Yamaha F15 (2019) Bruksanvisning
Yamaha
Utombordsmotor
F15 (2019)
Läs nedan 📖 manual på svenska för Yamaha F15 (2019) (106 sidor) i kategorin Utombordsmotor. Denna guide var användbar för 17 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare
Sida 1/106

Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw bui-
tenboordmotor te gebruiken.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
F9.9H
F15C
F20B
6AG-28199-7E-D0

DMU25053
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw buitenboordmotor te
gebruiken. Bewaar deze handleiding aan boord in een waterdichte zak tijdens
het varen. Deze handleiding moet bij de buitenboordmotor blijven wanneer hij
wordt verkocht.

Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25108
Aan de eigenaar
Dank u voor het kiezen van een Yamaha bui-
tenboordmotor. Deze gebruikershandleiding
bevat informatie over juiste bediening, on-
derhoud en zorg. Een grondig begrip van
deze eenvoudige instructies zal u helpen om
maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te
krijgen. Raadpleeg een Yamaha-dealer, in-
dien u vragen over de bediening of onder-
houd van uw buitenboordmotor hebt.
In deze gebruikershandleiding is bijzonder
belangrijke informatie als volgt aangeduid.
: dit is het symbool voor veiligheids-
waarschuwingen. Het wordt gebruikt om u
op mogelijke verwondinggevaren te wijzen.
Volg alle veiligheidsmeldingen achter dit
symbool op om mogelijke verwondingen of
overlijden te voorkomen.
WAARSCHUWING
DWM00782
Een WAARSCHUWING wijst op een ge-
vaarlijke situatie die kan leiden tot de
dood of ernstige letsels als ze niet wordt
vermeden.
OPGELET
DCM00702
Een alinea die vooraf wordt gegaan door
OPGELET vermeldt speciale voorzorgs-
maatregelen die moeten worden geno-
men om schade aan de
buitenboordmotor of aan andere eigen-
dommen te voorkomen.
NOTA:
Een NOTA geeft belangrijke informatie om
handelingen gemakkelijker of duidelijker te
maken.
Yamaha zoekt voortdurend vooruitgang in
productontwerp en kwaliteit. Daarom, on-
danks dat deze handleiding de laatste pro-
ductinformatie bevat die verkrijgbaar is ten
tijde van uitgave, kunnen er kleine afwijkin-
gen tussen uw machine en deze handleiding
zijn. Raadpleeg uw Yamaha-dealer, indien u
enige vragen aangaande dit handboek heeft.
Yamaha raadt aan dat u het product correct
gebruikt en de gespecificeerde periodieke in-
specties en onderhoud correct uitvoert vol-
gens de instructies in de
gebruikershandleiding, om een lang leven
van het product te verzekeren. Elke schade,
veroorzaakt door het niet volgen van deze in-
structies, valt niet onder de garantie.
Sommige landen hanteren wetten of regels
die gebruikers verbieden het product mee te
nemen buiten het land van aankoop. Dit kan
het registreren van het product in het land
van bestemming onmogelijk maken. Daar-
naast kan de garantie in sommige gebieden
niet van toepassing zijn. Raadpleeg de dea-
ler waar het product is aangeschaft voor
meer informatie, indien u het product mee
wilt nemen naar een ander land.
Indien het gekochte product reeds was ge-
bruikt, neemt u contact op met uw dichtstbij-
zijnde dealer voor herregistratie en om recht
te krijgen op de aangegeven diensten.
NOTA:
De F9.9HE, F9.9HMH, F9.9HWH, F15CE,
F15CEH, F15CEP, F15CMH, F20BE,
F20BEH, F20BEP, F20BMH en de stan-
daardaccessoires worden gebruikt als basis
voor de verklaringen en afbeeldingen in deze
handleiding. Daardoor kunnen sommige on-
derdelen niet op ieder model van toepassing
zijn.

Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25123
F9.9H, F15C, F20B
GEBRUIKERSHANDLEIDING
©2019 door Yamaha Motor Co., Ltd.
1e Uitgave, november 2018
Alle rechten voorbehouden.
Elke herdruk of onbevoegd gebruik
zonder de schriftelijke toelating van
Yamaha Motor Co., Ltd.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Japan

Inhoud
Veiligheidsinformatie ........................ 1
Buitenboordmotorveiligheid.............. 1
Propeller .............................................. 1
Draaiende onderdelen......................... 1
Hete onderdelen.................................. 1
Elektrische schokken........................... 1
Kantelbekrachtiging............................. 1
Motorstopschakelaarkoord .................. 1
Benzine ............................................... 2
Blootstelling aan en morsen van
benzine ............................................ 2
Koolmonoxide...................................... 2
Wijzigingen .......................................... 2
Scheepvaartveiligheid ...................... 2
Alcohol en verdovende middelen ........ 2
Zwemvesten ........................................ 2
Mensen in het water ............................ 2
Passagiers........................................... 3
Overladen............................................ 3
Vermijd botsingen................................ 3
Aanvaringen met drijvende of
ondergedompelde objecten ............. 3
Weersomstandigheden ....................... 4
Passagiersopleiding ............................ 4
Scheepvaartveiligheidspublicaties ...... 4
Wetten en voorschriften ...................... 4
Algemene informatie......................... 5
Plaats voor identificatienummers ..... 5
Buitenboordmotorserienummer........... 5
Sleutelnummer .................................... 5
EG-verklaring van
overeenstemming (DoC)............... 6
CE-markering ................................... 6
Lees handleidingen en labels........... 7
Waarschuwingslabels ......................... 7
Specificaties en vereisten .............. 10
Technische gegevens ....................10
Installatievereisten ......................... 12
Bootvermogen (pk)............................ 12
Buitenboordmotor monteren.............. 12
Afstandsbedieningsvereisten ......... 12
Accuvereisten ................................ 12
Technische gegevens van de accu ... 12
Installeren van de accu ..................... 13
Propellerkeuze............................... 13
Neutraal-startbeveiliging ................ 13
Motorolievereisten.......................... 14
Brandstofvereisten......................... 14
Benzine ............................................. 14
Modderig of zuurrijk water.............. 15
Anti-fouling..................................... 15
Buitenboordmotorafdankings-
vereisten ..................................... 15
Nooduitrusting................................ 16
Componenten.................................. 17
Schematische voorstelling van de
componenten .............................. 17
Brandstoftank .................................... 18
Brandstofleidingkoppelstuk ............... 18
Brandstofmeter .................................. 18
Benzinetankdop................................. 18
Ontluchtingsschroef........................... 18
Afstandsbedieningskast .................... 18
Afstandsbedieningshendel ................ 19
Neutraal vergrendeltrekker ................ 19
Neutraal gashendel ........................... 19
Stuurhendel ...................................... 20
Schakelhendel .................................. 20
Gashendel ........................................ 20
Brandstofverbruiksindicator .............. 20
Gashendelfrictieafstelling .................. 21
Noodstopkoord en clip....................... 21
Motorstopknop .................................. 22
Handgreep repeteerstarter ................ 22
Startknop ........................................... 22
Hoofdschakelaar ............................... 23
Kantelbekrachtigingsschakelaar........ 23
Stuurfrictieregelhendel ...................... 23
Trimtap .............................................. 24
Trimstang (kantelpen) ....................... 25
Kantelvergrendelingsmechanisme .... 25
Kantelsteunknop................................ 25
Kantelsteunstang............................... 26
Kantelbekrachtigingseenheid ............ 26

