Miele KM 6386 Bruksanvisning

Miele Ugn KM 6386

Läs nedan 📖 manual på svenska för Miele KM 6386 (84 sidor) i kategorin Ugn. Denna guide var användbar för 7 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare

Sida 1/84
Gebruiks- en montagehandleiding
Inductiekookplaten
KM 6357 / KM 6358
KM 6379
KM 6386 / KM 6387
Lees de gebruiks- en montage-beslist
handleiding voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat. M.-Nr. 09 496 130
nl - NL
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................4
Algemeen .......................................................13
Modellen ........................................................13
KM 6357 / KM 6358 .............................................13
KM 6379 ......................................................14
KM 6386 / KM 6387 .............................................15
Bedieningspaneel.................................................16
Kookzones.......................................................18
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................21
Vóór het eerste gebruik ............................................22
Eerste reiniging ...................................................22
Ingebruikneming ..................................................22
Inductie .........................................................23
Principe.........................................................23
Geluiden ........................................................24
De juiste pannen..................................................25
Tabel vermogensstanden ..........................................26
Bediening .......................................................27
Principe van de bediening...........................................27
Kookplaat inschakelen..............................................28
Kookzone inschakelen..............................................28
Vermogensstand instellen ...........................................28
Vermogensstand wijzigen...........................................28
PowerFlex-kookvlak................................................29
Aankookautomaat .................................................30
Booster..........................................................32
Warmhouden .....................................................34
Uitschakelen en restwarmte-indicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Tips om energie te besparen .......................................36
Timer ...........................................................37
Kookwekker ......................................................38
Kookzone automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Timerfuncties tegelijk gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Inhoud
2
Beveiligingen ....................................................43
Vergrendeling instellingen / apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Stop&Go .......................................................45
Veiligheidsuitschakeling ............................................46
Oververhittingsbeveiliging...........................................47
Reiniging en onderhoud ...........................................48
Programmering ..................................................50
Nuttige tips .....................................................53
Bij te bestellen accessoires ........................................57
Con ctivity en Miele home| | ........................................61
Kookplaat aanmelden ..............................................61
Kookplaat afmelden................................................62
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen.............................63
Veiligheidsafstanden ..............................................64
Kookplaten met randlijst / facetrand .................................68
Aanwijzingen voor het inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Inbouwmaten.....................................................69
KM 6357 ......................................................69
KM 6379 ......................................................70
KM 6386 ......................................................71
Inbouwen........................................................72
Kookplaten zonder randlijst ........................................73
Inbouwmaten.....................................................73
KM 6358 ......................................................73
KM 6387 ......................................................74
Inbouwen........................................................75
Elektrische aansluiting ............................................78
Aansluitkabel .....................................................79
Aansluitschema ...................................................80
Klantcontacten / typeplaatje / garantie ...............................81
Inhoud
3
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding
vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig-
heid, gebruik en onderhoud.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
4
Verantwoord gebruik
~Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
~Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~Gebruik het apparaat voor het bereiden en warmhouden van ge-
rechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
~Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de
hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn
van de gevaren van een foutieve bediening.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
Kinderen
~Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
~Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be-
dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
~Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen.
~Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
~Het apparaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand,
totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er geen
verbrandingsgevaar meer bestaat.
~Verstikkingsgevaar!
Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal
wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trek-
ken en stikken.
Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
~Verbrandingsgevaar!
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn in kast-
jes boven of achter het apparaat. De kinderen klimmen anders mis-
schien op het apparaat.
~Verbrandingsgevaar!
Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad
bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het apparaat kunnen
trekken.
~Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat
niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Technische veiligheid
~Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont-
staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn
geautoriseerd.
~Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een be-
schadigd apparaat nooit in gebruik.
~De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan.
Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecte-
ren.
~De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen-
komen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
~Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het ap-
paraat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
~Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veilig-
heid gewaarborgd is.
~Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
~Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden
veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe
leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Open nooit de ommanteling van het apparaat.
~De garantie vervalt als het apparaat niet door een technicus
wordt gerepareerd die door Miele is geautoriseerd.
~Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan
de veiligheidseisen voldoen. Defecte onderdelen mogen alleen door
originele onderdelen worden vervangen.
~De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe
schakelklok of een systeem dat op afstand werkt.
