Kyocera ECOSYS FS-2100DN Bruksanvisning
Läs nedan 📖 manual på svenska för Kyocera ECOSYS FS-2100DN (133 sidor) i kategorin Skrivare. Denna guide var användbar för 13 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare
Sida 1/133

FS-2100D/FS-2100DN
FS-4100DN/FS-4200DN/FS-4300DN
GEBRUIKERSHANDLEIDING

Deze gebruikershandleiding is bedoeld voor de modellen FS-2100D, FS-2100DN, FS-4100DN, FS-4200DN en
FS-4300DN.
Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, het basisonderhoud uit te
voeren en zo nodig eenvoudige problemen op te lossen, zodat u uw apparaat steeds in optimale staat kunt gebruiken.
Wij raden u aan vervangende artikelen van ons eigen merk te gebruiken. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als
gevolg van het gebruik van artikelen van andere fabrikanten in dit apparaat.
Een in de afbeelding weergegeven etiket garandeert dat de verbruiksartikelen van ons eigen merk zijn.

Bijgesloten handleidingen
Bij dit apparaat worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg ze wanneer nodig.
Schijf met Product Library
Quick Installation Guide Beschrijft de procedures voor het installeren van de machine.
Safety Guide Bevat informatie over veiligheid en waarschuwingen bij het installeren en het
gebruik van het apparaat. Lees deze handleiding voor u het apparaat in
gebruik neemt.
Safety Guide (FS-2100D/
FS-2100DN/FS-4100DN/
FS-4200DN/FS-4300DN)
Beschrijft de installatieruimte van het apparaat, de waarschuwingsruimte en
andere informatie. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik
neemt.
Gebruikershandleiding
(deze handleiding)
Beschrijft het laden van papier, de basishandelingen voor afdrukken en
probleemoplossing.
Command Center RX User
Guide
Beschrijft hoe u vanaf een computer via een Webbrowser toegang tot de
machine kunt verkrijgen voor het controleren en wijzigen van instellingen.
Printer Driver User Guide Beschrijft de installatie van de printerdriver en gebruik van de
afdrukfunctionaliteiten.
KYOCERA Net Direct Print
Operation Guide
Beschrijft het gebruik van de functionaliteit voor het afdrukken van
PDF-bestanden zonder dat Adobe Acrobat of Reader gestart hoeft te worden.
KYOCERA Net ViewerUser
Guide
Beschrijft het monitoren van het netwerk-afdruksysteem met KYOCERA Net
Viewer.
Card Authentication Kit (B)
Operation Guide
Beschrijft hoe men zich bij de machine kan authenticeren met de ID-kaart.
Data Security Kit (E)
Operation Guide
Beschrijft het installeren en configureren van de Data Security Kit.
PRESCRIBE Commands
Technical Reference
Beschrijft de standaardtaal voor de printer (PRESCRIBE-opdrachten).
PRESCRIBE Commands
Command Reference
Beschrijft de PRESCRIBE-opdrachtfunctionaliteit en bediening voor elk type
emulatie.

Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten
veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn
ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder
beschreven.
WAARSCHUWING: geeft aan dat onvoldoende aandacht voor of het niet op juiste wijze voldoen aan de
betreffende punten kan leiden tot ernstig letsel of zelfs overlijden.
VOORZICHTIG: geeft aan dat onvoldoende aandacht voor of het niet op juiste wijze voldoen aan de
betreffende punten kan leiden tot persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat.
Symbolen
Symbool geeft aan dat het betreffende gedeelte veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten
worden binnen in het symbool aangegeven.
... [Algemene waarschuwing]
... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
Symbool geeft aan dat het betreffende gedeelte informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke
informatie over de niet-toegestane handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
... [Demontage verboden]
Symbool geeft aan dat het betreffende gedeelte informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd.
Specifieke informatie over de vereiste handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
... [Haal de stekker uit het stopcontact]
... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een vervangend exemplaar te bestellen als de
veiligheidswaarschuwingen in deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt (tegen
betaling).
Opmerking Originele documenten die heel erg op een bankbiljet lijken kunnen mogelijkerwijs niet goed
gekopieerd worden omdat dit apparaat voorzien is van een functie die valsmunterij voorkomt.

