(XC F US)
Tankdop plaatsen en met de klok mee draaien tot de
ontgrendelknop vergrendelt.
Info
Slang van de brandstoftankontluchting zonder
knikken leggen.
BEDIENINGSELEMENTEN 6
19
6.11 Koude-startknop
F03671-10
De koude-startknop is onder aan het smoorklephuis aange-
bracht.
Bij koude motor en lage omgevingstemperatuur verlengt de elek-
tronische brandstofinspuiting de inspuittijd. Om de grotere hoe-
veelheid brandstof te verbranden, wordt er extra zuurstof aan de
motor toegevoerd door het uittrekken van de koude-startknop.
Als kort gas wordt gegeven en de gashendel dan wordt losgela-
ten of de gashendel naar voren wordt gedraaid, springt de koude-
startknop terug in de uitgangspositie.
Info
Controleer of de koude-startknop is teruggekeerd naar de
uitgangspositie.
Mogelijke toestanden
Koude-startknop geactiveerd Koude-startknop is tot de aan-
slag ingedrukt.
Koude-startknop gedeactiveerd Koude-startknop staat in de
uitgangspositie.
6.12 Regelschroef stationair toerental
S05321-10
De stationaire afstelling van de regelklep is van grote invloed op
het startgedrag, een stabiel stationair toerental en de response bij
het gas geven.
Een motor met een correct ingesteld stationair toerental start mak-
kelijker dan een motor met een verkeerd ingesteld stationair toe-
rental.
Het stationaire toerental wordt met de regelschroef stationair toe-
rental afgesteld.
Als de regelschroef stationair toerental met de klok mee wordt
gedraaid, wordt het stationaire toerental hoger.
Als de regelschroef stationair toerental tegen de klok in wordt
gedraaid, wordt het stationaire toerental lager.
BEDIENINGSELEMENTEN 6
21
6.15 Plug-in-standaard (Alle SX F-modellen)
H02629-10
De opname voor de plug-in-standaard is de linkerzijde van de
steekas.
De plug-in-standaard wordt gebruikt voor het parkeren van de
motorfiets.
Bij het transporteren van de motorfiets wordt de plug-in-standaard
als vorkblokkering gebruikt.
Info
De plug-in-standaard verwijderen voordat u gaat rijden.
Aan de opnamen van de plug-in-standaard kan gereed-
schap worden bevestigd.
6.16 Zijstandaard (XC F US)
401943-10
De zijstandaard bevindt zich aan de linker voertuigzijde.
401944-10
De zijstandaard wordt gebruikt voor het parkeren van de motor-
fiets.
Info
Tijdens het rijden moet de zijstandaard worden opge-
klapt en met de rubberband zijn vastgezet.
7 INBEDRIJFSTELLING
22
7.1 Aanwijzingen voor eerste inbedrijfstelling
Gevaar
Gevaar voor ongevallenBestuurders die niet geschikt zijn voor het verkeer vormen een gevaar voor zich-
zelf en voor anderen.
Rijd niet met het voertuig, als u door alcohol, drugs of medicijnen ongeschikt voor het verkeer bent.
Rijd niet met het voertuig, als u hiertoe fysiek of psychisch niet in staat bent.
Waarschuwing
Gevaar voor letselGeen of slechte beschermende kleding vormt een verhoogd risico.
Draag bij alle ritten geschikte, beschermende bekleding zoals helm, laarzen, handschoenen alsmede
broek en jas met bescherming.
Draag altijd beschermende kleding die zich in een goede staat bevindt en voldoet aan de wettelijke
voorschriften.
Waarschuwing
Gevaar voor vallenVerschillende profielen van voor- en achterwiel beïnvloeden het rijgedrag.
Verschillende profielen kunnen de controle over het voertuig aanzienlijk moeilijker maken.
Zorg ervoor dat voor- en achterwiel steeds van banden met hetzelfde profiel zijn voorzien.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenEen niet-aangepaste rijwijze beïnvloedt het rijgedrag.
Pas de rijsnelheid aan de toestand van de rijweg en uw rijvaardigheden aan.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenHet voertuig is niet geschikt voor het meenemen van een bijrijder.
Neem geen bijrijder mee.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenHet remsysteem valt uit bij oververhitting.
Als het rempedaal niet wordt vrijgegeven slijten de remplaketten ononderbroken.
De voet van het rempedaal nemen, als u niet wilt afremmen.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenTotaal gewicht en aslasten beïnvloeden het rijgedrag.
Overschrijd het hoogst toegestane totaalgewicht en de aslasten niet.
Waarschuwing
Gevaar voor letselOnbevoegd handelende personen zijn eventueel niet met het voertuig vertrouwd.
Laat het voertuig nooit onbeheerd achter als de motor draait.
Beveilig het voertuig tegen gebruik door onbevoegden.
Info
Houd er bij het gebruik van de motorfiets rekening mee dat andere mensen last kunnen hebben van over-
matig lawaai.
Controleren of de werkzaamheden van de controle voor de verkoop zijn uitgevoerd door een geautoriseerde
KTM-garage.
U ontvangt het leveringsdocument bij de overdracht van het voertuig.
Voor de eerste rit de gehele bedieningshandleiding doorlezen.
Met de bedieningselementen vertrouwd maken.
INBEDRIJFSTELLING 7
23
Uitgangspositie van de koppelingshendel instellen. ( pag. 81)
Uitgangspositie van de handremhendel instellen. ( pag. 85)
Uitgangspositie van het rempedaal instellen. ( pag. 91)
Uitgangspositie van de versnellingshendel instellen. ( pag. 118)
Eerst op een hiervoor geschikt terrein wennen aan het rijgedrag van de motorfiets voordat u een veeleisende
tocht onderneemt.
Info
Dit voertuig is niet goedgekeurd voor het rijden op openbare wegen.
Bij het rijden op het terrein is het raadzaam iemand met een tweede voertuig mee te nemen om elkaar
te assisteren.
Ook eens zo langzaam mogelijk proberen te rijden en staand te rijden, zodat u meer gevoel voor de motorfiets
krijgt.
Geen ritten maken die te moeilijk voor u zijn.
Het stuur tijdens het rijden met beide handen vasthouden en de voeten op de voetsteunen laten rusten.