~Het apparaat mag uitsluitend door een vakman op het net worden
aangesloten. Als een beschadigde kabel moet worden vervangen,
moet een speciale kabel worden gebruikt. Alleen een vakman mag
de kabel aansluiten (zie "Elektrische aansluiting").
~Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het
apparaat spanningsvrij te worden gemaakt.
Ga daarvoor als volgt te werk:
schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit of
draai de zekering van de huisinstallatie er geheel uit of
trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
~Is de kookplaat voorzien van een communicatiemodule, dan moet
bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de
kookplaat ook de communicatiemodule spanningsvrij worden ge-
maakt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
~Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken,
scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het appa-
raat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij. U kunt anders
een elektrische schok krijgen!
Veilig gebruik
~Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa-
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt.
Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het apparaat
uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een
blusdeken.
~Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de vlammen kan de af-
zuigkap in brand vliegen.
~Spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare materia-
len kunnen bij verhitting vlam vatten. Bewaar dergelijke producten
daarom niet in een schuiflade onder het apparaat. Een eventuele
bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.
~Verhit kookgerei nooit leeg.
~In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen
openbarsten.
Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blik-
ken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
~Dek het apparaat nooit af met een afdekplaat, een doek, folie of
iets dergelijks. Als het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld of
nog heet is, kan het betreffende materiaal vlam vatten, barsten of
smelten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
~Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van het apparaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in aanraking
komen met het hete apparaat. De isolatie van de kabel zou bescha-
digd kunnen raken.
~Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag u het
alleen gebruiken als de deur geopend is.
Sluit de meubeldeur pas als de restwarmte-indicatie is gedoofd.
~Wanneer u het apparaat gebruikt, wordt het zeer heet. Ook na het
uitschakelen blijft het dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator
geeft aan of het apparaat nog heet is.
~U kunt zich aan het hete apparaat branden. Gebruik daarom altijd
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete apparaat
werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of
vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoomvorming
verbrandingen veroorzaken.
~Als het apparaat is ingeschakeld, onbedoeld wordt ingeschakeld
of bij restwarmte kunnen metalen voorwerpen op het apparaat heet
worden.
Andere materialen kunnen smelten of vlam vatten.
Vochtige pandeksels kunnen zich vastzuigen.
Gebruik het apparaat niet als werkblad.
Schakel de kookzones na gebruik uit!
~Als suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op
een hete kookzone terechtkomt en smelt, gaat u als volgt te werk:
Vermeng suikerhoudende stoffen onmiddellijk met water. Schakel
vervolgens de kookzone uit en verwijder de stoffen met een schra
-
per, zolang de plaat nog heet is. Als u de stoffen eerst laat afkoelen,
kan de keramische plaat beschadigd raken. Draag tijdens de reini-
ging ovenhandschoenen.
Reinig de kookplaat met een reinigingsmiddel voor keramische pla-
ten, zodra de plaat is afgekoeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
~Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat bescha-
digd raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!
~Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem
kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
~Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen
krassen veroorzaken, als ze onder de pan komen. Zorg dat de kera-
mische plaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kookgerei
op het apparaat plaatst.
~Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
licht voorwerp (zoals een zoutvaatje) kan scheuren of barsten ver-
oorzaken.
~Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de
elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sen-
sortoetsen en de displays.
~Vanwege de snelle reactietijd van inductiekookzones kan de tem-
peratuur in de panbodem in zeer korte tijd de
zelfontbrandingstemperatuur van olie en vet bereiken. Houd daarom
altijd toezicht op het apparaat!
~Verhit vetten en olie hooguit gedurende een minuut en gebruik
daarvoor nooit de booster.
~Alleen voor personen met een pacemaker:
In de directe omgeving van het ingeschakelde apparaat ontstaat
een elektromagnetisch veld. Het is niet waarschijnlijk dat dit veld de
werking van de pacemaker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel con-
tact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts.
~Het elektromagnetische veld van de ingeschakelde kookplaat kan
de functie van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden.
Houd magnetiseerbare voorwerpen, zoals creditcards, diskettes, re-
kenmachines, etc. uit de buurt van het ingeschakelde apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
~Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden
bewaard, kunnen heet worden als u het apparaat lang en intensief
gebruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die
zich meteen onder de kookplaat bevindt.
