KTM RC 200 (2015) Bruksanvisning

KTM Motor RC 200 (2015)

Läs nedan 📖 manual på svenska för KTM RC 200 (2015) (207 sidor) i kategorin Motor. Denna guide var användbar för 2 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare

Sida 1/207
BEDIENINGSHANDLEIDING 20
20
20
202015
15
15
1515
RC 125 EU
RC 200 EU
RC 200 ASIA
RC 200 MY
Artikelnr. 3213246nl
BESTE KTM KLANT 1
BESTE
BESTE
BESTE
BESTEBESTE KTM
KTM
KTM
KTMKTM KLANT
KLANT
KLANT
KLANTKLANT
We wensen u veel geluk met uw keuze voor een KTM motorfiets. U bent nu in het bezit van een moderne sportieve motorfiets en we zijn er
zeker van dat u er veel plezier mee zult beleven, mits u de motorfiets goed onderhoudt.
We wensen u veel rijplezier!
Vul hieronder het serienummers van uw voertuig in.
Framenummer ( pag. 20) Stempel dealer
Motornummer ( pag. 21)
Sleutelnummer ( pag. 21)
De bedieningshandleiding komt op het tijdstip dat deze ter perse gaat overeen met de nieuwste stand van het model. Kleine afwijkingen
die het resultaat zijn van een constructieve ontwikkeling kunnen echter niet worden uitgesloten.
Alle hier genoemde gegevens zijn vrijblijvend. KTM Motorrad AG houdt zich het recht voor technische gegevens, prijzen, kleuren, vormen,
materialen, dienst- en serviceverlening, constructies, uitrustingen en dergelijke zonder voorafgaande aankondiging en zonder opgave van
redenen te wijzigen resp. zonder vergoeding te annuleren, deze aan te passen aan de plaatselijke situatie of de productie van een bepaald
model zonder voorafgaande aankondiging te beëindigen. KTM is niet aansprakelijk voor leveringsmogelijkheden, afwijkingen van afbeeldin-
gen en beschrijvingen, drukfouten en vergissingen. De afgebeelde modellen zijn voor een deel voorzien van speciale uitrustingen die niet
standaard bij de leveringsomvang horen.
© 2014 KTM Motorrad AG, Mattighofen Oostenrijk
Alle rechten voorbehouden
Nadruk, ook gedeeltelijk, en vermenigvuldigingen van welke aard dan ook zijn uitsluitend toegestaan met toestemming van de auteur.
BESTE KTM KLANT 2
ISO 9001(12 100 6061)
KTM past processen voor kwaliteitsbewaking toe, zoals bedoeld in de internationale norm voor kwaliteitsmanagement ISO
9001, die tot een zo hoog mogelijke productkwaliteit leiden.
Afgegeven door: TÜV Management Service
KTM Motorrad AG
5230 Mattighofen, Oostenrijk
INHOUDSOPGAVE 3
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVEINHOUDSOPGAVE
1 SYMBOLEN EN FORMATERINGEN................................... 7
1.1 Gebruikte pictogrammen....................................... 7
1.2 Gebruikte formatering........................................... 7
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN .......................................... 8
2.1 Gebruiksdefinitie ................................................. 8
2.2 Veiligheidsaanwijzingen ........................................ 8
2.3 Gevarenniveau en pictogrammen ........................... 9
2.4 Waarschuwing voor manipulaties ........................... 9
2.5 Veilig gebruik .................................................... 10
2.6 Beschermende kleding ....................................... 11
2.7 Werkinstructies.................................................. 11
2.8 Milieu ............................................................... 11
2.9 Bedieningshandleiding ....................................... 12
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN ..................................... 13
3.1 Garantie............................................................ 13
3.2 Verbruiksstoffen, hulpstoffen .............................. 13
3.3 Reserveonderdelen, toebehoren ........................... 13
3.4 Service ............................................................. 13
3.5 Afbeeldingen ..................................................... 14
3.6 Klantenservice................................................... 14
4 AFBEELDING VOERTUIG ............................................... 16
4.1 Afbeelding voertuig linksvoor (symbolische
weergave).......................................................... 16
4.2 Afbeelding voertuig rechtsachter (symbolische
weergave).......................................................... 18
5 SERIENUMMERS.......................................................... 20
5.1 Framenummer ................................................... 20
5.2 Typeplaatje ....................................................... 20
5.3 Motornummer.................................................... 21
5.4 Sleutelnummer .................................................. 21
6 BEDIENINGSELEMENTEN............................................. 22
6.1 Koppelingshendel .............................................. 22
6.2 Remhendel........................................................ 22
6.3 Gashendel ......................................................... 23
6.4 Claxonknop ....................................................... 23
6.5 Lichtschakelaar ................................................. 24
6.6 Seinlichtschakelaar ............................................ 24
6.7 Richtingaanwijzerschakelaar ............................... 25
6.8 Noodstopschakelaar ........................................... 25
6.9 E-starterknop..................................................... 26
6.10 Contact-/stuurslot............................................... 26
6.11 Stuur vergrendelen............................................. 27