Inhoud
Motorkapvergrendelhendel................ 26
Doorspoelplug ................................... 27
Waarschuwingslampje ..................... 27
Instrumenten en
verklikkerlampjes ............................ 28
Verklikkers ..................................... 28
Oliedrukwaarschuwingslampje.......... 28
Oververhittingwaarschu-
wingslampje ................................... 28
Motorcontrolesysteem.................... 29
Waarschuwingssysteem ................ 29
Oververhittingswaarschuwing ........... 29
Oliedrukwaarschuwing ...................... 29
Installatie.......................................... 31
Installatie ........................................ 31
De buitenboordmotor monteren ........ 31
Vastklemmen van de
buitenboordmotor........................... 33
Werking ............................................ 35
Eerste gebruik ................................ 35
De motor met motorolie vullen .......... 35
Inlopen van de motor......................... 35
Leer uw boot kennen......................... 35
Controleert voordat de motor wordt
gestart ......................................... 36
Brandstofpeil ..................................... 36
Verwijderen van de motorkap............ 36
Brandstofsysteem.............................. 36
Bedieningselementen........................ 37
Noodstopkoord .................................. 37
Motorolie............................................ 37
Motor ................................................. 38
Doorspoelplug ................................... 38
Installeren van de motorkap .............. 38
Controleren van het
kantelbekrachtigingssysteem......... 39
Accu .................................................. 39
Brandstof bijvullen ......................... 40
De motor gebruiken........................ 41
Brandstof verzenden (draagbare
tank) ............................................... 41
Starten van de motor......................... 43
Controles na het starten van de
motor........................................... 48
Koelwater .......................................... 48
De motor laten warmdraaien.......... 48
Modellen met manuele starter en
elektrische starter........................... 48
Controles na het warmdraaien van
de motor...................................... 49
Schakelen.......................................... 49
Stopschakelaars................................ 49
Schakelen ...................................... 49
De boot stoppen............................. 51
Motor uitschakelen......................... 51
Procedure.......................................... 51
De buitenboordmotor trimmen ....... 52
Afstelling van de trimhoek bij
modellen met een handbediend
kantelmechanisme ......................... 52
Afstellen van de trimhoek (modellen
met kantelbekrachtiging) ................ 53
Boottrim instellen............................... 54
Naar boven en naar beneden
kantelen ...................................... 55
Procedure voor het naar boven
kantelen (modellen met
handbediend
kantelmechanisme)........................ 55
Procedure voor omhoog kantelen
(modellen met
kantelbekrachtiging)....................... 56
Procedure voor omlaag kantelen
(modellen met handbediend
kantelsysteem)............................... 57
Procedure voor omlaag kantelen
(modellen met
kantelbekrachtiging)....................... 58
Ondiep water ................................. 58
Varen in ondiep water (modellen
met handbediend
kantelmechanisme)........................ 58
Modellen met kantelbekrachtiging..... 60