(Alle SX F-modellen)
Geen bagage meenemen.
(XC F US)
Wanneer bagage wordt meegenomen, moet deze zo veel mogelijk in het midden van het voertuig veilig
worden vastgezet en het gewicht moet gelijkmatig zijn verdeeld over het voor- en achterwiel.
Info
Motorfietsen zijn gevoelig voor veranderingen in de gewichtsverdeling.
Het maximaal toegestane totaalgewicht en de maximaal toegestane aslasten aanhouden.
Voorgeschreven waarde
Maximaal toegestaan totaalgewicht 335 kg
Hoogst toegestane asbelasting voor 145 kg
Maximale asbelasting achter 190 kg
Motor inrijden. ( pag. 23)
7.2 Motor inrijden
Tijdens de inrijperiode het aangegeven motortoerental en motorvermogen niet overschrijden.
Voorgeschreven waarde
Maximaal motortoerental
Tijdens het eerste rij-uur 7.000 1/min
Maximaal motorvermogen
Tijdens de eerste 3 rij-uren 75 %
Vol gas geven vermijden!
7 INBEDRIJFSTELLING
24
7.3 Startvermogen van lithium-ion-accu's bij lage temperaturen
402555-01
Lithium-ion-accu's zijn veel lichter dan lood-zuur-accu's, hebben
een lage zelfontlading en bij temperaturen boven 6 °C (43 °F)
meer startvermogen.
Er kunnen meerdere startpogingen nodig zijn. Hiervoor 5 seconden
lang de startknop indrukken en tussen de startpogingen 15 secon-
den wachten. Bij lage temperaturen een wachttijd van 30 secon-
den aanhouden. De onderbrekingen zijn noodzakelijk zodat de ont-
stane warmte zich kan verdelen over de lithium-ion-accu en de
lithium-ion-accu niet beschadigd raakt.
Het startvermogen neemt toe met de opwarming.
Let er steeds op dat de lithium-ion-accu opgeladen is zodat bij
lage temperaturen voldoende reserves voor de eerste start voorhan-
den zijn.
Na 6 mislukte startpogingen niet meer verder starten, maar het
voertuig op andere defecten controleren.
7.4 Voertuig voorbereiden op zwaardere gebruiksomstandigheden
Info
Wanneer het voertuig onder zwaardere omstandigheden wordt gebruikt, zoals op zand of op een nat of
modderig traject/terrein, kunnen componenten zoals aandrijving, remsystemen of veringscomponenten dui-
delijk sneller verslijten. Daarom kan het nodig zijn onderdelen reeds voor het bereiken van het volgende
service-interval te controleren of te vervangen.
Luchtfilter en luchtfilterbak reinigen. ( pag. 67)
Info
Luchtfilter ca. om de 30 minuten controleren.
Luchtfilterbak-deksel op borging voorbereiden. ( pag. 68)
Elektrische stekkers controleren op vocht en roest. Controleren of ze goed vastzitten.
» Als ze vochtig, verroest of beschadigd zijn:
Stekker reinigen en drogen, indien nodig vervangen.
Zwaardere gebruiksomstandigheden zijn:
Rijden op droog zand. ( pag. 24)
Rijden op nat zand. ( pag. 25)
Rijden op nat en modderig circuit. ( pag. 26)
Rijden bij hoge temperaturen of langzaam rijden. ( pag. 26)
Rijden bij lage temperaturen of sneeuw. ( pag. 26)
7.5 Voertuig voor rijden op droog zand voorbereiden
F03669-01
Luchtfilter-stofbescherming monteren.
Luchtfilter-stofbescherming (A46006920000)
Info
Montagehandleiding voor KTM PowerParts in acht
nemen.
7 INBEDRIJFSTELLING
26
7.7 Voertuig voor rijden op nat en modderig circuit voorbereiden
F03668-01
Luchtfilter-waterbescherming monteren.
Luchtfilter-waterbescherming (A46006921000)
Info
Montagehandleiding voor in achtKTM PowerParts
nemen.
600868-01
Staalkettingwiel monteren.
Motorfiets reinigen. ( pag. 124)
Verbogen radiateurlamellen voorzichtig uitlijnen.
7.8 Voertuig voor hoge temperaturen of langzaam rijden voorbereiden
600868-01
Secundaire overbrenging aanpassen aan het circuit.
Info
De motorolie wordt snel heet als de koppeling wegens
een te lange secundaire overbrenging vaak moet worden
bediend.
Ketting reinigen.
Kettingreinigingsmiddel ( pag. 145)
Radiateurlamellen reinigen.
Verbogen radiateurlamellen voorzichtig uitlijnen.
Koelmiddelpeil controleren. ( pag. 110)
7.9 Voertuig voor lage temperaturen of sneeuw voorbereiden
F03668-01
Luchtfilter-waterbescherming monteren.
Luchtfilter-waterbescherming (A46006921000)
Info
Montagehandleiding voor in achtKTM PowerParts
nemen.
RIJ-INSTRUCTIES 8
27
8.1 Controle en onderhoud voor iedere inbedrijfstelling
Info
Telkens voordat u gaat rijden controleren of het voertuig in een goede staat is en of er veilig mee kan wor-
den gereden.
Bij het rijden moet het voertuig technisch in een onberispelijke staat zijn.
H02217-01
Werking van de elektrische installatie controleren.
Motoroliepeil controleren. ( pag. 120)
Remvloeistofpeil van de voorwielrem controleren. ( pag. 86)
Remvloeistofpeil van de achterwielrem controleren.
( pag. 92)
Remplaketten van de voorwielrem controleren. ( pag. 88)
Remplaketten van de achterwielrem controleren. ( pag. 94)
Functie, toestand en vrije slagen van het remsysteem controle-
ren.
Koelmiddelpeil controleren. ( pag. 110)
Vervuiling van de ketting controleren. ( pag. 74)
Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en kettinggeleiding
controleren. ( pag. 76)
Kettingspanning controleren. ( pag. 75)
Bandentoestand controleren. ( pag. 101)
Bandenspanning controleren. ( pag. 101)
Spaakspanning controleren. ( pag. 102)
Info
De spaakspanning moet regelmatig worden gecontro-
leerd, omdat bij verkeerde spaakspanning de rijveilig-
heid ernstig nadelig wordt beïnvloed.