6.12 Stuur ontgrendelen ............................................ 27
6.13 Tankdop openen ................................................ 28
6.14 Tankdop sluiten ................................................. 29
6.15 Zadelslot ........................................................... 30
6.16 Boordgereedschap.............................................. 30
6.17 Grepen.............................................................. 31
6.18 Voetsteunen bijrijder .......................................... 31
6.19 Versnellingshendel ............................................. 32
6.20 Rempedaal........................................................ 33
6.21 Zijstandaard ...................................................... 33
7 GECOMBINEERD INSTRUMENT .................................... 34
7.1 Overzicht........................................................... 34
7.2 Activering en test ............................................... 35
7.3 Waarschuwingen ................................................ 36
7.4 Functietoetsen................................................... 39
7.5 Controlelampjes................................................. 40
INHOUDSOPGAVE 4
7.6 Display ............................................................. 41
7.7 Vulpeilindicatie in brandstoftank ......................... 42
7.8 Weergave TRIP F ............................................... 43
7.9 Temperatuurindicatie koelmiddel......................... 44
7.10 Informatiedisplay ............................................... 45
7.11 Menu rijtijd/gemiddelde snelheid......................... 46
7.12 Menu gemiddelde snelheid/gemiddeld
verbruik 1 ......................................................... 47
7.13 Menu gemiddeld verbruik 1/gemiddeld
verbruik 2 ......................................................... 48
7.14 Menu gemiddeld verbruik 2/service...................... 49
7.15 Menu service/reikwijdte ...................................... 50
7.16 Menu reikwijdte/rijtijd ........................................ 51
7.17 Menu totaal traject ODO ..................................... 52
7.18 Menu traject 1 TRIP 1........................................ 53
7.19 Menu traject 2 TRIP 2........................................ 53
7.20 Kilometer of mijl instellen................................... 54
7.21 Tijd instellen ..................................................... 55
7.22 Schakeltoerental RPM 1 instellen........................ 55
7.23 Schakeltoerental RPM 2 instellen........................ 56
8 INBEDRIJFNAME.......................................................... 57
8.1 Aanwijzingen voor eerste inbedrijfname................ 57
8.2 Motor inrijden.................................................... 58
8.3 Voertuig beladen................................................ 59
9 RIJ-INSTRUCTIES......................................................... 61
9.1 Controle en onderhoud voor iedere
inbedrijfname.................................................... 61
9.2 Starten ............................................................. 62
9.3 Beginnen met rijden........................................... 64
9.4 Schakelen, rijden............................................... 64
9.5 Afremmen ......................................................... 67
9.6 Stoppen, parkeren.............................................. 69
9.7 Transport .......................................................... 71
9.8 Brandstof tanken ............................................... 72
10 SERVICESCHEMA ......................................................... 74
10.1 Extra informatie ................................................. 74
10.2 Verplichte werkzaamheden.................................. 74
10.3 Aanbevolen werkzaamheden................................ 76
11 CHASSIS AFSTELLEN ................................................... 77
11.1 Veervoorspanning schokdemper instellen .......... 77
11.2 Versnellingshendel instellen................................ 78
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS ........................... 80
12.1 Motorfiets met hefbok achter opkrikken................ 80
12.2 Motorfiets van hefbok achter nemen .................... 80
12.3 Motorfiets met hefbok voor opkrikken................... 81
12.4 Motorfiets van hefbok voor nemen ....................... 82
12.5 Bestuurderszadel verwijderen .............................. 83
12.6 Bestuurderszadel monteren................................. 84
12.7 Bijrijderzadel verwijderen.................................... 84
12.8 Bijrijderzadel monteren ...................................... 85
12.9 Kettingvervuiling controleren............................... 86
12.10 Ketting reinigen ................................................. 86
12.11 Kettingspanning controleren ............................... 87
12.12 Kettingspanning instellen ................................... 89
12.13 Ketting, kettingwiel en ketting-aandrijfwiel
controleren........................................................ 92
12.14 Accuafdekking verwijderen.................................. 94
12.15 Accuafdekking monteren .................................... 96
12.16 Bugspoiler demonteren....................................... 96
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 8
2.1 Gebruiksdefinitie
KTM-sportmotorfietsen zijn zodanig ontworpen en gebouwd, dat ze bestand zijn tegen de gangbare belastingen in het normale wegverkeer.