1
Veiligheidsinformatie
DMU33623
Buitenboordmotorveiligheid
Neem deze voorzorgsmaatregelen te allen
tijde in acht.
DMU36502
Propeller
Personen kunnen gewond raken of gedood
worden wanneer ze in contact komen met de
propeller. De propeller kan blijven bewegen
wanneer de motor in neutraal staat, en de
scherpe randen van de propeller kunnen ook
snijwonden veroorzaken terwijl de propeller
stilstaat.
Schakel de motor uit wanneer er zich een
persoon vlakbij de boot in het water be-
vindt.
Houd mensen uit de buurt van de propel-
ler, zelfs wanneer de motor niet draait.
DMU40272
Draaiende onderdelen
Handen, voeten, haar, juwelen, kledingstuk-
ken, zwemvestriempjes enz. kunnen worden
gegrepen door de inwendige draaiende on-
derdelen van de motor, met ernstige verwon-
dingen of de dood tot gevolg.
Verwijder de motorkap nooit als het niet echt
nodig is. Verwijder of installeer de motorkap
nooit terwijl de motor draait.
Laat de motor uitsluitend zonder motorkap
draaien met inachtneming van de specifieke
instructies in de handleiding. Houd uw han-
den, voeten, haar, juwelen, kledingstukken,
zwemvestriempjes enz. uit de buurt van
eventuele blootliggende bewegende onder-
delen.
DMU33641
Hete onderdelen
Tijdens en na de werking zijn bepaalde mo-
toronderdelen heet genoeg om brandwon-
den te veroorzaken. Vermijd iedere
aanraking met onderdelen onder de motor-
kap tot de motor is afgekoeld.
DMU33651
Elektrische schokken
Raak geen elektrische onderdelen aan bij
het starten van de motor of terwijl de motor
draait. Ze kunnen schokken of elektrocutie
veroorzaken.
DMU34791
Kantelbekrachtiging
Er kunnen lichaamsdelen worden verpletterd
tussen de motor en de klembeugel wanneer
de motor wordt getrimd of gekanteld. Houd li-
chaamsdelen te allen tijde uit deze zone.
Vergewis u ervan dat er zich niemand in
deze zone bevindt alvorens het kantelbe-
krachtigingsmechanisme te laten werken.
De kantelbekrachtigingsschakelaars werken
ook wanneer de hoofdschakelaar op uit
staat. Houd mensen uit de buurt van de
schakelaars tijdens werkzaamheden rond-
om de motor.
Kom nooit onder het staartstuk als het ge-
kanteld is, zelfs niet als de kantelsteunhen-
del of -knop vergrendeld is. Als de
buitenboordmotor per ongeluk valt, kunt u
ernstig gewond raken.
DMU33672
Motorstopschakelaarkoord
Bevestig de motorstopschakelaarkoord zo
dat de motor stopt wanneer de gebruiker
overboord valt of de stuurhendel verlaat. Dat
om te voorkomen dat de boot stuurloos ver-
der vaart en mensen achterlaat, of over men-
sen of voorwerpen vaart.
Bevestig de motorstopschakelaarkoord tij-
dens het gebruik van de motor altijd op een
veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm
of been. Maak ze niet los om de stuurhendel
te verlaten terwijl de boot vaart. Bevestig de
koord niet aan een kledingstuk dat los zou
kunnen scheuren, en leid de koord niet langs
punten waar ze verstrikt kan raken, zodat ze
haar functie niet langer vervult.

Veiligheidsinformatie
2
Leid de koord niet langs plaatsen waar de
kans groot is dat er per ongeluk aan wordt
getrokken. Als er aan de koord wordt getrok-
ken tijdens het varen, wordt de motor uitge-
schakeld en kunt u de boot niet meer
besturen. De boot zou snel kunnen vertra-
gen, waardoor passagiers en voorwerpen
voorwaarts worden geslingerd.
DMU33811
Benzine
Benzine en benzinedampen zijn uiterst
brandbaar en explosief. Volg voor het tan-
ken steeds de procedure op pagina 41 om
het risico van brand en explosie zo klein mo-
gelijk te houden.
DMU33821
Blootstelling aan en morsen van
benzine
Mors geen benzine. Als u toch benzine
morst, veeg hem dan onmiddellijk op met
droge doeken. Werp de doeken weg zoals
het hoort.
Mocht er benzine op uw huid terechtkomen,
verwijder die dan onmiddellijk met zeep en
water. Trek andere kleren aan als er benzine
op uw kleren terecht is gekomen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzi-
ne hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp
hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt
gekregen. Tracht nooit brandstof over te he-
velen door ze aan te zuigen met uw mond.
DMU33901
Koolmonoxide
Dit product stoot uitlaatgassen uit die kool-
monoxide bevatten, een kleur- en geurloos
gas dat hersenschade of de dood van ver-
oorzaken bij inademing. Symptomen van
koolmonoxidevergiftiging zijn onder meer
misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid.
Zorg ervoor dat cockpit en cabine altijd goed
geventileerd zijn. Vermijd het blokkeren van
uitlaatopeningen.
DMU33781
Wijzigingen
Tracht geen wijzigingen aan te brengen aan
deze buitenboordmotor. Wijzigingen aan uw
buitenboordmotor kunnen de veiligheid en
betrouwbaarheid aantasten, en de buiten-
boordmotor onveilig of onwettig voor gebruik
maken.
DMU33742
Scheepvaartveiligheid
Dit hoofdstuk bevat enkele van vele belang-
rijke veiligheidsvoorschriften die u dient na te
leven tijdens het varen.
DMU33711
Alcohol en verdovende middelen
Ga nooit uit varen na het drinken van alcohol
of het innemen van verdovende middelen.
Intoxicatie is een van de voornaamste facto-
ren die bijdragen tot dodelijke ongevallen op
het water.
DMU40281
Zwemvesten
Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan
boord hebt voor elke passagier. Yamaha
raadt u aan altijd een zwemvest te dragen
wanneer u gaat varen. Kinderen en niet-
zwemmers moeten in ieder geval altijd een
zwemvest dragen, en iedereen moet een
zwemvest dragen wanneer de vaaromstan-
digheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.
DMU33732
Mensen in het water
Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het
water, zoals zwemmers, waterskiërs of dui-
kers, telkens wanneer de motor draait. Wan-
neer er zich iemand in het water bevindt
vlakbij de boot, schakelt u in neutraal en legt
u de motor stil.
Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers
kunnen moeilijk zichtbaar zijn.
De propeller kan blijven draaien, zelfs wan-
neer de motor in neutraal staat. Schakel de