~Het apparaat is voorzien van een ventilator. Als zich onder het
ingebouwde apparaat een lade bevindt, moet de afstand tussen de
inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat voldoende
zijn om de ventilatie te waarborgen. Bewaar geen spitse en kleine
voorwerpen of papier in de lade. Deze voorwerpen kunnen via de
ventilatieopeningen in de behuizing terechtkomen of aangezogen
worden. De ventilator kan dan beschadigd raken of de koeling kan
worden beïnvloed.
~Plaats nooit twee pannen tegelijk op een kook-/braadzone of
PowerFlex-kookvlak.
Reiniging en onderhoud
~De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de-
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
~Schakel de kookplaat niet in als deze boven een pyrolyse-oven of
-fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de over-
verhittingsbeveiliging van de kookplaat zou kunnen reageren (zie de
betreffende rubriek).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Modellen
KM 6357 / KM 6358
aKookzone met booster
bKookzone met booster
cPowerFlex-kookzone met TwinBooster
dPowerFlex-kookzone met TwinBooster
c d+ combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
eBedieningspaneel
Algemeen
13
a
c
b
d
e
KM 6379
aKookzone met booster
bPowerFlex-kookzone met TwinBooster
cPowerFlex-kookzone met TwinBooster
dKookzone met booster
b c+ combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
eBedieningspaneel
Algemeen
14
KM 6386 / KM 6387
aKookzone met booster
bKookzone met booster
cKookzone met booster
dPowerFlex-kookzone met TwinBooster
ePowerFlex-kookzone met TwinBooster
d e+ combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
fBedieningspaneel
Algemeen
15
a
bcd
f
e
Bedieningspaneel
(voorbeeld)
Algemeen
16
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
h
h
h
hh
f
o
8 8
m
e
c
l np
k
i
a bd
g
j
h
Sensortoetsen
aAan/Uit
bVergrendeling
cUren
d- Toets voor het kiezen van de timer
- Voor het wisselen tussen de timerfuncties
- Voor het kiezen van een uitschakeltijd
(zie "Kookzone automatisch uitschakelen")
eStop & Go
fVermogensstand instellen
gBooster / TwinBooster
h-PowerFlex-kookvlak inschakelen
i-Toetsen voor het instellen van de tijd
-Toetsen voor het instellen van de vermogensstand van de kookzone
midden achter, indien aanwezig
jWarmhouden
Controlelampjes
kRestwarmte-indicator
lVoor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minuten
mVergrendeling
nKookzonetoewijzing, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
oTwinBooster
¤ Stand 1
¥ Stand 2
pTimerdisplay
00 99tot = tijd in minuten
0.^ 9^ tot = tijd in uren
Algemeen
17
Kookzones
Kookzone KM 6357 / KM 6358
Minimale tot maximale
Cin cm*
Vermogen in Watt bij 230 V**
y18 - 28 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2600
3000
3700
w10 - 16 Normaal
Booster
1400
2200
b15 - 23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3700
x15 - 23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3700
b x+ 22 - 23 /
23 x 39
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
3400
4800
7400
Totaal: 7400
Algemeen
18
Kookzone KM 6379
Minimale tot maximale
Cin cm*
Vermogen in Watt bij 230 V**
y14 - 20 Normaal
Booster
1850
3000
w15 - 23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3700
x15 - 23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3700
z10 - 16 Normaal
Booster
1400
2200
w x+ 22 - 23 /
23 x 39
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
3400
4800
7400
Totaal: 7400
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het mate-
riaal van de gebruikte pannen.
Algemeen
19
Kookzone KM 6386 / KM 6387
Minimale tot maximale
Cin cm*
Vermogen in Watt bij 230 V**
y14 - 20 Normaal
Booster
1850
3000
w10 - 16 Normaal
Booster
1400
2200
b18 - 28 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2600
3000
3700
x15 - 23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3700
z15 - 23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3700
x z+ 22 - 23 /
23 x 39
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
3400
4800
7400
Totaal: 11100
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het mate-
riaal van de gebruikte pannen.
Algemeen
20
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak -
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas -
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri -
aal remt de afvalproductie en het ge -
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge -
meente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap -
paraten bevatten meestal nog waarde -
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei -
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur. Vraag uw hande -
laar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor -
den opgeslagen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
21
Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak
dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw ge -
bruiksaanwijzing.