i
Inhoud
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
1 Onderdelen van het apparaat
Onderdelen aan de voorzijde/rechterzijde van de printer ............................................................................ 1-2
Onderdelen aan de linkerzijde van de printer ............................................................................................... 1-2
Interne onderdelen ........................................................................................................................................... 1-3
Onderdelen aan de achterkant van de printer ............................................................................................... 1-4
Bedieningspaneel ............................................................................................................................................ 1-5
2 Voorbereiding voor het gebruik
Netwerkinterfaceparameters wijzigen ............................................................................................................ 2-2
Een statuspagina afdrukken ........................................................................................................................... 2-6
Software installeren ......................................................................................................................................... 2-7
Statusbewaking .............................................................................................................................................. 2-13
Software verwijderen (Windows PC) ............................................................................................................ 2-16
Command Center RX ..................................................................................................................................... 2-17
Aan- en uitzetten ............................................................................................................................................ 2-21
Energiebesparingfunctie ............................................................................................................................... 2-22
Papier plaatsen .............................................................................................................................................. 2-24
3 Afdrukken
Afdrukken vanuit toepassingen ..................................................................................................................... 3-2
Een afdruktaak annuleren ............................................................................................................................... 3-3
Scherm Eigenschappen printerdriver ............................................................................................................ 3-4
Registreren van een papierformaat ................................................................................................................ 3-6
Hulp printerdriver ............................................................................................................................................. 3-7
Wijzigen van de standaardinstelling voor printerdriver (Windows 7) ......................................................... 3-7
Printfuncties ..................................................................................................................................................... 3-8
4 Bedieningspaneel
Berichtenscherm .............................................................................................................................................. 4-2
Toetsen ............................................................................................................................................................. 4-4
Het menuselectiesysteem gebruiken ............................................................................................................. 4-7
Toegang tot selectiemenu Modus .................................................................................................................. 4-9
5 Onderhoud
Tonercontainer vervangen .............................................................................................................................. 5-2
Vervangen van de tonerafvalbak .................................................................................................................... 5-6
De printer reinigen ........................................................................................................................................... 5-8
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer .............................. ............................. ................ 5-10
6 Problemen oplossen
Algemene richtlijnen ........................................................................................................................................ 6-2
Problemen met de afdrukkwaliteit .................................................................................................................. 6-3
Foutmeldingen ................................................................................................................................................. 6-5
Papierstoringen oplossen ............................................................................................................................. 6-17
Bijlage
Over de opties ..................................................................................................................................................A-2
Papier ................................................................................................................................................................A-3
Specificaties ...................................................................................................................................................A-14
Index

ii

iii
Wettelijke kennisgevingen en
veiligheidsvoorschriften
Kennisgeving met betrekking tot software
DE SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET DE EMULATIEMODUS VAN DE PRINTER
ONDERSTEUNEN. De printer is fabrieksmatig ingesteld op het emuleren van de PCL of KPDL.
Kennisgeving
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen
extra pagina's worden ingevoegd. De huidige editie kan technische onvolkomenheden of drukfouten bevatten.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor ongevallen die het gevolg zijn van het niet opvolgen van de instructies in
deze handleiding. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de inhoud van het
ROM).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met
de verkoop van de laserprinter, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren of op een andere
manier reproduceren van de gehele handleiding of gedeelten van de handleiding, of een willekeurig onderwerp waarop
auteursrecht van toepassing is, is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Kyocera Document
Solutions Inc. Elke kopie die van deze handleiding of een deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht
valt, moet dezelfde copyright-vermelding bevatten als het materiaal dat wordt gekopieerd.
Wat betreft handelsnamen
• PRESCRIBE en KPDL zijn handelsmerken van Kyocera Corporation.
• Microsoft, Windows, Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows Server 2008, Windows 7 en
Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S.A. en/of andere landen.
• PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
• Adobe Acrobat, Adobe Reader en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems, Incorporated.
• Ethernet is een gedeponeerd handelsmerk van Xerox Corporation.
• NetWare is een gedeponeerd handelsmerk van Novell, Inc.
• IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
• Bonjour, Bonjour, Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de V.S. en andere landen.
• Alle Europese lettertypen die in dit apparaat zijn geïnstalleerd, worden gebruikt onder licentieovereenkomst met
Monotype Imaging Inc.
• Helvetica, Palatino en Times zijn geregistreerde handelsmerken van Linotype GmbH.
• ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC ZapfDingbats zijn geregistreerde handelsmerken
van International Typeface Corporation.
• Er zijn UFST™ MicroType®-lettertypen van Monotype Imaging Inc. in dit apparaat geïnstalleerd.
Alle overige merk- en productnamen zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven.
De symbolen ™ en ® worden niet gebruikt in deze gebruikershandleiding.
VOORZICHTIG ER WORDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID AANVAARD VOOR SCHADE DIE IS
VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE.

iv
Licentieovereenkomsten
GPL/LGPL
Dit product is voorzien van GPL- (http://www.gnu.org/licenses/gpl.html) en/of LGPL- (http://www.gnu.org/licenses/lgpl.html)
software als onderdeel van de firmware. U kunt de broncode verkrijgen en het is toegestaan deze te kopiëren, te
verspreiden en te wijzigen volgens de voorwaarden van GPL/LGPL. Voor meer informatie, waaronder het verkrijgen van de
broncode, ga naar http://www.kyoceradocumentsolutions.com/gpl/.
Open SSL License
Copyright © 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
1Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer.
2Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit. (http://
www.openssl.org/)"
4The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote products derived from
this software without prior written permission.
For written permission, please contact openssl-core@openssl.org.
5Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may "OpenSSL" appear in their names without
prior written permission of the OpenSSL Project.
6Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment: "This product includes software
developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit (http:// www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY PRESSED OR IMPLIED THE OpenSSL PROJECT "AS IS" AND ANY EX
WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS
CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY
THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR
OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Original SSLeay License
Copyright © 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young (eay@cryptsoft.com). The implementation was written so as
to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The following
conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The
SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the holder is Tim
Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the
package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:

v
1Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library being used are not cryptographic related :-).
4If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory (application code) you must
include an acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG "AS IS" AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING,
BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR
PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT
OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e. this
code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]