Veiligheidsinformatie
3
motor uit wanneer er zich een persoon vlak-
bij de boot in het water bevindt.
DMU33752
Passagiers
Raadpleeg de instructies van uw bootfabri-
kant voor informatie over de aangewezen
passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u
ervan dat alle passagiers veilig plaats heb-
ben genomen alvorens te accelereren en
wanneer de motor sneller draait dan met het
stationair toerental. Staan of zitten op niet
aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat
men overboord wordt geslingerd of in de
boot valt ten gevolge van golven, kielzog of
plotse snelheids- of richtingsveranderingen.
Zelfs wanneer iedereen correct plaats heeft
genomen in de boot, dient u uw passagiers
te waarschuwen wanneer u een ongewoon
manoeuvre dient te maken. Tracht opsprin-
gende golven en kielzog steeds te vermij-
den.
DMU33763
Overladen
De boot mag nooit worden overladen. Kijk op
de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de
bootfabrikant voor het toegestane maxi-
mumgewicht en maximumaantal passagiers.
Zorg ervoor dat het gewicht naar behoren
over de boot is verdeeld in overeenstemming
met de instructies van de bootfabrikant. Het
overladen of verkeerd verdelen van het ge-
wicht over de boot kan de bestuurbaarheid
van de boot in het gedrang brengen en lei-
den tot ongevallen, kapseizen of vollopen.
DMU33773
Vermijd botsingen
Wees voortdurend op de uitkijk voor men-
sen, voorwerpen en andere boten. Wees op
uw hoede voor omstandigheden die de zicht-
baarheid beperken of uw zicht blokkeren.
Stuur defensief met een veilige snelheid en
houd voldoende afstand van mensen, voor-
werpen en andere boten.
Vaar niet op korte afstand achter andere
boten of waterskiërs.
Vermijd scherpe bochten of andere ma-
noeuvres die het anderen moeilijk maken
om u te ontwijken of te voorspellen waar u
heen gaat.
Vermijd gebieden met gezonken voorwer-
pen of ondiep water.
Ken uw grenzen en vermijd agressieve
manoeuvres om het risico op controlever-
lies en botsingen te vermijden en om te
vermijden dat u uit het vaartuig wordt ge-
slingerd.
Reageer tijdig om botsingen te vermijden.
Vergeet niet dat boten geen remmen heb-
ben en dat het afzetten van de motor of het
verminderen van de stuwkracht de wen-
baarheid kunnen verminderen. Als u niet
zeker bent dat u op tijd kunt stoppen om
een voorwerp te ontwijken, geef dan gas
bij en stuur in een andere richting.
DMU48100
Aanvaringen met drijvende of
ondergedompelde objecten
Als de buitenboordmotor een drijvend object
of een obstakel in het water raakt tijdens het
cruisen, kan het volgende gebeuren:
De passagiers en enig loszittend materiaal
ZMU06025

Veiligheidsinformatie
4
of bagage kan mogelijk naar voren worden
gegooid vanwege het plotselinge afrem-
men.
Delen van de buitenboordmotor kunnen
vanwege de botsing mogelijk loskomen en
van de boot af worden gegooid.
De boot of buitenboordmotor kan vanwege
de botsing mogelijk beschadigd raken.
Wanneer u met de boot vaart in een gebied
waar er zich mogelijk drijvende objecten of
obstakels in het water kunnen bevinden,
moet u er zeker van zijn dat u de trimhoek
van de buitenboordmotor afstelt, dat u vaart
mindert dat u de boot voorzichtig bedient.
Voor meer informatie, zie pagina 58.
Als de buitenboordmotor een drijvend object
of obstakel in het water raakt, moet u er ze-
ker van zijn dat zich er geen abnormaliteiten
omtrent de boot en de buitenboordmotor
voordoen. Als er iets abnormaals wordt ge-
constateerd, keert u terug met lage snelheid
terug naar de dichtsbijzijnde haven en laat u
een Yamaha-dealer de buitenboordmotor in-
specteren.
DMU33791
Weersomstandigheden
Zorg dat u op de hoogte bent van het weer-
bericht. Controleer de weersvoorspellingen
alvorens uit te varen. Ga beter niet uit varen
in gevaarlijk weer.
DMU33881
Passagiersopleiding
Zorg ervoor dat ten minste één andere pas-
sagier opgeleid is in het besturen van de
boot in geval van nood.
DMU33891
Scheepvaartveiligheidspublicaties
Informeer u over de scheepvaartveiligheids-
voorschriften. Bijkomende publicaties en in-
formatie kunt u bekomen bij heel wat
scheepvaartorganisaties.
DMU33602
Wetten en voorschriften
Leer de scheepvaartwetten en -reglementen
die gelden op de plaats waar u gaat varen,
en leef deze na. Er gelden verschillende re-
gels naar gelang van de geografische plaats,
maar in wezen zijn ze allemaal gelijk aan de
Internationale Scheepvaartregels.

5
Algemene informatie
DMU25172
Plaats voor
identificatienummers
DMU25186
Buitenboordmotorserienummer
Het serienummer van de buitenboordmotor
staat vermeld op het label op de bakboordzij-
de van de klembeugel.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in
de daartoe voorziene ruimten om op te ge-
ven bij het bestellen van wisselstukken bij uw
Yamaha-dealer of als referentie in geval uw
buitenboordmotor wordt gestolen.
DMU25192
Sleutelnummer
Als de motor is uitgerust met een hoofdsleu-
telschakelaar, is het sleutelidentificatienum-
mer ingestanst op uw sleutels zoals getoond
op de afbeelding. Noteer dit nummer in de
ruimte voorzien als referentie in geval u een
nieuwe sleutel nodig hebt.
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
1
ZMU05335
1
ZMU05336
1. Serienummer
2. Modelnaam
3. Motorspiegelhoogte
4. Goedgekeurde modelcode
1. Sleutelnummer
34 12
ZMU01692
1
ZMU01694

Algemene informatie
6
DMU38982
EG-verklaring van
overeenstemming (DoC)
Deze verklaring wordt geleverd bij buiten-
boordmotoren die voldoen aan de Europese
voorschriften.
Deze buitenboordmotor voldoet aan bepaal-
de gedeelten van de Europese richtlijnen in-
zake machines.
Iedere conforme buitenboordmotor wordt
geleverd met de EG-verklaring van overeen-
stemming. De EG-verklaring van overeen-
stemming bevat de volgende informatie:
Naam van de motorfabrikant
Modelnaam
Productcode van model (goedgekeurde
modelcode)
Code van nageleefde richtlijnen
DMU38995
CE-markering
Dit label wordt bevestigd op buitenboordmo-
toren die voldoen aan de Europese voor-
schriften.
Buitenboordmotoren met deze “CE”-marke-
ring voldoen aan de richtlijnen van:
2006/42/EC, 94/25/EC - 2003/44/EC,
2014/30/EU, en 2004/108/EC, 2013/53/EU.
1. Positie van het CE-label
ZMU05590
1
1. Positie van het CE-label
ZMU07465
1
ZMU06040