Ze zijn echter niet geschikt voor het rijden op circuits en niet geasfalteerde wegen.
Info
De motorfiets is alleen in de gehomologeerde versie toegelaten voor het rijden op de openbare weg.
2.2 Veiligheidsaanwijzingen
Voor een veilige omgang met het voertuig dient u zich te houden aan enkele veiligheidsaanwijzingen. Lees deze handleiding daarom zorg-
vuldig door. De veiligheidsaanwijzingen zijn geaccentueerd en met links gekoppeld aan de relevante plaatsen in de tekst.
Info
Op het voertuig zijn op goed zichtbare plaatsen verschillende stickers met aanwijzingen en waarschuwingen aangebracht. Deze stic-
kers met aanwijzingen en waarschuwingen nooit verwijderen. Als deze ontbreken kunt u of andere personen de gevaren niet herken-
nen en daardoor letsel oplopen.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 10
1 Verwijderen of doorboren van einddempers, geluidsdempers, bochtstukken of andere componenten, die uitlaatgassen geleiden.
2 Verwijderen of doorboren van onderdelen van het inlaatluchtsysteem.
3 Gebruik in niet correcte onderhoudstoestand.
4 Vervangen van bewegende onderdelen van het voertuig, onderdelen van het uitlaatsysteem of onderdelen van het inlaatluchtsysteem
door onderdelen die niet door de fabrikant zijn toegelaten.
2.5 Veilig gebruik
Gevaar
Gevaar voor ongevallenGevaar door onvoldoende rijvaardigheid.
Het voertuig niet gebruiken, wanneer u door consumptie van alcohol, medicijnen of drugs of door lichamelijke of psychische
beperkingen niet in staat bent veilig aan het verkeer deel te nemen.
Gevaar
Gevaar voor vergiftigingUitlaatgassen zijn giftig en kunnen bewusteloosheid en/of de dood tot gevolg hebben.
Als u de motor laat draaien moet u altijd voor voldoende ventilatie zorgen, de motor niet in een gesloten ruimte starten of laten
draaien zonder een geschikte afzuiginstallatie.
Waarschuwing
Gevaar voor verbrandingSommige onderdelen van het voertuig worden tijdens het rijden zeer heet.
Hete onderdelen zoals uitlaatsysteem, radiateur, motor, schokdempers en remsysteem niet aanraken. De onderdelen eerst laten
afkoelen voordat u met werkzaamheden aan deze onderdelen begint.
Het voertuig uitsluitend in technisch goede staat, op de boogde wijze, en veiligheids- en milieubewust gebruiken.
Voor het wegverkeer is het juiste rijbewijs vereist.
Storingen, die de veiligheid beperken, onmiddellijk in een geautoriseerde KTM-garage laten verhelpen.
De op het voertuig aangebrachte stickers met aanwijzingen en waarschuwingen in acht nemen.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 11
2.6 Beschermende kleding
Waarschuwing
Gevaar voor letselGeen of slechte beschermende kleding vormt een verhoogd risico.
Tijdens het rijden altijd beschermende kleding (helm, laarzen, handschoenen, broek en jack met bescherming) dragen. Draag
altijd beschermende kleding die zich in een goede staat bevindt en voldoet aan de wettelijke voorschriften.
Voor uw eigen veiligheid adviseert KTM om het voertuig uitsluitend te gebruiken met geschikte, beschermende kleding.