Eerste reiniging
^Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.
^Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een voch -
tige doek en wrijf het daarna weer droog.
Ingebruikneming
Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand):
Na het inbouwen kan de eerste dagen een spleet zichtbaar
zijn tussen de kookplaat en het werkblad. Deze spleet zal
door het gebruik kleiner worden. De elektrische veiligheid
van het apparaat is echter altijd gewaarborgd.
De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een
speciaal beschermlaagje. Als u het apparaat voor het eerst in
gebruik neemt, ontstaan daardoor geurtjes (en eventueel
dampen). Ook door het opwarmen van de inductiespoelen
ontstaan tijdens de eerste bedrijfsuren geurtjes. Bij elk vol-
gend gebruik neemt de geurvorming geleidelijk af, totdat u
niets meer waarneemt.
Wanneer er geurtjes en damp vrijkomen, betekent dat niet
dat het apparaat verkeerd is aangesloten of defect is. De
geurtjes en de damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Houdt u er rekening mee dat de opwarmtijd bij inductie -
kookplaten veel korter is dan bij gewone kookplaten.
Vóór het eerste gebruik
22
Principe
Onder de keramische plaat bevinden zich inductiespoelen.
Als u een kookzone inschakelt, genereren deze spoelen een
magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De
kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stra -
lingswarmte van de pan.
Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een
magnetiseerbare bodem (zie "De juiste pannen"). Het sys -
teem houdt automatisch rekening met de grootte van de ge -
bruikte pan.
Op het betreffende bedieningspaneel knipperen de cijfers 1
tot 9,
als u een kookzone zonder pan of met een ongeschikte
pan (met niet magnetiseerbare bodem) inschakelt.
als de bodemdiameter van de pan te klein is.
als u de pan van een ingeschakelde kookzone haalt.
Als u binnen 3 minuten een geschikte pan op de kookzone
zet, verdwijnt het symbool en kunt u gewoon doorgaan.ß
Als u geen (geschikte) pan gebruikt, wordt de kookplaat na 3
minuten automatisch uitgeschakeld.
Verbrandingsgevaar!
Als het apparaat is ingeschakeld, onbedoeld wordt inge -
schakeld of bij restwarmte kunnen metalen voorwerpen op
het apparaat heet worden.
Leg daarom geen metalen voorwerpen op de kookplaat
(zoals bestek).
Schakel de kookzone(s) na gebruik met de betreffende
sensortoets uit.
Inductie
23
Geluiden
Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookge -
rei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van
het materiaal en de constructie van de bodem van het kook -
gerei.
Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een brom -
geluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u
een lagere vermogensstand instelt.
Bij pannen met een bodem die uit verschillende materialen
bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem) kan een
knetterend geluid optreden.
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar ver -
bonden kookzones (zie "Booster") tegelijk zijn ingescha -
keld en op de kookzones pannen staan met een bodem
die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een
sandwichbodem).
Vooral bij lage vermogensstanden kunnen bij elektronische
schakelingen klikgeluiden optreden.
Er kan een zoemend geluid ontstaan als de ventilator
wordt ingeschakeld. De ventilator koelt de elektronica als u
de kookplaat intensief gebruikt. Ook nadat u het apparaat
heeft uitgeschakeld, kan de ventilator doorlopen.
Inductie
24
De juiste pannen
Geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een magnetiseerbare bodem.
geëmailleerd staal.
– gietijzer.
Niet geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een niet magnetiseerbare bodem.
aluminium of koper.
glas, keramiek of aardewerk.
Als u niet zeker weet of een pan geschikt is voor inductie,
kunt u een magneet tegen de panbodem houden. Blijft de
magneet hangen, dan is de pan geschikt.
Houdt u er rekening mee dat de eigenschappen van de pan-
bodem het bereidingsresultaat beïnvloeden.
Om optimaal gebruik te maken van een kookzone moet u het
formaat van de pan zo kiezen dat de pan tussen de binnen-
ste en de buitenste markering (markeringsstreepjes - afhan-
kelijk van het model) van de kookzone past. Als de pan
kleiner is dan de binnenste markering, reageert de kookzone
alsof er geen pan op staat.