Vuilschrapers van de vorkpoten reinigen. ( pag. 51)
Vorkpoten ontluchten. ( pag. 51)
Luchtfilter controleren en indien nodig reinigen.
Controleren of alle bedieningselementen goed zijn ingesteld en
soepel bewegen.
Alle schroeven, moeren en slangklemmen regelmatig op goed
vastzitten controleren.
Brandstofvoorraad controleren.
8.2 Voertuig starten
Gevaar
Gevaar voor vergiftigingUitlaatgassen zijn giftig en kunnen bewusteloosheid en/of de dood tot gevolg
hebben.
Zorg bij gebruik van de motor steeds voor voldoende ventilatie.
Gebruik een geschikte uitlaatgasafzuiging als u de motor in een gesloten ruimte start of laat draaien.
Aanwijzing
MotorschadeHoge toerentallen bij koude motor hebben een negatief effect op de levensduur van de motor.
Rij de motor altijd met een laag toerental warm.
8 RIJ-INSTRUCTIES
28
H02629-10
(Alle SX F-modellen)
Plug-in-standaard verwijderen.
401944-10
(XC F US)
Motorfiets van de zijstandaard nemen en zijstandaard
met de rubberband borgen.
Versnelling in stationair schakelen.
Voorwaarde
Omgevingstemperatuur: < 20 °C
Koude-startknop tot de aanslag indrukken.
400733-01
Startknop indrukken.
Info
Startknop maximaal 5 seconden indrukken. Tot de vol-
gende startpoging 15 seconden wachten.
Bij lage temperaturen een wachttijd van 30 seconden
aanhouden.
Bij temperaturen onder 6 °C (43 °F) kunnen er ver-
schillende startpogingen nodig zijn om de lithium-ion-
accu op te warmen, waardoor het startvermogen wordt
verhoogd.
Na 6 mislukte startpogingen niet meer verder starten,
maar het voertuig op andere defecten controleren.
Tijdens het starten brandt het controlelampje storing.
8.3 Launch Control activeren
Info
De Launch-Control ondersteunt de bestuurder bij de start van een race om optimaal op te trekken. Hier-
voor wordt het maximale toerental van de motor bij vol geopende smoorklep (vol gas) verlaagd en na de
start geleidelijk vrijgegeven tot aan het maximale toerental. De koppeling moet net zo nauwkeurig worden
gedoseerd als zonder actieve Launch-Control.
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
De motor draait in stationair toerental.
De versnelling staat in stationair.
8 RIJ-INSTRUCTIES
30
8.6 Quickshifter (Alle SX F-modellen)
S05324-11
Als de Quickshifter is geactiveerd, kan zonder bediening van de
koppeling worden opgeschakeld.
Info
De Quickshifter is bij het opschakelen van versnelling 1
naar versnelling 2 niet geactiveerd, maar moet bij het
opschakelen van de koppelingshendel worden bediend.
Ook als de Quickshifter is geactiveerd, moet de koppelings-
hendel voor het terugschakelen worden bediend.
Omdat de gashendel niet moet worden gesloten, kan zonder onder-
brekingen worden geschakeld.
De Quickshifter herkent aan de hand van de schakelaspositie of er
moet worden geschakeld en zendt een overeenkomstig signaal naar
de motorbesturing.
Als de Quickshifter is gedeactiveerd, moet bij elke keer schakelen
zoals gebruikelijk de koppeling worden bediend.
8.7 Quickshifter activeren (Alle SX F-modellen)
F03760-12
QS-knop indrukken om de Quickshifter in of uit te schake-
len.
Het QS controlelampje brandt, als de Quickshifter is geac-
tiveerd.
Info
De Quickshifter is bij het opschakelen van versnelling 1
naar versnelling 2 niet geactiveerd, maar moet bij het
opschakelen van de koppelingshendel worden bediend.
Ook als de Quickshifter is geactiveerd, moet de koppe-
lingshendel voor het terugschakelen worden bediend.
8.8 Schakelen, rijden
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenTerugschakelen bij een hoog motortoerental blokkeert het achterwiel en overbe-
last de motor.
Schakel bij een hoog toerental niet terug naar een lagere versnelling.
Info
Als er tijdens het rijden ongewone geluiden optreden, meteen stoppen, de motor uitzetten en contact
opnemen met een geautoriseerde KTM-garage.
De 1e versnelling is de start- of bergversnelling.
Als de omstandigheden het toestaan (helling, rijsituatie etc.)
kunt u naar een hogere versnelling schakelen. Daarvoor gas
loslaten, tegelijkertijd koppelingshendel trekken, naar de vol-
8 RIJ-INSTRUCTIES
32
8.9 Afremmen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenDoor te sterk afremmen blokkeren de wielen.
Pas de remwijze aan de rijsituatie en rijwegsituatie aan.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenEen poreus drukpunt van voor- en/of achterwielrem vermindert de remwerking.
Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde KTM-
garage is u graag van dienst.)
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenVocht en vuil beïnvloeden het remsysteem nadelig.
Rem meerdere keren voorzichtig om de remplaketten en remschijven te drogen en vuil te verwijderen.
Op een zandige, regennatte of gladde ondergrond zo veel mogelijk de achterwielrem gebruiken.
Het remmen moet altijd voor het begin van de bocht zijn afgerond. Afhankelijk van de snelheid naar een
lagere versnelling schakelen.
Tijdens langdurig bergaf rijden de remwerking van de motor gebruiken. Hiervoor een of twee versnellingen
terugschakelen, maar de motor niet overbelasten. Zo moet aanzienlijk minder worden geremd en raakt het
remsysteem niet oververhit.
8.10 Stoppen, parkeren
Waarschuwing
Gevaar voor letselOnbevoegd handelende personen zijn eventueel niet met het voertuig vertrouwd.
Laat het voertuig nooit onbeheerd achter als de motor draait.
Beveilig het voertuig tegen gebruik door onbevoegden.
Waarschuwing
Gevaar voor verbrandingSommige onderdelen van het voertuig worden bij gebruik van het voertuig zeer
heet.
Raak onderdelen zoals uitlaatsysteem, koeler, motor, stootdemper en remsysteem pas aan, als deze
voertuigcomponenten zijn afgekoeld.