vi
Monotype Imaging License Agreement
1Software shall mean the digitally encoded, machine readable, scalable outline data as encoded in a special format as
well as the UFST Software.
2You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to reproduce and display weights, styles and versions
of letters, numerals, characters and symbols (Typefaces) solely for your own customary business or personal
purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging. Under the terms of this
License Agreement, you have the right to use the Fonts on up to three printers. If you need to have access to the fonts
on more than three printers, you need to acquire a multi-user license agreement which can be obtained from
Monotype Imaging. Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software and Typefaces and no rights
are granted to you other than a License to use the Software on the terms expressly set forth in this Agreement.
3To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to maintain the Software and other proprietary
information concerning the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable procedures regulating access to
and use of the Software and Typefaces.
4You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces, except that you may make one backup copy. You agree
that any such copy shall contain the same proprietary notices as those appearing on the original.
5This License shall continue until the last use of the Software and Typefaces, unless sooner terminated. This License
may be terminated by Monotype Imaging if you fail to comply with the terms of this License and such failure is not
remedied within thirty (30) days after notice from Monotype Imaging. When this License expires or is terminated, you
shall either return to Monotype Imaging or destroy all copies of the Software and Typefaces and documentation as
requested.
6You agree that you will not modify, alter, disassemble, decrypt, reverse engineer or decompile the Software.
7Monotype Imaging warrants that for ninety (90) days after delivery, the Software will perform in accordance with
Monotype Imaging-published specifications, and the diskette will be free from defects in material and workmanship.
Monotype Imaging does not warrant that the Software is free from all bugs, errors and omissions.
The parties agree that all other warranties, expressed or implied, including warranties of fitness for a particular
purpose and merchantability, are excluded.
8Your exclusive remedy and the sole liability of Monotype Imaging in connection with the Software and Typefaces is
repair or replacement of defective parts, upon their return to Monotype Imaging.
In no event will Monotype Imaging be liable for lost profits, lost data, or any other incidental or consequential damages,
or any damages caused by abuse or misapplication of the Software and Typefaces.
9Massachusetts U.S.A. law governs this Agreement.
10 You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the Software and/or Typefaces without the prior written
consent of Monotype Imaging.
11 Use, duplication or disclosure by the Government is subject to restrictions as set forth in the Rights in Technical Data
and Computer Software clause at FAR 252-227-7013, subdivision (b)(3)(ii) or subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate.
Further use, duplication or disclosure is subject to restrictions applicable to restricted rights software as set forth in
FAR 52.227-19 (c)(2).
12 You acknowledge that you have read this Agreement, understand it, and agree to be bound by its terms and
conditions. Neither party shall be bound by any statement or representation not contained in this Agreement. No
change in this Agreement is effective unless written and signed by properly authorized representatives of each party.
By opening this diskette package, you agree to accept the terms and conditions of this Agreement.

vii
Compliance and Conformity
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the
FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential
installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee
that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or
television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct
the interference by one or more of the following measures:
• Reorient or relocate the receiving antenna.
• Increase the separation between the equipment and receiver.
• Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
• Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
• The use of a non-shielded interface cable with the referenced device is prohibited.
CAUTION — The changes or modifications not expressly approved by the party responsible for compliance could void the
user’s authority to operate the equipment.
This device complies with Part 15 of FCC Rules.
Operation is subject to the following two conditions; (1) this device may not cause interference, and (2) this device must
accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device.
* The above warning is valid only in the United States of America.
Interfacekabels
BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt voordat u een interfacekabel aansluit of ontkoppelt. Bescherm
interfacekabels die niet worden gebruikt met behulp van de meegeleverde dop tegen statische elektrische ontlading
via de interfacekabel(s) naar de interne elektronica van de printer.
Canadian Department of Communications Compliance Statement
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Avis de conformité aux normes du ministère des Communications du
Canada
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Opmerking Gebruik beschermde interfacekabels.

viii
Energiebesparingfunctie
Om het energieverbruik in de wachtstand te verlagen, wordt het apparaat geleverd met een beheerfunctie voor
energiebesparing om te schakelen naar Slaapstand waarbij het stroomverbruik automatisch gereduceerd wordt tot een
minimum nadat een ingestelde tijd is verstreken sinds het apparaat voor het laatst gebruikt is. Raadpleeg
Energiebesparingfunctie op pagina 2-22 voor meer informatie.
Slaapstand
Het apparaat schakelt automatisch ongeveer 1 minuut nadat het voor het laatst gebruikt is, naar de slaapstand. De
tijdsperiode waarin er geen activiteiten plaatsvinden voordat de slaapstand wordt geactiveerd, kan worden verlengd.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Er zijn twee slaapstanden: Snel herstel en energiebesparing. De standaardinstelling is de energiebesparende stand.
Modus snel herstel
Het herstellen uit de slaapstand is sneller dan bij gebruik van de energiebesparende modus. De machine herstelt
automatisch en drukt af wanneer een taak gedetecteerd wordt.
Modus energiebesparing
Maakt het mogelijk het energieverbruik nog verder terug te brengen dan met modus Snel herstel.
Uitschakeltimer
Als de printer in slaapstand niet gebruikt wordt, wordt de stroom automatisch uitgeschakeld. De uitschakeltimer wordt
gebruikt om de tijd in te stellen totdat de stroom uitgeschakeld wordt. De standaardinstelling voor de tijdsduur tot de stroom
wordt uitgeschakeld is 1 uur.
Dubbelzijdig printen
Deze printer heeft dubbelzijdig printen als standaardfunctie. Bij bijvoorbeeld het afdrukken van twee originelen op een vel
papier als dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen.
Afdrukken in duplexmodus vermindert het papierverbruik en draagt bij aan het behoud van natuurlijke bronnen.
Duplexmodus vermindert ook de hoeveelheid papier die verbruikt wordt, en derhalve is het een kostenbesparing. Het wordt
aanbevolen machines die in staat zijn dubbelzijdig af te drukken standaard op duplexmodus te programmeren.
Besparen bronnen - papier
Voor het behoud en beheersbaar gebruik van natuurlijke bronnen wordt aanbevolen om gerecycled en nieuw papier te
gebruiken dat onder milieu-initiatieven wordt vervaardigd of voorzien is van erkende ecolabels, die voldoen aan
EN 12281:2002*1 of een vergelijkbare kwaliteitsstandaard.
Deze apparatuur ondersteunt ook afdrukken op papier van 64 g/m 2. Wanneer dergelijk papier, dat minder ruwe grondstoffen
bevat, gebruikt wordt, leidt dit tot meer besparingen van natuurlijke bronnen.
*1: EN12281:2002 "Afdrukken en zakelijke papieren - Vereisten voor kopieerpapier voor droge toner-
afbeeldingsprocessen"
Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan informatie geven over aanbevolen papiersoorten.
Milieuvoordelen van "Energiebeheer"
Om het stroomverbruik te verminderen is deze apparatuur uitgerust met een functie voor energiebeheer die automatisch
naar de spaarstand schakelt wanneer de apparatuur gedurende een bepaalde tijd niet actief is. Hoewel het de apparatuur
enige tijd vergt weer terug te keren naar modus KLAAR vanuit de spaarstand, is een significante vermindering in
energieverbruik mogelijk.
Het wordt aanbevolen de machine te gebruiken met de activeringstijd voor de spaarstand in de standaardinstelling.