Houdt u er rekening mee dat pannenfabrikanten vaak de dia -
meter aan de bovenkant vermelden. Van belang is echter al -
leen de (meestal kleinere) bodemdiameter.
Verbrandingsgevaar!
Als pannen slechts gedeeltelijk op een kookzone staan,
kunnen de grepen heet worden.
Zet pannen daarom altijd midden op een kookzone.
Inductie
25
Het apparaat heeft af fabriek 9 vermogensstanden. Als u fijner afgestemde vermo -
gensstanden wenst, kunt u het aantal standen vergroten (zie "Programmering").
Vermogensstand
instelling
af fabriek
(9 vermogens-
standen)
gewijzigde
instelling
(17 vermogens-
standen)
Boter smelten
Gelatine oplossen
1 tot 2 1 tot 2+
Rijstepap, havermoutpap maken 2 2 tot 2+
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Rijst wellen
3 3 tot 3+
Groente ontdooien (in een blok) 3 2+ tot 3
Graan wellen 3 2+ tot 3+
Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten
Omelet, eieren zonder korstje bakken
Fruit blancheren
4 4 tot 4+
Deegwaren wellen 4 4 tot 5+
Groente, vis stoven 5 5
Diepvriesproducten ontdooien en verwarmen 5 5 tot 5+
Aankoken van grote hoeveelheden, bijv. eenpansgerechten
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus
of sauce hollandaise
6 5+ tot 6
Eieren behoedzaam bakken (zonder oververhitting van het
vet)
6 5+ tot 6+
Vis, schnitzel, braadworst behoedzaam bakken (zonder over -
verhitting van het vet)
7 6+ tot 7+
Poffertjes, pannenkoeken, etc. bakken 7 6+ tot 7
Aanbraden van stoofgerechten 8 8 tot 8+
Grote hoeveelheden water koken
Aankoken
9 9
De aangegeven standen zijn slechts algemene richtlijnen.
Het vermogen van de inductiespoel varieert afhankelijk van de grootte en het ma -
teriaal van de panbodem. Het is dan ook mogelijk dat bij uw pannen de vermo -
gensstanden een geringe afwijking vertonen. Bepaal in de dagelijkse praktijk wel -
ke instellingen het beste bij uw pannen passen.
Tabel vermogensstanden
26
Principe van de bediening
De kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen.
Deze reageren op vingercontact.
Als de kookplaat uit is, ziet u alleen de symbolen van de sen -
sortoetsen "Aan/Uit" en "Vergrendeling".
Als u de kookplaat inschakelt, lichten ook de andere sensor -
toetsen op. Op de bedieningspanelen branden de cijfers "0"
met lichtsterkte 2. De cijfers 1 tot 9 branden met lichtsterkte
1.
Als u een vermogensstand instelt, branden de cijfers 0 tot en
met de ingestelde vermogensstand met lichtsterkte 2.
Als u de booster- of warmhoudstand instelt, brandt de betref -
fende sensortoets met lichtsterkte 2.
U bedient de kookplaat door met uw vinger de juiste toetsen
aan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met een
akoestisch signaal.
Als het bedieningspaneel verontreinigd is of als er voor-
werpen op liggen, reageren de sensortoetsen niet of u ac-
tiveert onbedoeld functies. Ook kan de kookplaat automa-
tisch worden uitgeschakeld (zie de rubriek
"Veiligheidsuitschakeling").
Hete pannen op het bedieningspaneel kunnen de elektro -
nische onderdelen eronder beschadigen. Houd het bedie -
ningspaneel daarom altijd vrij en schoon en zet er geen
hete pannen op.
Bediening
27
Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is!
Kookplaat inschakelen
^ Druk op de toets .s
Alle toetsen lichten op. Voert u daarna geen waarden in, dan
wordt de kookplaat om veiligheidsredenen na enkele secon -
den weer uitgeschakeld.
Kookzone inschakelen
Een kookzone is niet actief als alleen de "0" op het betreffen -
de bedieningspaneel oplicht.
^Druk op de "0" om de kookzone te activeren.
Alle vermogensstanden lichten nu op.
Vermogensstand instellen
Vermogensstanden af fabriek
^ Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel van
de te gebruiken kookzone.