2.7 Werkinstructies
Voor enkele werkzaamheden zijn hulpgereedschappen vereist. Deze maken geen deel uit van het voertuig, maar kunnen worden besteld
onder vermelding van de aangegeven nummers tussen haakjes. Voorbeeld: lagertrekker (15112017000)
Bij de montage moeten onderdelen die niet meer kunnen worden gebruikt (bijvoorbeeld zelfborgende schroeven en moeren, afdichtingen,
pakkingen, keerringen, splitpennen of borgplaten) door nieuwe onderdelen worden vervangen.
Voor enkele schroefverbindingen is een schroevenlijm (bijvoorbeeld Loctite®) vereist. Bij het gebruik moeten de specifieke aanwijzingen van
de fabrikant worden gevolgd.
Onderdelen die na de demontage weer worden gebruikt, moeten worden gereinigd en gecontroleerd op beschadiging en slijtage. Bescha-
digde of versleten onderdelen vervangen.
Na een reparatie of servicebeurt moet worden gecontroleerd of er veilig kan worden gereden met het voertuig.
2.8 Milieu
Door op een verantwoorde manier met uw motorfiets om te gaan kunt u ervoor zorgen dat er geen problemen en conflicten ontstaan. Om de
toekomst van de motorsport veilig te stellen mag u de motorfiets alleen legaal gebruiken, dient u milieubewust te handelen en de rechten
van anderen te respecteren.
Houdt u zich bij het afvoeren van oude olie, andere verbruiks- en hulpstoffen en oude onderdelen aan de geldende wet- en regelgeving in
het betreffende land.
Omdat motorfietsen niet onder de EU-richtlijn voor de afdanking van oude voertuigen vallen bestaat er geen wettelijke regeling voor het
afdanken van een oude motorfiets. Uw geautoriseerde KTM-dealer is u graag van dienst.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 12
2.9 Bedieningshandleiding
Lees de bedieningshandleiding beslist goed en volledig door voordat u voor het eerst gaat rijden. In de bedieningshandleiding vindt u
veel informatie en tips die bediening, gebruik en onderhoud eenvoudiger maken. Alleen zo komt u te weten hoe u het voertuig het beste
afstemt op uw situatie en hoe u zich tegen letsel kunt beschermen.
Bewaar de bedieningshandleiding op een eenvoudig toegankelijke plaats, zodat u deze op ieder moment kunt raadplegen wanneer dat
nodig is.
Neem contact op met een geautoriseerde KTM-dealer wanneer u meer over het voertuig wilt weten of wanneer tijdens het lezen iets niet
duidelijk is.
De bedieningshandleiding is een belangrijk onderdeel van het voertuig en moet bij verkoop aan de nieuwe eigenaar worden gegeven.
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN 13
3.1 Garantie
De in het serviceschema voorgeschreven werkzaamheden mogen uitsluitend in een geautoriseerde KTM-garage worden uitgevoerd en
moeten in het service- en garantieboekje en op worden bevestigd, aangezien anders de aanspraak op garantie vervalt. BijKTM Dealer.net
schade of gevolgschade, die door manipulaties en/of wijzigingen aan het voertuig zijn veroorzaakt bestaat er geen aanspraak op garantie.
Meer informatie over de garantie en de afwikkeling ervan vindt u in het service- en garantieboekje.
3.2 Verbruiksstoffen, hulpstoffen
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuOndeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
U moet de in de bedieningshandleiding gespecificeerde verbruiks- en hulpstoffen (bijvoorbeeld brand- en smeerstoffen) gebruiken.
3.3 Reserveonderdelen, toebehoren
Gebruik voor uw eigen veiligheid alleen reserveonderdelen en toebehoren die door KTM zijn vrijgegeven en/of aanbevolen en laat deze
alleen in een geautoriseerde KTM-garage monteren. Voor andere producten en daardoor veroorzaakte schade is KTM niet aansprakelijk.
Enkele reserveonderdelen en toebehoren zijn bij de betreffende beschrijvingen tussen haakjes aangegeven. Uw geautoriseerde KTM-dealer
adviseert u graag.