ix
Energy Star-programma (ENERGY STAR®)
Als bedrijf dat deelneemt aan het ENERGY STAR®-programma hebben wij vastgesteld dat dit product
de ENERGY STAR® verdient.
ENERGY STAR® is een vrijwillig programma voor energie-efficiëntie met als doel het ontwikkelen en
promoten van producten met een hoge energie-efficiëntie om zo het broeikaseffect te helpen voorkomen.
Door ENERGY STAR®-gekwalificeerde producten aan te schaffen kunnen klanten helpen de emissies
van broeikasgassen te verminderen tijdens gebruik van het product en te besparen op de
energiegerelateerde kosten.
EN ISO 7779
Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN ISO 7779.
EK1-ITB 2000
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um
störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld
platziert werden.
Omgeving
De geschikte bedrijfsomgeving voor het apparaat is:
• Temperatuur: 10 tot 32,5 °C
• Relatieve luchtvochtigheid: 15 tot 80%
Een ongeschikte bedrijfsomgeving kan de beeldkwaliteit beïnvloeden. Vermijd bovendien de volgende locaties bij het
selecteren van een locatie voor het apparaat.
• Vermijd plaatsen in de buurt van een raam of direct in het zonlicht.
• Vermijd plaatsen met trillingen.
• Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
• Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
• Vermijd slecht geventileerde plaatsen.
Als de vloer slecht bestand is tegen zwenkwieltjes, is het mogelijk dat de vloer beschadigd raakt wanneer het apparaat na
de installatie wordt verplaatst.
Tijdens het afdrukken komen er kleine hoeveelheden ozon vrij, maar deze hoeveelheden vormen geen gezondheidsrisico.
Als het apparaat echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal
kopieën wordt gemaakt, kan de geur onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk moet goed geventileerd
zijn.

x
Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen
Probeer onderdelen die toner bevatten, niet te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Houd onderdelen die toner bevatten, buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt toner uit onderdelen die toner bevatten, wordt gemorst, moet u inademing of inname daarvan
voorkomen, evenals contact met ogen en de huid.
• Als u toch toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij
opkomende hoest contact op met een arts.
• Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 glazen water om de inhoud van uw maag te
verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts.
• Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als uw ogen gevoelig blijven, neem dan contact op met een
arts.
• Als u toner op de huid krijgt, was dan de huid met water en zeep.
Onderdelen die toner bevatten, mogen niet opengebroken of vernietigd worden.
Overige voorzorgsmaatregelen
Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde
tonercontainer en tonerafvalbak worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften.
Bewaar het apparaat op een plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht.
Bewaar het apparaat op een plaats waar de temperatuur niet hoger wordt dan 40 ºC en waar zich geen sterke
schommelingen in temperatuur of vochtigheid voordoen.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan het papier uit de cassette en de multifunctionele (MF-) lade,
leg het terug in de oorspronkelijke verpakking en maak deze weer dicht.

xi
Veiligheid van de laserstraal (Europa)
Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch
afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product
door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen.
Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC 60825-1:2007.
VOORZICHTIG Het uitvoeren van andere procedures dan in deze handleiding beschreven, kan leiden tot
blootstelling aan gevaarlijke straling.
Dit etiket is aangebracht op de laserscaneenheid in het apparaat en bevindt zich niet op een plaats die toegankelijk is voor
de gebruiker.