Laat de voertuigcomponenten afkoelen voordat u werkzaamheden uitvoert.
Aanwijzing
MateriaalschadeEen onjuiste handelwijze bij parkeren beschadigt het voertuig.
Als het voertuig wegrolt of omvalt, kan aanzienlijke schade ontstaan.
De onderdelen voor parkeren van het voertuig zijn alleen berekend op het voertuiggewicht.
Zet het voertuig op een stevige en vlakke ondergrond.
Zorg ervoor dat niemand op het voertuig gaat zitten wanneer het voertuig op de standaard staat.
Aanwijzing
Gevaar voor brandHete voertuigdelen vormen een brand- en explosiegevaar.
Plaats het voertuig niet in de buurt van licht ontvlambare of explosiegevaarlijke materialen.
Laat het voertuig afkoelen alvorens het te bedekken.
Motorfiets afremmen.
Versnelling in stationair schakelen.
Uitschakelknop bij stationair toerental van de motor indrukken totdat de motor stilstaat.
RIJ-INSTRUCTIES 8
33
Motorfiets op vaste ondergrond parkeren.
8.11 Transporteren
Aanwijzing
Gevaar voor beschadigingHet geparkeerde voertuig kan wegrollen of omvallen.
Zet het voertuig op een stevige en vlakke ondergrond.
Aanwijzing
Gevaar voor brandHete voertuigdelen vormen een brand- en explosiegevaar.
Plaats het voertuig niet in de buurt van licht ontvlambare of explosiegevaarlijke materialen.
Laat het voertuig afkoelen alvorens het te bedekken.
H02628-01
(Alle SX F-modellen)
Motor uitzetten.
‑ ‑Plug in standaard aan de vorkpoten monteren.
Plug in standaard (A46029094000)‑ ‑
Info
De plug in standaard maakt deel uit van de leve-‑ ‑
ring.
Zorg ervoor dat de remkabel voor de
plug-in-standaard verloopt en niet klemt.
401475-01
Motorfiets met spanriemen of andere geschikte bevesti-
gingsmiddelen borgen tegen omvallen en wegrollen.
Info
Spanriemen samentrekken tot plug-in-standaard
stevig tegen het spatbord en de banden ligt.
Op uitlijning van de plug-in-standaard ten opzichte
van de spatbordonderzijde letten.
(XC F US)
Motor uitzetten.
Motorfiets met spanriemen of andere geschikte bevesti-
gingsmiddelen borgen tegen omvallen en wegrollen.
8.12 Brandstof tanken
Gevaar
Gevaar voor brandBrandstof is licht ontvlambaar.
De brandstof in de tank wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uit de tank stromen.
Tank het voertuig niet in de buurt van open vuur of brandende sigaretten.
Zet de motor uit, als u brandstof tankt.
Voorkom dat brandstof wordt gemorst, in het bijzonder op hete delen van het voertuig.
Wis eventueel gemorste brandstof onmiddellijk weg.
Neem de gegevens over het tanken van brandstof in acht.
8 RIJ-INSTRUCTIES
34
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftigingBrandstof is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Voorkom contact van brandstof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als brandstof werd ingeslikt.
Adem geen brandstofdampen in.
Bij contact met de huid desbetreffende plek onmiddellijk met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en onmiddellijk een arts opzoeken, als
brandstof in de ogen zijn gekomen.
Wissel uw kleding, als er brandstof op is gekomen.
Aanwijzing
MateriaalschadeDoor een slechte brandstofkwaliteit vervuilt het brandstoffilter.
In sommige landen en regio's is de beschikbare brandstofkwaliteit en -reinheid eventueel onvoldoende. Dit leidt
tot problemen in het brandstofsysteem.
Tank uitsluitend schone brandstof die aan de aangegeven norm voldoet. (De geautoriseerde KTM-garage is u
graag van dienst.)
Aanwijzing
Gevaar voor het milieuOndeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
Motor uitzetten.
Tankdop openen. ( pag. 17)
401522-10
Brandstoftank maximaal tot maat met brandstof vullen.
Voorgeschreven waarde
Maat 35 mm
Brandstoftankvolume totaal ca. (Alle SX F-modellen)
Brandstoftankvolume
totaal ca.
7,2 l Brandstof super
loodvrij (ROZ 95)
( pag. 143) (Alle
SX F-modellen)
Brandstoftankvolume totaal ca. (XC F US)
Brandstoftankvolume
totaal ca.
8,5 l Brandstof super
loodvrij (ROZ 95)
( pag. 143)
(XC F US)
Tankdop sluiten. ( pag. 18)
CHASSIS AFSTELLEN 10
37
10.1 Basisinstelling chassis voor bestuurdersgewicht controleren
Info
Voor de basisinstelling van het chassis eerst de schokdemper en daarna de voorvork instellen.
401030-01
Om optimale rijeigenschappen van de motorfiets te bereiken
en om beschadiging aan voorvork, schokdemper, achterbrug en
frame te voorkomen moeten de basisinstelling en veringscom-
ponenten bij het gewicht van de bestuurder passen.
KTM offroad-motorfietsen zijn in de leveringstoestand inge-
steld op een bestuurder met standaard gewicht (met bescher-
mende kleding).
Voorgeschreven waarde
Standaard bestuurdersge-
wicht
75 … 85 kg
Als het gewicht van de bestuurder buiten dit bereik ligt moet
de basisinstelling van de veringscomponenten worden aange-
past.
Kleinere afwijkingen van het gewicht kunnen door het wijzigen
van de veervoorspanning van de schokdemper worden gecom-
penseerd, bij grotere afwijkingen moeten aangepaste veren
worden gemonteerd.
10.2 Luchtvering XACT
F03629-01
In de voorvork wordt een luchtvering gebruikt.WP XACT
Bij dit systeem bevindt de vering zich in de linker voorvorkpoot en
de demping in de rechter voorvorkpoot.
Aangezien de voorvorkveren niet nodig zijn, wordt een aanzienlijk
gewichtsvoordeel bereikt ten opzichte van conventionele voorvor-
ken. Ook het reageren op kleine oneffenheden wordt aanzienlijk
verbeterd.