Algemene informatie
8
DMU33913
Inhoud van de labels
De bovenstaande waarschuwingslabels be-
tekenen het volgende.
1
WAARSCHUWING
DWM01692
Bij een noodstart is er geen neutraal-
startbeveiliging. Vergewis u ervan dat de
schakelhendel in neutraal staat alvorens
de motor te starten.
2
WAARSCHUWING
DWM01682
Houd handen, haar en kledingstukken
uit de buurt van draaiende onderdelen
terwijl de motor draait.
Bij het starten of terwijl de motor draait
mag u geen elektrische onderdelen
aanraken of verwijderen.
3
WAARSCHUWING
DWM01672
Lees de handleiding en de labels.
Draag een goedgekeurd zwemvest.
Bevestig het noodstopkoord aan uw
zwemvest, uw arm of uw been zodat de
motor stopt wanneer u de stuurhendel
per ongeluk verlaat, om te voorkomen
dat de boot op hol kan slaan.
6EE-G2794-40
6EE-G2794-50
6EE-H1994-40
6EE-H1994-50
6EE-H1995-40
6EE-H1995-50
ZMU05706
12
3

Algemene informatie
9
DMU33844
Symbolen
De volgende symbolen betekenen het vol-
gende.
Let op/Waarschuwing
Lees de gebruikershandleiding
Gevaar veroorzaakt door constante draaiing
Elektrisch gevaar
Bedieningsrichting van afstandsbedienings-
hendel/schakelhendel, twee richtingen
Motorstart/ motoraanzwengeling
ZMU05696
ZMU05664
ZMU05665
ZMU05666
ZMU05667
ZMU05668

10
Specificaties en vereisten
DMU38092
Technische gegevens
NOTA:
“(AL)” in de specificatiegegevens hieronder
betekent dat de geïnstalleerde propeller van
aluminium is.
DMU2821Z
Afmetingen en gewicht:
Totale lengte:
1048 mm (41.3 in) (F15CEH,
F15CMH, F20BEH, F20BMH,
F9.9HMH, F9.9HWH)
665 mm (26.2 in) (F15CE, F15CEP,
F20BE, F20BEP, F9.9HE)
Totale breedte:
390 mm (15.4 in) (F15CE, F15CEP,
F20BE, F20BEP, F9.9HE)
420 mm (16.5 in) (F15CEH,
F15CMH, F20BEH, F20BMH,
F9.9HMH, F9.9HWH)
Totale hoogte S:
1078 mm (42.4 in) (F15CE, F15CMH,
F20BE, F20BEP, F20BMH, F9.9HE,
F9.9HMH, F9.9HWH)
Totale hoogte L:
1205 mm (47.4 in)
Motorspiegelhoogte S:
438 mm (17.2 in) (F15CE, F15CMH,
F20BE, F20BMH, F9.9HE,
F9.9HMH, F9.9HWH)
443 mm (17.4 in) (F20BEP)
Motorspiegelhoogte L:
565 mm (22.2 in) (F15CE, F15CEH,
F15CMH, F20BE, F20BEH,
F20BMH, F9.9HE, F9.9HMH,
F9.9HWH)
570 mm (22.4 in) (F15CEP, F20BEP)
Droog gewicht (AL) S:
51 kg (112 lb) (F15CMH, F20BMH,
F9.9HMH)
52 kg (115 lb) (F15CE, F20BE,
F9.9HE)
54 kg (119 lb) (F9.9HWH)
57 kg (126 lb) (F20BEP)
Droog gewicht (AL) L:
53 kg (117 lb) (F15CMH, F20BMH,
F9.9HMH)
54 kg (119 lb) (F15CE, F20BE,
F9.9HE)
56 kg (123 lb) (F15CEH, F20BEH,
F9.9HWH)
59 kg (130 lb) (F15CEP, F20BEP)
Prestatie:
Volle-gas bedrijfsbereik:
5000–6000 omw/min
Nominaal vermogen:
7.3 kW (9.9 PK) (F9.9HE, F9.9HMH,
F9.9HWH)
Nominaal vermogen:
11.0 kW (15 PK) (F15CE, F15CEH,
F15CEP, F15CMH)
14.7 kW (20 PK) (F20BE, F20BEH,
F20BEP, F20BMH)
Vrijlooptoerental (in neutraal):
1000–1100 omw/min
Motor:
Type:
4-takt SOHC L2 4kleppen
Slag:
362 cm3 (22.1 c.i.)
Boring slag:
63.0 58.1 mm (2.48 2.29 in)
Ontstekingssysteem:
CDI
Bougie (NGK):
DPR6EB-9
Electrode afstand bougie:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Stuurinrichting:
Afstandsbediening (F15CE,
F15CEP, F20BE, F20BEP, F9.9HE)