xii
Over de gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 - Onderdelen van het apparaat
In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht.
Hoofdstuk 2 - Voorbereiding voor het gebruik
In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen en benodigde instellingen voor gebruik uitgelegd en de methode voor het laden
van papier.
Hoofdstuk 3 - Afdrukken
In dit hoofdstuk wordt de methode voor het afdrukken vanaf een computer uitgelegd.
Hoofdstuk 4 - Bedieningspaneel
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het bedieningspaneel gebruikt wordt.
Hoofdstuk 5 - Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt het vervangen van tonercontainers en het reinigen van de printer uitgelegd.
Hoofdstuk 6 - Problemen oplossen
Dit hoofdstuk gaat over het oplossen van foutmeldingen, papierstoringen en andere problemen .
Bijlage
Dit gedeelte geeft uitleg over printerspecificaties en opties.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt.
Conventie VoorbeeldBeschrijving
Cursief lettertype Wordt gebruikt om een sleutelwoord,
een woordgroep of verwijzing naar
aanvullende informatie te
benadrukken.
Zie Vervanging tonercontainer op pagina 3-2 voor het
vervangen van de toner container.
Vet Wordt gebruikt om softwareknoppen
aan te duiden
Klik op [OK] om te beginnen met afdrukken.
Vet tussen haakjes Wordt gebruikt om toetsen op het
bedieningspaneel aan te duiden.
Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken.
Opmerking Wordt gebruikt om aanvullende, nuttige
informatie over een functie of
toepassing te geven.
Opmerking Raadpleeg uw
netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
Belangrijk Wordt gebruikt om belangrijke
informatie te verstrekken. BELANGRIJK Zorg dat het papier niet gevouwen,
gekruld of beschadigd is.
Voorzichtig Geeft aan wat u moet doen om
lichamelijk letsel of
apparaatbeschadiging te voorkomen
en hoe u hiermee moet omgaan.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnenin
de printer is heet. Raak de eenheid niet met
uw handen aan, aangezien dit
brandwonden kan veroorzaken.
Waarschuwing Wordt gebruikt om gebruikers te wijzen
op het gevaar van lichamelijk letsel. WAARSCHUWING Verwijder bij
verzending van de printer de ontwikkelaar
verpak deze in een plastic zak, en verzend
deze gescheiden van de printer.

1-1
1 Onderdelen van het apparaat
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Onderdelen aan de voorzijde/rechterzijde van de printer.................................................................. 1-2
Onderdelen aan de linkerzijde van de printer .....................................................................................1-2
Interne onderdelen................................................................................................................................. 1-3
Onderdelen aan de achterkant van de printer..................................................................................... 1-4
Bedieningspaneel ..................................................................................................................................1-5

Onderdelen van het apparaat
1-2
Onderdelen aan de voorzijde/rechterzijde van de printer
1Papierstopper
2Bovenlade
3Papierstoring in de MF-lade
4MF-lade (multifunctionele lade)
5Ondersteunend deel van de multifunctionele lade
6Cassette 1
7Bedieningspaneel
8USB-geheugenslot
9Aan-/uitschakelaar
10 Handgrepen
11 Venster Papierformaat
Onderdelen aan de linkerzijde van de printer
12 Linkerklep
13 Tonerafvalbak
14 Handgrepen
69
8
12
7
10
3
5
4
11
12
13
14

1-3
Onderdelen van het apparaat
Interne onderdelen
15 Bovenklep
16 Tonercontainer
17 Vergrendelingshendel
18 Voorklep
19 Voorklep dubbelzijdig afdrukken
20 Eenheid ontwikkelaar
21 Registratierol
22 Papierbreedtegeleiders
23 Instelmechanisme voor papierbreedte
24 Papierlengtegeleider
25 Instelmechanisme voor papierbreedte
26 Draaiknop Papierformaat
15
16
20
21
19
17
22
23
24
25
18
26

Onderdelen van het apparaat
1-4
Onderdelen aan de achterkant van de printer
27 Interfaceslot voor opties
28 Netwerkinterfaceconnector (alleen voor met netwerk compatibele modellen)
29 USB-poort (voor Card Authentication Kit)
30 USB-aansluiting
31 Klep interface
32 Klep netsnoeraansluiting
33 Fuserklep
34 Achterklep
35 Netsnoeraansluiting
36 Envelopschakelaar (ondersteund op de FS-2100D/FS-2100DN.)
33
27
28
29 30
34
31
36
FS-2100D/FS-2100DN
35
32

1-5
Onderdelen van het apparaat
Bedieningspaneel
37 Indicator Ready
38 Indicator Data
39 Indicator Attention
40 Berichtenscherm
41 Toets [Linkerkeuzetoets]
42 Toets [Afmelden]
43 Toets [Menu]
44 Toets [Terug]
45 Cijfertoetsen
46 Toets [Rechterkeuzetoets]
47 Toets [Annuleren]
48 Pijltjestoetsen
49 Toets [OK]
50 Toets [Wissen]
51 Toets [Documentbox]
37 38 39
40
41
42
43
44
45
47
46
48
49
50
51

Onderdelen van het apparaat
1-6

2-1
2 Voorbereiding voor het gebruik
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Netwerkinterfaceparameters wijzigen.................................................................................................. 2-2
Een statuspagina afdrukken ................................................................................................................. 2-6
Software installeren............................................................................................................................... 2-7
Statusbewaking.................................................................................................................................... 2-13
Software verwijderen (Windows PC).................................................................................................. 2-16
Command Center RX........................................................................................................................... 2-17
Aan- en uitzetten..................................................................................................................................2-21
Energiebesparingfunctie..................................................................................................................... 2-22
Papier plaatsen .................................................................................................................................... 2-24