Extra vermogensstanden
(zie "Tabel vermogensstanden")
^Druk tussen twee vermogensstanden als u een
tussenstand wilt kiezen.
Als u bijvoorbeeld vermogensstand 7+ instelt, lichten de cij -
fers 7 en 8 feller op dan de overige cijfers.
Vermogensstand wijzigen
^Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel van
de te gebruiken kookzone.
Bediening
28
PowerFlex-kookvlak
U kunt de PowerFlex-kookzones tot een groot
PowerFlex-kookvlak samenvoegen. De instellingen voor het
kookvlak regelt u via de achterste c.q. de linker
PowerFlex-kookzone. Het andere bedieningspaneel dooft,
met uitzondering van het symbool .y
Activeren/deactiveren
^Druk op de toets .y
Tip
Als u bijvoorbeeld snel een grote hoeveelheid water wilt ver -
hitten, kunt u het beste het PowerFlex-kookvlak gebruiken.
Het kookvlak heeft (met de TwinBooster op stand 2) het
hoogste vermogen van alle kookzones.
De pan moet een diameter van minimaal 22 cm hebben. Zet
de pan binnen de markering die in het midden van het
kookvlak is aangebracht.
Bediening
29
Aankookautomaat
Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende
kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen inge -
schakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand
(doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af
van de ingestelde doorkookstand (zie tabel).
Activeren
^Druk zo lang op het cijfer van de gewenste doorkookstand
totdat u een signaal hoort en de ingestelde doorkookstand
begint te knipperen.
Gedurende de aankooktijd (zie tabel) knippert de ingestelde
doorkookstand.
Als u het heeft (zie "Pro-aantal vermogensstanden vergroot
grammering") en u een tussenstand heeft gekozen, knipperen
de vermogensstanden voor en na de tussenstand.
Als u tijdens de aankooktijd de doorkookstand wijzigt, de-
activeert u de aankookautomaat.
Deactiveren
^ Druk zo lang op de ingestelde doorkookstand totdat de
weergave continu brandt.
of:
^Kies een andere vermogensstand.
Bediening
30
Doorkookstand* Aankooktijd in
minuten en
seconden (ca.)
1 0 : 15
1+ 0 : 15
2 0 : 15
2+ 0 : 15
3 0 : 25
3+ 0 : 25
4 0 : 50
4+ 0 : 50
5 2 : 00
5+ 5 : 50
6 5 : 50
6+ 2 : 50
7 2 : 50
7+ 2 : 50
8 2 : 50
8+ 2 : 50
9 -
* De doorkookstanden 1+, etc. zijn alleen beschikbaar als u
het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Program -
mering").
Bediening
31
Booster
De kookzones hebben een booster of een TwinBooster, zie
het hoofdstuk "Algemeen".
De booster vergroot het vermogen, waardoor u grote hoe -
veelheden snel kunt verhitten. Bijvoorbeeld water voor het ko -
ken van pasta (zie ook de tip in de rubriek
"PowerFlex-kookvlak"). De booster is maximaal 15 minuten
actief.
U kunt de booster voor maximaal twee kookzones tegelijk ge -
bruiken.
Als u de booster inschakelt, terwijl
geen vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van de
boostertijd of bij het eerder uitschakelen van de functie au-
tomatisch teruggeschakeld naar vermogensstand 9.
wel een vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van
de boostertijd of bij het eerder uitschakelen van de functie
automatisch teruggeschakeld naar de ingestelde vermo-
gensstand.
Als u tijdens de boostertijd de pan van de kookzone haalt,
wordt de tijd stopgezet. De functie wordt voortgezet als u de
pan binnen 3 minuten terugzet.
Telkens twee kookzones zijn met elkaar verbonden, zodat het
vermogen voor de booster beschikbaar kan worden gesteld.
Gedurende de boostertijd wordt aan de verbonden kookzone
een deel van het vermogen onttrokken. Mogelijke effecten:
- de aankookfunctie wordt gedeactiveerd.
- de vermogensstand wordt verlaagd.
- de verbonden kookzone wordt uitgeschakeld.
Bediening
32
Gedurende de boostertijd branden de sensortoets en alleB
cijfers op het betreffende bedieningspaneel met lichtsterkte
2.
Booster inschakelen
^Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de te ge -
bruiken kookzone.