De actuele voor uw voertuig vindt u op de KTM website.KTM PowerParts
Internationale KTM website: http://www.ktm.com
3.4 Service
Voorwaarde voor storingsvrij gebruik en het voorkomen van voortijdige slijtage is dat u zich houdt aan de in de bedieningshandleiding
genoemde service, onderhouds- en afstelwerkzaamheden aan de motor en het chassis. Door een onjuist afgesteld chassis kunnen
chassiscomponenten beschadigen of afbreken.
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN 14
Wanneer het voertuig onder zwaardere omstandigheden wordt gebruikt zoals bij sterke regen, hoge temperaturen of met zware bagage,
kunnen componenten zoals aandrijving, remsystemen of veringscomponenten duidelijk sneller verslijten. Daarom kan het nodig zijn onder-
delen reeds voor het bereiken van de volgende service-interval te controleren of te vervangen.
Het is belangrijk dat u zich strikt houdt aan de voorgeschreven inrijtijden en service-intervallen. De inachtneming daarvan draagt in
belangrijke mate bij aan de verhoging van de levensduur van de motorfiets.
3.5 Afbeeldingen
De in de handleiding weergegeven afbeeldingen tonen deels speciale uitrustingen.
Voor een betere weergave en toelichting kunnen enkele onderdelen gedemonteerd of niet afgebeeld zijn. Voor de betreffende beschrijving
is het echter niet altijd noodzakelijk dat deze onderdelen worden gedemonteerd. Houdt u zich aan de aanwijzingen in de tekst.
3.6 Klantenservice
De geautoriseerde KTM-dealer beantwoordt graag uw vragen over uw voertuig of over KTM.
De lijst met geautoriseerde KTM-dealers vindt u op de KTM-website.
Internationale KTM website: http://www.ktm.com
4 AFBEELDING VOERTUIG 16
4.1 Afbeelding voertuig linksvoor (symbolische weergave)
L02145-10
4 AFBEELDING VOERTUIG 17
1 Claxonknop ( pag. 23)
1 Lichtschakelaar ( pag. 24)
1 Seinlichtschakelaar ( pag. 24)
1 Richtingaanwijzerschakelaar ( pag. 25)
2 Koppelingshendel ( pag. 22)
3 Tankdop
4 Zadelslot ( pag. 30)
5 Zijstandaard ( pag. 33)
6 Versnellingshendel ( pag. 32)
4 AFBEELDING VOERTUIG 18
4.2 Afbeelding voertuig rechtsachter (symbolische weergave)
L02146-10
4 AFBEELDING VOERTUIG 19
1 Grepen ( pag. 31)
2 Boordgereedschap ( pag. 30)
3 Contact-/stuurslot ( pag. 26)
4 Noodstopschakelaar ( pag. 25)
4 E-starterknop ( pag. 26)
5 Gashendel ( pag. 23)
6 Remhendel ( pag. 22)
7 Voetsteunen bijrijder ( pag. 31)
8 Rempedaal ( pag. 33)
5 SERIENUMMERS 20
5.1 Framenummer
402175-10
Het chassisnummer is op het frame rechtsonder het zadel gegraveerd.
5.2 Typeplaatje
0
0
0
0
0011
402174-10
Het typeplaatje bevindt zich aan het frame rechts naast het balhoofd.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 22
6.1 Koppelingshendel
L02111-10
De koppelingshendel is aan de linkerkant van het stuur aangebracht.
6.2 Remhendel
L02112-10
De remhendel is aan de rechterkant van het stuur aangebracht.
De voorwielrem wordt geschakeld met de remhendel.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 23
6.3 Gashendel
L02112-11
De gashendel is aan de rechterkant van het stuur aangebracht.
6.4 Claxonknop
L02113-10
De claxonknop is aan de linkerkant van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Claxonknop in de uitgangspositie
Claxonknop ingedrukt In deze stand wordt de claxon gebruikt.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 24
6.5 Lichtschakelaar
L02113-11
De lichtschakelaar is aan de linkerkant van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Dimlicht aan Lichtschakelaar is omlaag gezwenkt. In deze stand is het
dimlicht en achterlicht ingeschakeld.
Groot licht aan Lichtschakelaar naar boven geschakeld. In deze stand is
het dimlicht, groot licht en achterlicht ingeschakeld.