Voorbereiding voor het gebruik
2-2
Netwerkinterfaceparameters wijzigen
Deze printer ondersteunt TCP/IP (IPv4), TCP/IP (IPv6), IPP, SSL server en de IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau.
In de onderstaande tabel staan de benodigde items voor elk van de instellingen.
Configureer de netwerkparameters van de printer zoals nodig voor uw PC en uw netwerkomgeving.
Menu InstellingSubmenu
Netwerk TCP/IP-instellingen TCP/IP Aan/Uit
IPv4-instelling DHCP Aan/Uit
Auto-IP Aan/Uit
IP-adres IP-adres
Subnetmasker IP-adres
Default Gateway IP-adres
Bonjour Aan/Uit
IPv6-instelling TCP/IP (IPv6) Aan/Uit
RA (Stateless) Aan/Uit
DHCPv6 Aan/Uit
Protocoldetail NetBEUI Aan/Uit
SNMPv3 Aan/Uit
FTP (Server) Aan/Uit
SNMP Aan/Uit
SMTP Aan/Uit
POP3 Aan/Uit
RAW Port Aan/Uit
LPD Aan/Uit
HTTP Aan/Uit
LDAP Aan/Uit
Netwerk opnieuw opstarten Ja/Nee

2-3
Voorbereiding voor het gebruik
Netwerkinstellingen
Dit deel legt de instellingen uit voor gebruik van DHCP of wanneer een IP-adres ingevoerd wordt met TCP (IPv4)
geselecteerd. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie over de instellingen. Raadpleeg Het
menuselectiesysteem gebruiken op pagina 4-7 voor informatie over gebruik van het menuselectiesysteem.
1Druk, wanneer de printer Gereed om te printen. Even ,
wachten aub. of Wordt verwerkt. aangeeft, op [Menu].
Selectiemenu Modus wordt weergegeven.
2Druk op of om Netwerk te selecteren.
3Druk op [OK]. Menu Netwerk verschijnt.
Beveiliging Netw. beveilig. WSD-PRINT Aan/Uit
Geavanceerd WSD Aan/Uit
EnhancedWSD(SSL) Aan/Uit
IPP Aan/Uit
SSL-instelling SSL Uit/Aan Aan/Uit
Encryptie AES/DES/3DES
IPP via SSL Aan/Uit
HTTPS Aan/Uit
IPSec Aan/Uit
Thin Print Uit/Aan Aan/Uit
Thin Print over SSL Aan/Uit
LAN-interface Auto/10BASE-Half/
10BASE-Full/
100BASE-Half/
100BASE-Full/
1000BASE-T
Opmerking Wanneer de netwerkinstellingen gewijzigd zijn, moet de netwerkkaart van het apparaat opnieuw
opgestart worden. Dit moet om de instellingen van kracht te maken. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding
voor meer informatie.
Opmerking Controleer bij het handmatig invoeren van een IP-adres het IP-adres, Subnetmasker en Default
Gateway bij de systeembeheerder.
Menu Submenu Instelling
Menu:
a
b
********************-
2
USB-geheugen
3
Teller
[ Einde ]
1
Druk rapport af
Netwerk:
a
b
********************-
2
Netw.opn. opstart.
[ Einde ]
1
TCP/IP instel.

Voorbereiding voor het gebruik
2-4
Controleren of TCP/IP ingeschakeld is
Dit is een uitleg voor het instellen van IPv4, maar TCP/IP moet ook aan zijn bij het instellen voor IPv6.
4Selecteer TCP/IP-instel. en druk op [OK]. Menu TCP/IP
instel. verschijnt.
5Druk op of te selecteren. om TCP/IP
6Druk op [OK]. Menu TCP/IP verschijnt.
7Controleer of Aan geselecteerd is. Als Uit geselecteerd is, druk dan
op of om Aan te selecteren.
8Druk op [OK]. De TCP/IP-instellingen worden ingesteld en menu
TCP/IP instel. verschijnt opnieuw.
DHCP in- of uitschakelen
Selecteer Aan wanneer een DHCP-server gebruikt wordt om automatisch een IP-adres te verkrijgen. Selecteer Uit om een
IP-adres in te geven.
9Druk op of om IPv4 Instelling te selecteren.
10
Druk op [OK]. Menu IPv4 Instelling verschijnt.
11
Druk op of te selecteren. om DHCP
12
Druk op [OK]. Venster DHCP verschijnt.
13
Druk op of of te selecteren. om Uit Aan
Opmerking Er wordt "*" weergegeven voor de instelling die
geselecteerd is.
TCP/IP instel.:
a
b
********************-
2
IPv4 Instelling
3
IPv6 Instelling
[ Einde ]
1
TCP/IP
TCP/IP:
a
b
1
Uit
********************-
2
*Aan
TCP/IP instel.:
a
b
********************-
2
IPv4 Instelling
3
IPv6 Instelling
[ Einde ]
1
TCP/IP
IPv4 Instelling:
a
b
********************-
2
Auto-IP
3
IP-adres
[ Einde ]
1
DHCP
DHCP:
a
b
1
Uit
********************-
2
*Aan