Onder normale rij-omstandigheden zorgt alleen een luchtkussen
voor de vering. Als eindslag bevindt zich een stalen veer in de lin-
kervorkpoot.
Info
Als de voorvork regelmatig doorslaat, moet de luchtdruk
in de voorvork worden verhoogd om beschadiging van de
voorvork en het frame te voorkomen.
De luchtdruk in de voorvork kan met een voorvorkpomp snel wor-
den aangepast aan het bestuurdersgewicht, de omstandigheden
van het terrein en de wens van de bestuurder. De voorvork hoeft
niet te worden gedemonteerd. De ingewikkelde montage van har-
dere of zachtere vorkveren kan achterwege blijven.
Als de luchtkamer als gevolg van een beschadigde pakking lucht
zou verliezen, zakt de voorvork desondanks toch niet door. De
lucht wordt in dit geval in de vork tegengehouden. De veerweg
blijft grotendeels behouden. De demping wordt harder en het rij-
comfort neemt af.
De demping kan net als bij een conventionele vork qua ingaand en
uitgaand niveau worden ingesteld.
10 CHASSIS AFSTELLEN
38
De instelling van de uitgaande demping bevindt zich aan de onder-
zijde van de rechter vorkpoot.
De instelling van de ingaande demping bevindt zich aan de onder-
zijde van de rechter vorkpoot.
10.3 Ingaande demping schokdemper
De ingaande demping van de schokdemper is verdeeld in twee bereiken: highspeed en lowspeed.
High- en lowspeed hebben betrekking op de snelheid waarmee het achterwiel inveert en niet op de rijsnelheid.
De highspeed instelling voor ingaande demping is bijvoorbeeld van invloed op de landing na een sprong. Het ach-
terwiel veert daarbij snel in.
De lowspeed instelling voor ingaande demping is bijvoorbeeld van invloed bij het rijden over lange hobbels op de
ondergrond. Het achterwiel veert daarbij langzaam in.
Beide bereiken kunnen apart worden ingesteld, de overgang tussen high- en lowspeed is echter vloeiend. Daarom
zijn wijzigingen in het highspeedbereik van de ingaande demping ook van invloed op het lowspeedbereik en
omgekeerd.
10.4 Ingaande demping lowspeed van de schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvakkundig
uit elkaar wordt genomen.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Info
De lowspeed instelling voor ingaande demping toont zijn effect wanneer de schokdemper langzaam tot
normaal inveert.
F03639-11
Stelelement tot de aanslag met de klok mee draaien.
Afhankelijk van het schokdempertype een aantal klikken tegen
de klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Ingaande demping lowspeed (SX F EU/AR)
Comfort 17 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 13 klikken
Ingaande demping lowspeed (SX F US)
Comfort 17 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 13 klikken
Ingaande demping lowspeed (XC F US)
Comfort 17 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 13 klikken
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien
tegen de klok in verlaagt de demping.
CHASSIS AFSTELLEN 10
39
10.5 Ingaande demping highspeed van de schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvakkundig
uit elkaar wordt genomen.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Info
De highspeed instelling voor ingaande demping toont zijn effect wanneer de schokdemper snel inveert.
F03639-10
Stelelement tot de aanslag met de klok mee draaien.
Afhankelijk van het schokdempertype een aantal slagen tegen
de klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Ingaande demping highspeed (SX F EU/AR)
Comfort 2 omw
Standaard 1,5 omw
Sport 1 omw
Ingaande demping highspeed (SX F US)
Comfort 2 omw
Standaard 1,5 omw
Sport 1 omw
Ingaande demping highspeed (XC F US)
Comfort 2 omw
Standaard 1,5 omw
Sport 1 omw
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien
tegen de klok in verlaagt de demping.
10.6 Uitgaande demping van de schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvakkundig
uit elkaar wordt genomen.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
CHASSIS AFSTELLEN 10
41
10.8 Statische veerweg schokdemper controleren
402416-10
Maat achterwiel zonder belasting bepalen. ( pag. 40)
De motorfiets met behulp van iemand die assisteert rechtop
houden.
Opnieuw met de veerwegmal de afstand tussen de achterwielas
en de markering op het achterspatbord meten.SAG
Waarde als maat noteren.
Info
De statische veerweg is het verschil tussen maat
en .
Statische veerweg controleren.
Statische veerweg (SX F
EU/AR)
35 mm
Statische veerweg (SX F US) 35 mm
Statische veerweg (XC F US) 35 mm
» Als de statische veerweg kleiner of groter is dan de aange-
geven maat:
Veervoorspanning van de schokdemper instellen.
( pag. 42)
10.9 Dynamische veerweg schokdemper controleren
402417-10
Maat achterwiel zonder belasting bepalen. ( pag. 40)
Met behulp van een persoon, die de motorfiets vasthoudt, gaat
de bestuurder met volledige beschermende kleding in een nor-
male zitpositie (voeten op de voetsteunen) op de motorfiets
zitten en beweegt enkele keren op en neer.
De achterwielophanging slingert zo in de juiste positie.
Een tweede persoon meet nu opnieuw met de veerwegmal de
afstand tussen de achterwielas en de markering op hetSAG
achterspatbord.
Waarde als maat noteren.
Info
De dynamische veerweg is het verschil tussen maat
en .
Dynamische veerweg controleren.
Dynamische veerweg (SX F
EU/AR)
105 mm
Dynamische veerweg
(SX F US)
105 mm
Dynamische veerweg
(XC F US)
105 mm
» Als de dynamische veerweg afwijkt van de aangegeven
maat:
10 CHASSIS AFSTELLEN
42
Dynamische veerweg instellen. ( pag. 43)
10.10 Veervoorspanning schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvakkundig
uit elkaar wordt genomen.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Info
Voor het wijzigen van de veervoorspanning de actuele instelling noteren - bijvoorbeeld veerlengte meten.
Voorwerk
Einddemper demonteren. ( pag. 69)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 50)
Schokdemper demonteren. ( pag. 60)
Schokdemper in gedemonteerde toestand grondig reinigen.
F03627-10
Hoofdwerk
Schroef losdraaien.
Stelring draaien tot de veer volledig ontspannen is.