6.6 Seinlichtschakelaar
L02113-12
De seinlichtschakelaar is aan de linkerkant van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Seinlichtschakelaar in uitgangspositie
Seinlichtschakelaar ingedrukt In deze stand wordt het seinlicht (groot licht) gebruikt.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 25
6.7 Richtingaanwijzerschakelaar
L02113-13
De richtingaanwijzerschakelaar is aan de linkerkant van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Richtingaanwijzer uit
Richtingaanwijzer links aan Richtingaanwijzerschakelaar naar links
gedrukt. De richtingaanwijzerschakelaar gaat na het indrukken weer terug
naar de middelste stand.
Richtingaanwijzer rechts aan Richtingaanwijzerschakelaar naar rechts
gedrukt. De richtingaanwijzerschakelaar gaat na het indrukken weer terug
naar de middelste stand.
Voor uitschakelen van de richtingaanwijzer de richtingaanwijzerschakelaar naar de schake-
laarbehuizing drukken.
6.8 Noodstopschakelaar
L02114-10
De noodstopschakelaar is aan de rechterkant van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Noodstopschakelaar uit In deze stand is het ontstekingscircuit onderbro-
ken. Een draaiende motor schakelt uit en een stilstaande motor schakelt
niet worden gestart.
Noodstopschakelaar aan Deze stand is nodig voor het rijden. Het ontste-
kingscircuit is gesloten.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 26
6.9 E-starterknop
L02114-11
De e-starterknop is aan de rechterkant van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
E-starterknop in de uitgangspositie
E-starterknop ingedrukt In deze stand wordt de e-starter gebruikt.
6.10 Contact-/stuurslot
L02115-01
Het contact-/stuurslot bevindt zich voor de bovenste kroonplaat.
Mogelijke toestanden
Ontsteking uit In deze stand is het ontstekingscircuit onderbroken.OFF
Een draaiende motor schakelt uit en een stilstaande motor schakelt niet in.
De contactsleutel kan eruit worden getrokken.
Contact ingeschakeld In deze stand is het ontstekingscircuit geslotenON
en kan de motor worden gestart.
Stuur geblokkeerd In deze stand is het ontstekingscircuit onderbroken en
het stuur geblokkeerd. De contactsleutel kan eruit worden getrokken.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 27
6.11 Stuur vergrendelen
Aanwijzing
Gevaar voor beschadigingHet geparkeerde voertuig kan wegrollen en/of omvallen.
Het voertuig altijd op een vaste en egale ondergrond plaatsen.
400732-01
Voertuig parkeren.
Het stuur helemaal naar links draaien.
Sleutel in het contact-/stuurslot steken, indrukken en naar links draaien. Sleutel eruit
trekken.
Het stuur kan niet meer worden bewogen.
6.12 Stuur ontgrendelen
400731-01
Sleutel in het contact-/stuurslot steken, indrukken en rechts links draaien. Sleutel eruit
trekken.
Het stuur kan weer worden bewogen.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 28
6.13 Tankdop openen
Gevaar
Gevaar voor brandBrandstof is licht ontvlambaar.
Tank het voertuig nooit in de buurt van open vuur of brandende sigaretten en schakel de motor bij het tanken altijd uit. Let er
vooral op dat er geen brandstof wordt gemorst op de hete onderdelen van het voertuig. Gemorste brandstof meteen afvegen.
Als de brandstof wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uitstromen als de tank te vol zit. Aanwijzingen voor het
tanken van brandstof in acht nemen.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftigingBrandstof is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Erop letten dat brandstof niet in aanraking komt met de huid, ogen en kleding. Adem brandstofdampen niet in. Bij contact met
de ogen meteen met water spoelen en een arts raadplegen. Verontreinigde huid meteen reinigen met water en zeep. Als brand-
stof is ingeslikt meteen een arts raadplegen. Met brandstof verontreinigde kleding wisselen. Brandstof volgens de voorschriften
bewaren in een jerrycan en uit de buurt van kinderen houden.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuOndeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 31
6.17 Grepen
L02119-10
De grepen zijn bestemd voor het rangeren van de motorfiets.
Bij het rijden met een bijrijder kan deze zich hieraan vasthouden.
6.18 Voetsteunen bijrijder
L02120-10
De voetsteunen voor bijrijder kunnen worden ingeklapt.