2-5
Voorbereiding voor het gebruik
14
Druk op [OK]. De DHCP-instelling wordt ingesteld en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Ingeven van het IP-adres
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef dan het IP-adres handmatig in.
15
Druk op of om IP-adres te selecteren.
16
Druk op [OK]. Menu IP-adres verschijnt.
17
Gebruik de cijfertoetsen of of om het IP-adres in te voeren.
Er kunnen waarden tussen ingesteld worden.000 en 255
Verhoog of verlaag de cijfers door op of te drukken.
Gebruik en om de positie waarop ingevoerd wordt, te wijzigen;
de actieve positie wordt benadrukt.
18
Druk op [OK]. Het IP-adres wordt opgeslagen en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Ingeven van het subnetmasker
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef het subnetmasker dan handmatig in.
19
Druk op of om Subnetmasker te selecteren.
20
Druk op [OK]. Menu Subnetmasker verschijnt.
21
Gebruik de cijfertoetsen of of om het subnetmasker in te voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
De invoermethode is gelijk aan die voor het IP-adres.
22
Druk op [OK]. De instelling voor het subnetmasker wordt opgeslagen
en menu IPv4 Instelling verschijnt opnieuw.
Opmerking DHCP wordt ingeschakeld wanneer Aan
geselecteerd is. Druk op [Menu] om selectiemenu Modus te
verlaten.
Wanneer Uit ingesteld is, ga dan verder met het IP-adres
ingeven.
IPv4 Instelling:
a
b
********************-
2
Auto-IP
3
IP-adres
[ Einde ]
1
DHCP
IP-adres:
a
b
/**0.
0. 0. 0
IPv4 Instelling:
a
b
1
DHCP
2
Auto-IP
********************-
[ Einde ]
3
IP-adres
Subnetmasker:
a
b
/**0.
0. 0. 0
IPv4 Instelling:
a
b
********************-
5
Default Gateway
6
Bonjour
[ Einde ]
4
Subnetmasker

Voorbereiding voor het gebruik
2-6
Ingeven van de Default Gateway
Als DHCP ingesteld is op , geef de Default Gateway dan handmatig in.Uit
23
Druk op of om Default Gateway te selecteren.
24
Druk op [OK]. Menu Default Gateway verschijnt.
25
Gebruik de cijfertoetsen of of om de default gateway in te
voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
De invoermethode is gelijk aan die voor het IP-adres.
26
Druk op . De default gateway wordt opgeslagen en menu [OK] IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Hiermee worden de netwerkinstellingen afgerond. Druk op [Menu]
om selectiemenu Modus te verlaten.
Een statuspagina afdrukken
Druk, als u klaar bent met de netwerkinstellingen, een statuspagina af. Met de statuspagina kunt u verschillende
informatiegegevens bevestigen, waaronder netwerkadressen en netwerkprotocollen.
Selecteer, om een statuspagina af te drukken, Statuspagina in het menu Druk rapport af. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Opmerking Wanneer de netwerkinstellingen gewijzigd zijn,
moet de netwerkkaart van het apparaat opnieuw opgestart
worden. Dit moet om de instellingen van kracht te maken.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer
informatie.
Default Gateway
a
b
/**0.
0. 0. 0

2-7
Voorbereiding voor het gebruik
Software installeren
Zorg ervoor dat de printer aan staat en aangesloten is op de PC voordat u de printerdriver vanaf de schijf met Product
Library.
Software
De volgende software kan vanaf de meegeleverde schijf met Product Library geïnstalleerd worden.
In Snelle modus worden de KX Driver en de lettertypes automatisch geïnstalleerd. In Aangepaste modus kan de software
geselecteerd en geïnstalleerd worden.
: Geïnstalleerd als standaard. : Geïnstalleerd indien geselecteerd.
De software in Windows installeren
Volg de onderstaande stappen om de printerdriver te installeren als u deze printer aansluit op een Windows-PC. Het
voorbeeld laat zien hoe de machine op een Windows 7-PC kan worden aangesloten.
U kunt de Snelle modus of de Aangepaste modus gebruiken om de software te installeren. Snelle modus detecteert
automatisch aangesloten printers en installeert de vereiste software. Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt
specificeren en de te installeren software selecteren.
1Schakel de computer in en start Windows.
Als het dialoogvenster Wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, selecteert u Annuleren.
Software Functie Beschrijving
Installatiemethode
Snelle modus Aangepaste
modus
KX DRIVER Afdrukken Driver voor afdrukken van bestanden op een
computer bij het apparaat. Deze printerdriver
maakt een volledig gebruik van de functies van de
machine mogelijk.
KX XPS DRIVER Printerdriver voor het XPS- (XML
papierspecificatie) formaat, ontwikkeld door
Microsoft Corporation. (alleen Windows 7,
Windows Vista, Windows Server 2008/R2.)
—
PCL mini-driver Een driver van type Microsoft mini-driver die
zowel PCL als KPDL emuleert en uitvoert. KPDL
is de implementatie van Kyocera van de
PostScript-taal. Met deze driver is het slechts
mogelijk een beperkt aantal van de functies en
optionele functionaliteit van de machine te
gebruiken.
—
KPDL mini-driver —
KYOCERA Net Viewer Utility Tool die het mogelijk maakt de machine, indien
aangesloten op een netwerk, te monitoren.
—
KYOCERA Net Direct
Print
Eenvoudig afdrukken van PDF-documenten. —
Lettertypes Dit zijn de schermlettertypes die overeenkomen
met de printerlettertypes.
Opmerking Voor besturingssystemen van Windows geldt dat voor het installeren van printerdrivers aangelogd
moet worden met een account met beheerdersrechten.