^Kies zo nodig een vermogensstand.
^Druk op de toets .B
TwinBooster inschakelen
Stand 1
^Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de te ge -
bruiken kookzone.
^ Kies zo nodig een vermogensstand.
^ Druk op de toets .B
Het controlelampje voor de TwinBooster op stand 1 licht op.¤
Stand 2
^ Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de te ge-
bruiken kookzone.
^Kies zo nodig een vermogensstand.
^Druk 2 keer op de toets .B
Het controlelampje voor de TwinBooster op stand 2 licht op.¥
Booster / TwinBooster uitschakelen
^Tip de sensortoets B
- één keer aan (booster).
- zo vaak aan totdat de controlelampjes gedoofd
zijn (TwinBooster).
of:
^Kies een andere vermogensstand.
Bediening
33
Warmhouden
Sommige kookzones hebben een warmhoudstand.
De warmhoudstand is niet bedoeld voor het opwarmen
van reeds afgekoelde gerechten. De warmhoudstand is
voor het warmhouden van gerechten meteen na de berei -
ding.
Als u de warmhoudstand instelt, blijft de kookzone maximaal
2 uur ingeschakeld.
Warmhoudstand in-/uitschakelen
^Druk op de toets van de betreffende kookzone.2
Tips
Houd gerechten alleen in de pan warm. Dek de pan met
een deksel af.
U hoeft de gerechten tijdens het warmhouden niet te roe-
ren.
De voedingswaarde van een gerecht neemt gedurende de
bereiding af. Tijdens het warmhouden neemt de voedings-
waarde verder af. Houd de warmhoudtijd dan ook zo kort
mogelijk.
Bediening
34
Uitschakelen en restwarmte-indicatie
Het uitschakelen van een kookzone
^Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de betreffende
kookzone.
De cijfers 1 tot 9 gaan na enkele seconden uit. Als de kook -
zone nog heet is, wordt daarna de restwarmte weergegeven.
Het uitschakelen van de kookplaat
^ Druk op de toets .s
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. Alle sensortoetsen do -
ven.
Restwarmte-indicator
Is er sprake van restwarmte, dan doven de cijfers 1 tot 9 op
het bedieningspaneel pas na enkele seconden. De
restwarmte-indicatoren van nog hete kookzones lichten op.
De streepjes van de restwarmte-indicatie verdwijnen één voor
één als de kookzone afkoelt. Als het laatste streepje ver-
dwijnt, dooft ook het cijfer "0".
Verbrandingsgevaar!
Raak de kookzones niet aan als de restwarmte-indicatie
nog brandt.
Bediening
35
Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die ma -
nier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt.
zonder deksel met deksel
Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor
een kleine pan is minder energie nodig dan voor een gro -
te, niet geheel gevulde pan.
Gebruik zo weinig mogelijk water.
Schakel na het aankoken of aanbraden op tijd terug naar
een lagere vermogensstand.
Met een snelkookpan kunt u de bereidingstijd aanzienlijk
verkorten.
Tips om energie te besparen
36

Produktspecifikationer

Varumärke: Miele
Kategori: Ugn
Modell: KM 6386
Vikt: 59 g
Bredd: 98 mm
Djup: 121 mm
Höjd: 18 mm
Förpackningens vikt: 171 g
Förpackningens bredd: 170 mm
Djuppackning: 142 mm
Förpackningshöjd: 30 mm
Instruktioner: Ja
Typ av seriell anslutning: RS-232
Hållbarhetscertifikat: RoHS
Förvaringstemperatur: -40 - 85 °C
Internera: Ja
Stöder Linux: Ja
Värdgränssnitt: PCIe
Serveroperativsystem som stöds: Windows Server 2003, Windows Server 2003 x64, Windows Server 2008 R2
Seriell port(ar): 2
Drifttemperatur (TT): -30 - 75 °C
Relativ luftfuktighet i drift (VV): 5 - 95 procent
FIFO (först in, först ut): 256 B
Dataöverföringshastighet (max): 0.0009216 Gbit/s
Utgångsgränssnitt: Serie

Behöver du hjälp?

Om du behöver hjälp med Miele KM 6386 ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig




Ugn Miele Manualer

Ugn Manualer

Nyaste Ugn Manualer