Mogelijke toestanden
Voetsteunen bijrijder ingeklapt Voor het rijden zonder bijrijder.
Voetsteunen bijrijder uitgeklapt Voor het rijden met bijrijder.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 32
6.19 Versnellingshendel
401950-10
De versnellingshendel is aan de linkerkant van de motor gemonteerd.
401950-11
De positie van de versnellingen kan worden afgelezen op de afbeelding.
De neutrale of vrije stand bevindt zich tussen de 1e en 2e versnelling.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 33
6.20 Rempedaal
402177-10
Het rempedaal bevindt zich voor de rechter voetsteun.
De achterwielrem wordt geschakeld met het rempedaal.
6.21 Zijstandaard
402029-10
De zijstandaard bevindt zich aan de linkerkant van het voertuig.
De zijstandaard is bestemd voor het parkeren van de motorfiets.
Info
Tijdens het rijden moet de zijstandaard omhooggeklapt zijn.
De zijstandaard is gekoppeld aan het veiligheidsstartsysteem. Lees de rij-instructies.
Mogelijke toestanden
Zijstandaard uitgeklapt Het voertuig kan op de zijstandaard worden neergezet. Het
veiligheidsstartsysteem is actief.
Zijstandaard ingeklapt Deze stand is altijd nodig als u gaat rijden. Het veiligheids-
startsysteem is niet actief.
7 GECOMBINEERD INSTRUMENT 34
7.1 Overzicht
401685-10
1 Display ( pag. 41)
2 Functietoetsen ( pag. 39)
3 Informatiedisplay ( pag. 45)
4 Controlelampjes ( pag. 40)
7 GECOMBINEERD INSTRUMENT 35
7.2 Activering en test
401686-01
Activering
Het gecombineerde instrument wordt geactiveerd als het contact wordt ingeschakeld.
Test
De segmenten van de toerentalmeter en de versnellingsindicatie gaan één voor één aan en
weer uit.
De snelheidsindicatie tel van 0 tot 199 en weer terug.
De overige indicatiesegmenten buiten het informatiedisplay gaan kort branden.
Op het informatiedisplay verschijnen de letters .READY TO RACE >>
Vervolgens gaat de weergave naar de laatste geselecteerde modus.
7 GECOMBINEERD INSTRUMENT 36
7.3 Waarschuwingen
401309-01
Als de oliedruk te laag is verschijnt er op het informatiedisplay.Low Oil Pressure
401310-01
Als het brandstofpeil de reservemarkering heeft bereikt verschijnt er op hetLow Fuel Level
informatiedisplay.
7 GECOMBINEERD INSTRUMENT 37
401311-01
Als de koelmiddeltemperatuur tot boven de aangegeven waarde stijgt verschijnt er High Coo-
lant Temperature op het informatiedisplay.
Koelmiddeltemperatuur 125 °C
401312-01
Als de zijstandaard is uitgeklapt verschijnt er op het informatiedisplay.Side Stand Down
401313-01
Als de accuspanning onder de aangegeven waarde valt verschijnt er op het infor-Low Battery
matiedisplay.
Accuspanning 10,80 V
7 GECOMBINEERD INSTRUMENT 41
7.6 Display
401685-11
De snelheid wordt aangegeven in kilometer per uur of in mijl per uur .km/h mph
De toerentalmeter geeft het motortoerental in toeren per minuut aan.
De versnellingsindicatie geeft de met de versnellingsbak geschakelde versnelling aan.
De koelmiddeltemperatuur wordt in het gedeelte aangegeven.
De tijd wordt in het gedeelte aangegeven.
Het vulpeil in de brandstoftank wordt in het gedeelte aangegeven.
Op het informatiedisplay wordt extra informatie weergegeven.
Info
De tijd moet worden ingesteld als de accu losgekoppeld was of als de zekering gede-
monteerd is geweest.
De sterkte van de LED-display hangt af van de lichtsterkte in de omgeving.

Produktspecifikationer

Varumärke: KTM
Kategori: Motor
Modell: RC 200 (2015)

Behöver du hjälp?

Om du behöver hjälp med KTM RC 200 (2015) ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig




Motor KTM Manualer

Motor Manualer

Nyaste Motor Manualer