Haaksleutel (90129051000)
Info
Als de veer niet geheel kan worden ontspannen, moet de
veer worden gedemonteerd voor een nauwkeurige meting
van de veerlengte.
Totale veerlengte in ontspannen toestand meten.
Veer door het draaien van de stelring op de aangegeven
maat spannen.
Voorgeschreven waarde
Veervoorspanning (SX F
EU/AR)
8 mm
Veervoorspanning (SX F US) 8 mm
Veervoorspanning (XC F US) 8 mm
Info
Afhankelijk van de statische of dynamische veerweg
kan een hogere of lagere veervoorspanning nodig zijn.
Schroef vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef stelring
schokdemper
M5 5 Nm
Nawerk
Schokdemper monteren. ( pag. 61)
Vrije slag van het rempedaal controleren. ( pag. 91)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 50)
CHASSIS AFSTELLEN 10
43
Einddemper monteren. ( pag. 69)
10.11 Dynamische veerweg instellen
Voorwerk
Einddemper demonteren. ( pag. 69)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 50)
Schokdemper demonteren. ( pag. 60)
Schokdemper in gedemonteerde toestand grondig reinigen.
B00292-10
Hoofdwerk
Een passende veer kiezen en monteren.
Voorgeschreven waarde
Veerconstante (SX F EU/AR)
Gewicht bestuurder: 65
… 75 kg
42 N/mm
Gewicht bestuurder: 75
… 85 kg
45 N/mm
Gewicht bestuurder: 85
… 95 kg
48 N/mm
Veerconstante (SX F US)
Gewicht bestuurder: 65
… 75 kg
42 N/mm
Gewicht bestuurder: 75
… 85 kg
45 N/mm
Gewicht bestuurder: 85
… 95 kg
48 N/mm
Veerconstante (XC F US)
Gewicht bestuurder: 65
… 75 kg
42 N/mm
Gewicht bestuurder: 75
… 85 kg
45 N/mm
Gewicht bestuurder: 85
… 95 kg
48 N/mm
Info
De veerconstante staat vermeld op de buitenkant van
de veer.
Nawerk
Schokdemper monteren. ( pag. 61)
Vrije slag van het rempedaal controleren. ( pag. 91)
Einddemper monteren. ( pag. 69)
Statische veerweg van de schokdemper controleren.
( pag. 41)
Dynamische veerweg van de schokdemper controleren.
( pag. 41)
Uitgaande demping van de schokdemper instellen.
( pag. 39)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 50)
10 CHASSIS AFSTELLEN
44
10.12 Basisinstelling voorvork controleren
Info
Bij de voorvork kan om verschillende redenen geen exacte dynamische veerweg worden vastgelegd.
401000-01
Kleinere afwijkingen van het bestuurdersgewicht kunnen wor-
den gecompenseerd door de vorkluchtdruk.
Als de voorvork echter vaker doorslaat (harde eindaanslag bij
het inveren) moet de vorkluchtdruk volgens de voorschriften
worden verhoogd om beschadiging aan voorvork en frame te
voorkomen.
Als de voorvork na langdurig gebruik hard aanvoelt, moeten de
vorkpoten worden ontlucht.
10.13 Voorvorkluchtdruk instellen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenWijzigingen aan de instelling van het chassis kunnen het rijgedag sterk beïnvloe-
den.
Extreme wijzigingen in de basisinstelling van het chassis kunnen het rijgedrag aanzienlijk verslechteren
en componenten overbelasten.
Voer instellingen alleen binnen het aanbevolen bereik uit.
Rij na wijzigingen eerst langzaam, om het rijgedrag te kunnen inschatten.
Info
De luchtdruk op zijn vroegst 5 minuten na het uitzetten van de motor onder dezelfde omstandigheden con-
troleren of instellen.
De luchtvering bevindt zich in de linker vorkpoot. De in- en uitgaande demping bevinden in de rechter
vorkpoot.
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 50)
S05322-10
Hoofdwerk
Beschermkap verwijderen.
Vorkpomp helemaal in elkaar schuiven.
Vorkpomp (79412966100)
Info
De vorkpomp wordt bij de motor geleverd.
Vorkpomp op de linker vorkpoot aansluiten.
Het display van de vorkpomp wordt automatisch ingescha-
keld.
Bij het aansluiten ontsnapt wat lucht uit de vorkpoot.
CHASSIS AFSTELLEN 10
45
Info
Dit komt door het volume van de slang en is geen
defect van de vorkpomp of voorvork.
De bijgevoegde -handleiding in achtKTM PowerParts
nemen.
Luchtdruk volgens de richtlijn instellen.
Voorgeschreven waarde
Luchtdruk (SX F EU/AR) 10,3 bar
Luchtdruk (SX F US) 10,6 bar
Luchtdruk (XC F US) 9,9 bar
Verandering in de luchtdruk
stapsgewijs met
0,2 bar
Minimale luchtdruk 7 bar
Maximale luchtdruk 12 bar
Info
Luchtdruk nooit buiten de aangegeven grenswaarden
instellen.
Vorkpomp van de linker vorkpoot loskoppelen.
Bij het loskoppelen ontsnapt overdruk uit de slang, niet
uit de vorkpoot.
Het display van de vorkpomp schakelt na 80 seconden
automatisch uit.
Beschermkap monteren.
Info
Beschermkap alleen met de hand monteren.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 50)
10.14 Ingaande demping voorvork instellen
Info
De hydraulische ingaande demping bepaalt het gedrag bij het inveren van de voorvork.
S05323-10
Stelelement tot de aanslag met de klok mee draaien.
Info
Het stelelement bevindt zich aan het bovenste uit-
einde van de rechter vorkpoot.
Afhankelijk van het voorvorktype een aantal klikken tegen de
klok in draaien.
10 CHASSIS AFSTELLEN
46
Voorgeschreven waarde
Ingaande demping (SX F EU/AR)
Comfort 17 klikken
Standaard 12 klikken
Sport 7 klikken
Ingaande demping (SX F US)
Comfort 17 klikken
Standaard 12 klikken
Sport 7 klikken
Ingaande demping (XC F US)
Comfort 17 klikken
Standaard 12 klikken
Sport 7 klikken
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien
tegen de klok in verlaagt de demping bij het inveren.