Specificaties en vereisten
11
Stuurhendel (F15CEH, F15CMH,
F20BEH, F20BMH, F9.9HMH,
F9.9HWH)
Startsysteem:
Elektrische starter (F15CE, F15CEH,
F15CEP, F20BE, F20BEH, F20BEP,
F9.9HE)
Manuele (F15CMH, F20BMH,
F9.9HMH)
Manuele en elektrische (F9.9HWH)
Carburateur met start systeem:
Prime Start (Voorinspuitstartsy-
steem)
Klepspeling IN (koude motor):
0.15–0.25 mm (0.0059–0.0098 in)
Klepspeling UIT (koude motor):
0.25–0.35 mm (0.0098–0.0138 in)
Accucapaciteit (CCA/EN):
347–411 A (F15CE, F15CEH,
F15CEP, F20BE, F20BEH, F20BEP,
F9.9HE, F9.9HWH)
Accucapaciteit (20HR/IEC):
40 A/u (F15CE, F15CEH, F15CEP,
F20BE, F20BEH, F20BEP, F9.9HE,
F9.9HWH)
Maximumdynamovermogen:
10 A (F15CE, F15CEH, F15CEP,
F20BE, F20BEH, F20BEP, F9.9HE,
F9.9HWH)
Onderste eenheid:
Schakelinrichtingstanden:
Vooruit - Neutraal - Achteruit
Overbrengingsverhouding:
2.08 (27/13)
Trim- en kantelsysteem:
Handbediend kantelsysteem
(F15CE, F15CEH, F15CMH, F20BE,
F20BEH, F20BMH, F9.9HE,
F9.9HMH, F9.9HWH)
Kantelbekrachtiging (F15CEP,
F20BEP)
Propellermerkteken:
J/J1 (F15CE, F15CEH, F15CEP,
F15CMH, F9.9HE, F9.9HMH,
F9.9HWH)
J1 (F20BE, F20BEH, F20BEP,
F20BMH)
Brandstof en olie:
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine
Min. researchoctaangetal (RON):
90
Brandstoftank inhoud:
24 L (6.34 US gal, 5.28 Imp.gal),
25 L (6.61 US gal, 5.50 Imp.gal)
Aanbevolen motorolie:
YAMALUBE 4 of 4-takt buitenboord-
motorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30
API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Motoroliehoeveelheid (zonder oliefilter-
vervanging):
1.6 L (1.69 US qt, 1.41 Imp.qt)
Motoroliehoeveelheid (met oliefilterver-
vanging):
1.8 L (1.90 US qt, 1.58 Imp.qt)
Smeersysteem:
Oliecarter
Aanbevolen tandwielolie:
YAMALUBE-tandwielolie voor bui-
tenboordmotoren of hypoïde-olie
Aanbevolen tandwieloliekwaliteit:
SAE 90 API GL-4
Tandwieloliehoeveelheid:
0.250 L (0.264 US qt, 0.220 Imp.qt)

Specificaties en vereisten
12
Geluids- en trillingsniveau:
Operatorgeluidsdrukniveau (ICOMIA
39/94):
80.3 dB(A)
Trilling in stuurhendel (ICOMIA 38/94):
2.7 m/s2 (F15CEH, F15CMH,
F20BEH, F20BMH, F9.9HMH,
F9.9HWH)
DMU33556
Installatievereisten
DMU33566
Bootvermogen (pk)
WAARSCHUWING
DWM01561
Een boot te krachtig aandrijven kan ern-
stige instabiliteit veroorzaken.
Controleer voor het plaatsen van de buiten-
boordmotor(en) of de totale paardenkrach-
ten van uw buitenboordmotor(en) niet het
maximale paardenkrachtvermogen van de
boot overschrijdt. Zie de capaciteitsplaat van
de boot of neem contact op met de fabrikant.
DMU40491
Buitenboordmotor monteren
WAARSCHUWING
DWM02501
Een verkeerde montage van de buiten-
boordmotor kan tot gevaarlijke omstan-
digheden leiden, zoals een gebrekkige
bestuurbaarheid, verlies van controle
of brand.
Aangezien de buitenboordmotor zeer
zwaar is, is speciale uitrusting en oplei-
ding vereist om hem veilig te monteren.
Uw dealer of een andere persoon met erva-
ring in het optuigen van boten moet de bui-
tenboordmotor monteren met behulp van de
correcte apparatuur en de complete optuig-
instructies. Voor meer informatie, zie pagina
31.
DMU33582
Afstandsbedieningsvereisten
WAARSCHUWING
DWM01581
Als de motor in versnelling start, kan de
boot plots en onverwacht bewegen,
waardoor er een botsing kan worden
veroorzaakt of passagiers over boord
kunnen worden geworpen.
Wanneer de motor ooit in versnelling
start, werkt de neutraalstartbeveiliging
niet correct en mag u de buitenboord-
motor niet langer gebruiken. Neem con-
tact op met uw Yamaha-dealer.
De afstandsbedieningseenheid moet wor-
den uitgerust met (een) neutraal-startbeveili-
ging(en). Dat systeem zorgt ervoor dat de
motor uitsluitend in neutraal kan worden ge-
start.
DMU25695
Accuvereisten
DMU25723
Technische gegevens van de accu
De motor kan niet worden gestart als de ac-
cuspanning te laag is.
DMU36293
Monteren van de accu
Maak de accuhouder stevig vast op een dro-
ge, goed verluchte en trillingsvrije plaats in
de boot. WAARSCHUWING! Plaats geen
brandbare items of losse, zware of meta-
len voorwerpen in hetzelfde comparti-
Accucapaciteit (CCA/EN):
347–411 A (F15CE, F15CEH,
F15CEP, F20BE, F20BEH, F20BEP,
F9.9HE, F9.9HWH)
Accucapaciteit (20HR/IEC):
40 A/u (F15CE, F15CEH, F15CEP,
F20BE, F20BEH, F20BEP, F9.9HE,
F9.9HWH)