10.15 Uitgaande demping voorvork instellen
Info
De hydraulische uitgaande demping bepaalt het gedrag bij het uitveren van de voorvork.
F03633-10
Stelelement tot de aanslag met de klok mee draaien.
Info
Het stelelement bevindt zich aan het onderste uit-
einde van de rechter vorkpoot.
Afhankelijk van het voorvorktype een aantal klikken tegen de
klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Uitgaande demping (SX F EU/AR)
Comfort 17 klikken
Standaard 12 klikken
Sport 7 klikken
Uitgaande demping (SX F US)
Comfort 23 klikken
Standaard 18 klikken
Sport 13 klikken
Uitgaande demping (XC F US)
Comfort 23 klikken
Standaard 18 klikken
Sport 13 klikken
CHASSIS AFSTELLEN 10
47
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien
tegen de klok in verlaagt de demping bij het uitveren.
10.16 Stuurpositie
F03636-10
De boringen op de stuuradapter zijn op afstand van het
midden geplaatst.
Afstand boorgaten A 3,5 mm
Het stuur kan in 2 verschillende posities worden gemonteerd.
Daardoor is het mogelijk het stuur in de aangenaamste positie voor
de bestuurder te zetten.
Info
Bovendien kan het stuur star of met rubberlagers worden
gemonteerd.
10.17 Stuurpositie instellen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenEen gerepareerd stuur vormt een veiligheidsrisico.
Als het stuur werd verbogen of uitgelijnd, treedt materiaalmoeheid op. Hierdoor kan het stuur breken.
Vervang het stuur, als het stuur is verbogen of beschadigd.
Info
Het stuur kan star of met rubberlagers worden gemonteerd.
Voorwerk
Stuurbescherming verwijderen.
10 CHASSIS AFSTELLEN
48
F03635-10
Hoofdwerk
Schroeven verwijderen. Stuurklem verwijderen. Stuur
verwijderen en opzij leggen.
Info
Componenten door afdekken tegen beschadiging
beschermen.
Kabels en leidingen niet knikken.
Schroeven en bus verwijderen. Stuuradapter ver-
wijderen.
Stuurpositie instellen met stuuradapter op rubberlagers
Rubberbussen en positioneren.
Stuuradapter in de gewenste stand zetten.
Info
De stuuradapter is aan één zijde langer en hoger.
Schroeven met bus monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef stuur-
adapter
M10 40 Nm
Loctite®243™
Stuur positioneren.
Info
Erop letten dat de kabels en leidingen correct wor-
den gelegd.
Stuurklem positioneren.
Schroeven monteren, maar nog niet vastdraaien.
Stuurklem met schroeven eerst aan de langere, hogere
zijde van de stuuradapters tegen elkaar schroeven.
Schroeven gelijkmatig vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef stuurplaat M8 20 Nm
CHASSIS AFSTELLEN 10
49
F03781-10
Stuurpositie instellen met starre stuuradapter
Stuuradapter in de gewenste stand zetten.
Info
De stuuradapter is aan één zijde langer en hoger.
Schroeven met bussen monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef stuur-
adapter
M10 40 Nm
Loctite®243™
Bus stuuradapter star (A46001038010)
De conische zijde van de bus is omlaag gericht.
Stuur positioneren.
Info
Erop letten dat de kabels en leidingen correct wor-
den gelegd.
Stuurklem positioneren.
Schroeven monteren, maar nog niet vastdraaien.
Stuurklem met schroeven eerst aan de langere, hogere
zijde van de stuuradapters tegen elkaar schroeven.
Schroeven gelijkmatig vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef stuurplaat M8 20 Nm
Nawerk
Stuurbescherming monteren.
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
51
401943-10
(XC F US)
Motorfiets van hefbok nemen.
Hefbok verwijderen.
Voor het parkeren van de motorfiets de zijstandaard
met de voet tot de bodem uitklappen en belasten met de
motorfiets.
Info
Tijdens het rijden moet de zijstandaard worden
opgeklapt en met de rubberband zijn vastgezet.
11.3 Vorkpoten ontluchten
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 50)
F03665-10
Hoofdwerk
Ontluchtingsschroeven losdraaien.
Als de druk te hoog is, dan verdwijnt de overtollige druk
uit de binnenruimte van de voorvork.
Ontluchtingsschroeven vastdraaien.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 50)
11.4 Vuilschrapers vorkpoten reinigen
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 50)
Voorvorkprotector demonteren. ( pag. 52)
F03666-10
Hoofdwerk
Vuilschrapers aan beide vorkpoten omlaag schuiven.
Info
De vuilschrapers schrapen stof en grof vuil van de bin-
nenpoot af. In de loop van de tijd kan er vuil achter te
vuilschrapers terechtkomen. Als deze vervuiling niet
wordt verwijderd, kunnen de daarachter liggende olie-
keerringen gaan lekken.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOlie of vet op de remschijven
vermindert de remwerking.
Houd de remschijven steeds olie- en vetvrij.
Reinig de remschijven indien nodig met remreini-
gingsmiddel.
11 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
52
Vuilschrapers en de binnenpoten aan beide vorkpoten reinigen
en smeren met olie.
Universele oliespray ( pag. 146)
Vuilschrapers terugduwen in de inbouwpositie.
Overtollige olie verwijderen.
Nawerk
Voorvorkprotector monteren. ( pag. 52)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 50)
11.5 Voorvorkprotector demonteren
S05329-10
Schroeven verwijderen en klem verwijderen.
Schroeven verwijderen en linker voorvorkprotector verwijde-
ren.
Schroeven verwijderen en rechter voorvorkprotector verwij-
deren.
11.6 Voorvorkprotector monteren
S05329-11
Voorvorkprotector op linker vorkpoot positioneren. Schroe-
ven monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Resterende schroe-
ven chassis
M6 10 Nm
Remkabel en klem positioneren. Schroeven monteren en
vastdraaien.
Voorvorkprotector op rechter vorkpoot positioneren. Schroe-
ven monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Resterende schroe-
ven chassis
M6 10 Nm
11.7 Vorkpoten demonteren
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 50)
Voorwiel demonteren. ( pag. 97)
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
53
S05330-10
Hoofdwerk
Schroeven verwijderen en klem verwijderen.