Specificaties en vereisten
14
Yamaha goedgekeurde afstandsbedienings-
eenheden zijn uitgerust met (een) neutraal-
startbeveiliging(en). Dat systeem zorgt er-
voor dat de motor uitsluitend kan worden ge-
start wanneer hij in neutraal staat. Zet de
schakelhendel altijd in neutraal wanneer u
de motor start.
DMU41953
Motorolievereisten
Selecteer een olietype op basis van de ge-
middelde temperaturen in de streek waar de
buitenboordmotor zal worden gebruikt.
Wanneer de onder Aanbevolen motorolie
type 1 vermelde olietypes niet beschikbaar
zijn, selecteert u een alternatief olietype ver-
meld onder motorolie type 2.
Aanbevolen motorolie type 1
Aanbevolen motorolie type 2
DMU36361
Brandstofvereisten
DMU40203
Benzine
Gebruik benzine van goede kwaliteit met het
vereiste minimumoctaangetal. Als de motor
geklop of gepingel begint te vertonen, ge-
bruik dan een ander merk brandstof of lood-
vrije superbenzine.
OPGELET
DCM01982
Gebruik geen loodhoudende benzine.
Loodhoudende benzine kan de motor
ernstig beschadigen.
Zorg dat er geen water en vuil in de
brandstoftank terechtkomen. Veront-
reinigde brandstof kan de prestaties
van de motor aantasten of motorscha-
de veroorzaken. Gebruik uitsluitend
verse benzine die zuivere bussen werd
bewaard.
Aanbevolen motorolie:
YAMALUBE 4 of 4-takt buitenboord-
motorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30
API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Aanbevolen motorolieklasse 2:
SAE 15W-40/20W-40/20W-50
API SH/SJ/SL
Motoroliehoeveelheid (zonder oliefil-
tervervanging):
1.6 L (1.69 US qt, 1.41 Imp.qt)
Motoroliehoeveelheid (met oliefilter-
vervanging):
1.8 L (1.90 US qt, 1.58 Imp.qt)
ZMU06854
122˚F
50˚C
104
40
86
30
68
SAE API
SE
SF
SG
SH
SJ
SL
20
50
10
32
0
14
-10
-4
-20
10W–30
10W–40
5W–30
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine
Min. researchoctaangetal (RON):
90
ZMU06855
122˚F
50˚C
104
40
86
30
68
SAE API
SH
SJ
SL
20
50
10
32
0
14
-10
-4
-20
15W–40
20W–40
20W–50

Specificaties en vereisten
15
NOTA:
Dit merkteken geeft de aanbevolen brand-
stof voor deze buitenboordmotor zoals ge-
specificeerd door de Europese
regelgeving (EN228) aan.
Controleer of de benzinespuit dezelfde
identificatie heeft bij het bijtanken.
Gasohol
Er bestaan twee types gasohol: gasohol met
ethanol (E5 en E10) en gasohol met metha-
nol. Ethanol kan worden gebruikt als het
ethanolgehalte niet meer dan 10% bedraagt
en de brandstof voldoet aan de minimumoc-
taangetallen. E85 is een brandstof die 85%
ethanol bevat en die niet mag worden ge-
bruikt in uw buitenboordmotor. Alle ethanol-
mengsels die meer dan 10% ethanol
bevatten, kunnen schade aan het brandstof-
systeem of motorstart- en -bedrijfsproble-
men veroorzaken. Yamaha ontraadt het
gebruik van gasohol met methanol omdat die
schade kan veroorzaken aan het brandstof-
systeem of de motorprestaties kan aantas-
ten.
Het verdient aanbeveling een waterafschei-
dende scheepsbrandstoffilter (minimum 10
micron) te installeren tussen de brandstof-
tank en de buitenboordmotor van uw boot
wanneer u ethanol gebruikt. Van ethanol is
bekend dat het de absorptie van vocht in
brandstoftanks en -systemen van boten be-
vordert. Vocht in de brandstof kan leiden tot
corrosie van metalen brandstofsysteemon-
derdelen en tot start- en werkingsproblemen
en kan extra onderhoud van het brandstofsy-
steem noodzakelijk maken.
DMU36881
Modderig of zuurrijk water
Yamaha raadt ten zeerste aan de optionele
verchroomde waterpompkit te laten installe-
ren door uw dealer als u de buitenboordmo-
tor in modderig of zuurrijk water moet
gebruiken. Afhankelijk van het model is dat
echter misschien niet nodig.
DMU36331
Anti-fouling
Een zuivere romp verbetert de prestaties van
de boot. De onderzijde van de boot moet zo-
veel mogelijk vrij worden gehouden van aan-
groeiing. Indien nodig kan de onderzijde van
de boot worden bestreken met een voor uw
streek goedgekeurde anti-fouling ter voorko-
ming van aangroeiing.
Gebruik geen anti-fouling die koper of grafiet
bevat. Dergelijke verven kunnen het roesten
van de motor bespoedigen.
DMU40302
Buitenboordmotorafdankings-
vereisten
Dank de buitenboordmotor nooit op een ille-
gale manier af. Yamaha raadt u aan uw dea-
ler te raadplegen in verband met het
E5 E10

Specificaties en vereisten
16
afdanken van de buitenboordmotor.
DMU36353
Nooduitrusting
Houd de volgende items aan boord voor het
geval u motorpech krijgt.
Een gereedschapskit met verschillende
schroevendraaiers, tangen, sleutels (inclu-
sief metrieke maten) en isolatietape.
Waterdichte zaklamp met extra batterijen.
Een extra motorstopschakelaarkoord met
clip.
Reserveonderdelen, zoals een extra set
bougies.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor details.

17
Componenten
DMU46722
Schematische voorstelling van de componenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de stan-
daarduitrusting van alle modellen (bestellen bij dealer).
ZMU07971
2524
26
7
11
22
171823
20
1
2
3
9
8
4
5
6
10
11 12 13
15
16
1719
20
21
14
18
27
1. Motorkap
2. Motorkapvergrendelhendel
3. Aftapschroef
4. Anti-cavitatieplaat
5. Trimtap
6. Propeller*
7. Koelwaterinlaat
8. Trimstang*
9. Klembeugel
10. Handgreep repeteerstarter*
11. Waarschuwingslampje
12. Schakelinrichtinghendel*
13. Motorstopknop/Motoruitschakelaar*
14. Stuurhendel*
15. Gashendelfrictieafstelling*
16. Kantelvergrendelhendel*
17. Knevelbout
18. Veiligheidskabelbevestiging
19. Stuurfrictieafstelinrichting*
20. Doorspoelplug
21. Startknop*
22. Kantelbekrachtigingsschakelaar*
23. Kantelsteunknop*
24. Brandstoftank*
25. Brandstoftank*
26. Afstandsbedieningskast (voor opzij gemon-
teerd type)*
27. Clip*

Componenten
18
DMU25804
Brandstoftank
Als uw model werd uitgerust met een draag-
bare brandstoftank, heeft die de volgende
functie.
WAARSCHUWING
DWM00021
De brandstoftank die bij de motor wordt
bijgeleverd, is het brandstofreservoir van
de motor en mag niet worden gebruikt als
een container om brandstof in op te
slaan. Commerciële gebruikers moeten
voldoen aan de van toepassing zijnde li-
centie- of goedkeuringsvoorschriften.
DMU25831
Brandstofleidingkoppelstuk
Dat koppelstuk wordt gebruikt om de brand-
stofleiding te verbinden.
DMU25842
Brandstofmeter
Deze meter bevindt zich op de tankdop of op
de basis van het brandstofleidingkoppelstuk.
Hij toont de benaderende hoeveelheid reste-
rende brandstof in de tank.
DMU25851
Benzinetankdop
Deze dop sluit de brandstoftank af. Wanneer
hij wordt verwijderd, kan de tank met brand-
stof worden gevuld. Om de dop te verwijde-
ren moet hij tegen de wijzers van de klok in
worden gedraaid.
DMU25861
Ontluchtingsschroef
Deze schroef bevindt zich op de brandstof-
tankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen
de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU26182
Afstandsbedieningskast
De afstandsbedieningshendel bedient zowel
de schakelhendel als de gashendel. De elek-
trische schakelaars bevinden zich op de af-
standsbedieningskast.
1. Brandstofleiding koppelstuk
2. Brandstoftankkap
3. Ontluchtingsschroef
1. Brandstofleiding koppelstuk
2. Brandstofmeter
3. Brandstoftankkap
143
ZMU02219
2
4. Ontluchtingsschroef
1. Kantelbekrachtigingsschakelaar
2. Afstandsbedieningshendel
1
23
5
4
6
7
ZMU01723

Componenten
19
DMU26191
Afstandsbedieningshendel
Door de hendel naar voor te duwen vanuit de
neutrale stand wordt de vooruitversnelling in-
geschakeld. Door de hendel naar achter te
trekken vanuit de neutrale stand wordt de
achteruitversnelling ingeschakeld. De motor
blijft in vrijloop staan tot de hendel ongeveer
35 wordt verplaatst; (er is een palletje te
voelen). Door de hendel verder te duwen
wordt de gasklep geopend en de motor be-
gint te accelereren.
DMU26202
Neutraal vergrendeltrekker
Om uit de neutrale stand te gaan moet u
eerst de neutraal vergrendeltrekker omhoog
trekken.
DMU26213
Neutraal gashendel
Om de gasklep te openen zonder in achteruit
of vooruit te schakelen, moet u de afstands-
bedieningshendel in neutraal zetten en de
neutraal gashendel omhoog zetten.
3. Neutraalvergrendelingstrekker
4. Neutraalgashendel
5. Hoofdschakelaar
6. Motoruitschakelaar
7. Gashendelfrictieafstelling
1. Afstandsbedieningshendel
2. Neutraalvergrendelingstrekker
3. Neutraalgashendel
4. Hoofdschakelaar
5. Motoruitschakelaar
6. Gashendelfrictieafstelling
1
23
4
5
6
ZMU04862
1. Neutraal “ ”
2. Vooruit “ ”
3. Achteruit “ ”
4. Schakelen
5. Volledig gesloten
6. Gashendel
7. Volledig open
1. Neutraalvergrendelingstrekker
1
2 3
4 4
55
6
67
7
FNR
ZMU01725
1
ZMU01727

Componenten
20
NOTA:
De neutraal gashendel werkt alleen als de
afstandsbedieningshendel in neutraal staat.
De afstandsbedieningshendel werkt alleen
als de neutraal gashendel in de gesloten
stand is gezet.
DMU25914
Stuurhendel
Om van richting te veranderen beweegt u de
stuurhendel naar links of naar rechts zoals
gewenst.
DMU25925
Schakelhendel
Beweeg de schakelhendel naar voren om de
vooruitversnelling in te schakelen of naar
achteren om de achteruitversnelling in te
schakelen.
DMU25943
Gashendel
De gashendel bevindt zich op de stuurhen-
del. Wanneer u de hendel naar links draait,
neemt de snelheid toe en wanneer u hem
naar rechts draait neemt de snelheid af.
DMU25963
Brandstofverbruiksindicator
De brandstofverbruikscurve op de brandstof-
verbruiksindicator toont de hoeveelheid
brandstof die in de verschillende gashendel-
standen wordt verbruikt. Kies de stand die de
beste prestaties en het laagste verbruik biedt
voor de gewenste werking.
1. Volledig open
2. Volledig gesloten
1
2
N
ZMU01728
ZMU01997
1. Vooruit “ ”
2. Neutraal “ ”
3. Achteruit “ ”
ZMU05519
R
F
1
2
3N
Produktspecifikationer
Varumärke: | Yamaha |
Kategori: | Utombordsmotor |
Modell: | F15 (2019) |
Behöver du hjälp?
Om du behöver hjälp med Yamaha F15 (2019) ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig
Utombordsmotor Yamaha Manualer

2 Januari 2025

2 Januari 2025

2 Januari 2025

2 Januari 2025

2 Januari 2025

2 Januari 2025

2 Januari 2025

23 September 2024

19 September 2024

8 September 2024
Utombordsmotor Manualer
- Utombordsmotor Garmin
- Utombordsmotor Tohatsu
- Utombordsmotor Suzuki
- Utombordsmotor Intex
- Utombordsmotor Honda
- Utombordsmotor Nanni
- Utombordsmotor Greenworks
- Utombordsmotor Coleman
- Utombordsmotor Torqeedo
- Utombordsmotor Haswing
- Utombordsmotor Nimarine
- Utombordsmotor Mercury
- Utombordsmotor Rhino
- Utombordsmotor Evinrude
- Utombordsmotor Neptun
- Utombordsmotor Talamex
- Utombordsmotor Sail
- Utombordsmotor Hidea
Nyaste Utombordsmotor Manualer

8 Januari 2025

30 December 2025

30 December 2025

29 December 2024

29 December 2024

27 December 2024

27 Oktober 2024

2 Oktober 2024

2 Oktober 2024

28 September 2024