Schroeven verwijderen en remzadels verwijderen.
Remzadel met remkabel spanningsvrij opzij hangen.
Info
Remhendel niet bedienen als het voorwiel is gedemon-
teerd.
S05331-10
Schroeven losdraaien. Vorkpoot links verwijderen.
Schroeven losdraaien. Vorkpoot rechts verwijderen.
11.8 Vorkpoten monteren
F03665-11
Hoofdwerk
Vorkpoten positioneren.
De ontluchtingsschroef van de rechter vorkpoot is naar
voren geplaatst.
De klep van de linker vorkpoot wijst naar voren.
Info
Aan het bovenste einde van de vorkpoten zijn groeven
in de zijkant gefreesd. De tweede ingefreesde groef (van
boven) moet door de bovenkant van de bovenste kroon-
plaat worden afgesloten.
De luchtvering bevindt zich in de linker vorkpoot. De in-
en uitgaande demping bevinden in de rechter vorkpoot.
S05331-11
Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste
kroonplaat
M8 17 Nm
Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef onderste
kroonplaat
M8 12 Nm
11 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
54
S05330-11
Remzadel positioneren. Schroeven monteren en
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef remza-
del voor
M8 25 Nm
Loctite®243™
Remkabel en klem positioneren. Schroeven monteren en
vastdraaien.
Nawerk
Voorwiel monteren. ( pag. 98)
11.9 Onderste kroonplaat demonteren
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 50)
Voorwiel demonteren. ( pag. 97)
Vorkpoten demonteren. ( pag. 52)
Startnummerbord demonteren. ( pag. 58)
Spatbord voor demonteren. ( pag. 59)
Stuurbescherming verwijderen.
S05332-10
Hoofdwerk
Schroef verwijderen. Kabelstreng losmaken.
Schroef verwijderen.
Schroef verwijderen.
Bovenste kroonplaat met stuur verwijderen en opzij leggen.
Info
Componenten door afdekken tegen beschadiging
beschermen.
Kabels en leidingen niet knikken.
S05333-10
Balhoofdafdichting verwijderen.
Onderste kroonplaat met vorkbuis verwijderen.
Bovenste balhoofdlager verwijderen.
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
55
11.10 Onderste kroonplaat monteren
F03661-10
Hoofdwerk
Lagers en afdichtelementen reinigen, op beschadiging contro-
leren en invetten.
Smeervet met hoge viscositeit ( pag. 146)
Onderste kroonplaat met vorkbuis plaatsen. Bovenste balhoofd-
lager monteren.
Balhoofdafdichting erop schuiven.
S05332-11
Bovenste kroonplaat met stuur positioneren.
Schroef monteren, maar nog niet vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef balhoofd
boven
M20x1,5 12 Nm
F03764-10
Vorkpoten positioneren.
De ontluchtingsschroef van de rechter vorkpoot is naar
voren geplaatst.
De klep van de linker vorkpoot wijst naar voren.
Info
Aan het bovenste einde van de vorkpoten zijn groeven
in de zijkant gefreesd. De tweede ingefreesde groef (van
boven) moet door de bovenkant van de bovenste kroon-
plaat worden afgesloten.
De luchtvering bevindt zich in de linker vorkpoot. De in-
en uitgaande demping bevinden in de rechter vorkpoot.
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
57
Startnummerbord monteren. ( pag. 59)
Voorwiel monteren. ( pag. 98)
Controleren of kabelboom, bowdenkabels, rem- en koppelings-
leiding vrij kunnen bewegen en of ze goed zijn gelegd.
Speling balhoofdlager controleren. ( pag. 57)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 50)
11.11 Speling balhoofdlager controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenVerkeerde speling van het balhoofdlager beïnvloedt het rijgedrag negatief en
beschadigt componenten.
Corrigeer verkeerde speling van het balhoofdlager onmiddellijk. (De geautoriseerde KTM-garage is u
graag van dienst.)
Info
Als er gedurende langere tijd wordt gereden met speling in de balhoofdlagers, beschadigen de lagers en
daardoor ook de lagerzittingen in het frame.
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 50)
H01167-01
Hoofdwerk
Stuur in de rechtuitstand zetten. Vorkpoten in rijrichting voor-
en achteruit bewegen.
Er mag geen speling in de balhoofdlager te voelen zijn.
» Als er speling voelbaar is:
Speling balhoofdlager instellen. ( pag. 57)
Stuur over het gehele stuurbereik heen en weer bewegen.
Het stuur moet eenvoudig kunnen worden bewogen over het
gehele stuurbereik. Er mogen geen blokkeringen te voelen
zijn.
» Als er blokkeringen voelbaar zijn:
Speling balhoofdlager instellen. ( pag. 57)
Balhoofdlager controleren en indien nodig vervangen.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 50)
11.12 Speling balhoofdlager instellen
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 50)
Stuurbescherming verwijderen.
11 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
58
S05338-10
Hoofdwerk
Schroeven losdraaien.
Schroef verwijderen.
Schroef losdraaien en weer vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef balhoofd
boven
M20x1,5 12 Nm
Met een kunststofhamer zacht op de bovenste kroonplaat klop-
pen om spanning te voorkomen.
Schroef monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef vorkbuis
boven
M8 20 Nm
Loctite®243™
Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste
kroonplaat
M8 17 Nm
Speling balhoofdlager controleren. ( pag. 57)
Nawerk
Stuurbescherming monteren.
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 50)
11.13 Balhoofdlager smeren
H02387-01
Onderste kroonplaat demonteren. ( pag. 54)
Onderste kroonplaat monteren. ( pag. 55)
Info
Het balhoofdlager wordt bij montage en demontage van
de onderste kroonplaat gereinigd en gesmeerd.
11.14 Startnummerbord demonteren
S05336-10
Schroef verwijderen.
Startnummerbord van de remleiding halen en verwijderen.

Produktspecifikationer

Varumärke: KTM
Kategori: Motor
Modell: 350 SX-F (2023)

Behöver du hjälp?

Om du behöver hjälp med KTM 350 SX-F (2023) ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig




Motor KTM Manualer

Motor Manualer

Nyaste Motor Manualer