Voorbereiding voor het gebruik
2-8
2Plaats de schijf met die met de printer is meegeleverd Product Library
in het optische station van de PC. In Windows 7, Windows Server
2008/R2 en Windows Vista verschijnt het scherm voor het beheren
van gebruikersaccounts. Klik op Ja.
Het installatieprogramma wordt gestart.
3Kies Gebruiksrechtovereenkomst weergeven en lees de
Gebruiksrechtovereenkomst. Kies Accepteren.
4Kies Software installeren.
De software-installatiewizard wordt opgestart.
Vanaf hier verschilt de procedure naargelang uw versie van Windows
en uw verbindingsmethode. Kies de correcte procedure voor uw
verbindingstype.
• Snelle modus
• Aangepaste modus
Snelle modus
In Snelle modus detecteert het installatieprogramma automatisch de printer wanneer deze aan staat. Gebruik Snelle modus
voor standaard verbindingsmethodes.
1Selecteer in het keuzevenster voor installatiemethode voor Snelle
modus. Het venster voor afdruksysteemdetectie verschijnt en het
installatieprogramma detecteert de aangesloten printers. Indien het
installatieprogramma geen afdruksysteem detecteert, controleer dan
of het afdruksysteem is aangesloten via USB of een netwerk en of het
is ingeschakeld. Keer vervolgens terug naar het venster voor
afdruksysteemdetectie.
Opmerking Als de software-installatiewizard niet
automatisch start, open dan het venster van de schijf met
Product Library in Windows Verkenner en dubbelklik op
Setup.exe.
Opmerking Hoewel de informatie die wordt weergegeven in
de dialoogvensters voor installatie in Windows 7 en Windows
Vista/XP enigszins verschilt, is de installatieprocedure
dezelfde.
Netwerkverbinding is alleen mogelijk bij met netwerk
compatibele modellen.

2-9
Voorbereiding voor het gebruik
2Selecteer het afdruksysteem dat u wilt installeren, en kies Volgende.
3U kunt de afdruksysteemnaam aanpassen in het installatie-
instellingenvenster. Deze naam zal worden weergegeven in het
printervenster en in de printerlijsten weergegeven in applicaties.
Specificeer of u de afdruksysteemnaam wilt delen of het
afdruksysteem als bestaande printer wilt instellen en klik op
Volgende.
4Er verschijnt een venster waarin u de instellingen kunt controleren.
Controleer de instellingen nauwkeurig en kies Installeren.
5Er verschijnt een melding die zegt dat de printer goed is
geïnstalleerd. Kies Einde om de wizard voor installatie van de printer
te verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu van de schijf met
Product Library.
Als het dialoogvenster voor apparaatinstelling verschijnt nadat u
Einde hebt gekozen, kunt u de instellingen specificeren voor
onderdelen zoals optionele functies die in het afdruksysteem zijn
geïnstalleerd. U kunt ook de apparaatinstellingen specificeren nadat
u de installatie heeft verlaten. Raadpleeg de Printer Driver User
Guide op de schijf met Product Library voor meer informatie.
Hiermee is de installatieprocedure van de printerdriver voltooid. Volg
de instructies op het scherm om het systeem opnieuw op te starten,
indien nodig.
Aangepaste modus
Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt specificeren en de te installeren software selecteren.
Als u bijvoorbeeld niet wilt dat op uw computer geïnstalleerde lettertypes worden vervangen, selecteer dan Aangepaste
modus en vink het selectievakje voor Lettertypes in het installatievenster uit.
Opmerking Als de wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, kiest u Annuleren. Als er een
waarschuwingsmelding bij hardware-installatie verschijnt,
kiest u Doorgaan.
BELANGRIJK Stap 3 verschijnt alleen als het afdruksysteem is
verbonden via een netwerk. Deze stap verschijnt niet als het af-
druksysteem is verbonden via USB.
Netwerkverbinding is alleen mogelijk bij met netwerk compatibele
modellen.
Opmerking Als venster Windows Beveiliging verschijnt, kies
dan voor Deze software toch installeren.

Voorbereiding voor het gebruik
2-10
1Selecteer Aangepaste modus.
2Volg de instructies in het venster van de installatiewizard, selecteer
de softwarepakketten die moeten worden geïnstalleerd en
specificeer de poort, enz.
Raadpleeg de Printer Driver User Guide op de schijf met Product
Library voor meer informatie.
Installatie op een Macintosh
1Schakel de printer en de Macintosh in.
2Plaats de schijf met die met de printer is meegeleverd Product Library
in het optische station van de Macintosh.
3Dubbelklik op het pictogram voor schijf met Product Library dat op het
bureaublad weergegeven wordt.
4Dubbelklik op OS X 10.4 Only of OS X 10.5 or higher, afhankelijk
van uw MAC OS-versie.
5Dubbelklik op Kyocera OS X 10.x.
6Het installatieprogramma van de printerdriver start.
7Kies Bestemming selecteren, Installatietype en installeer
vervolgens de printerdriver zoals aangegeven door de instructies in
de installatiesoftware.
BELANGRIJK Voer in het scherm Verificatie de naam en het
wachtwoord in die worden gebruikt voor het besturingssysteem.
Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid. Specificeer
vervolgens de afdrukinstellingen.
Opmerking Behalve Standaard installatie omvatten de
opties voor Installatietype ook Aangepaste installatie,
waarmee u de te installeren onderdelen kunt specificeren.

2-11
Voorbereiding voor het gebruik
Indien er een IP- of AppleTalk-verbinding wordt gebruikt, zijn de
onderstaande instellingen vereist. Indien een USB-verbinding wordt
gebruikt, wordt de printer automatisch herkend en verbonden.
8Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en scannen.
9Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te
voegen.
10
Klik op het pictogram voor IP voor een IP-verbinding en voer het IP-
adres en de printernaam in.
Klik voor een connectie met Bonjour op het standaard pictogram en
selecteer de printer waarvoor Bonjour onder Verbinding verschijnt.

Voorbereiding voor het gebruik
2-12
11
Selecteer de geïnstalleerde printerdriver en kies Toevoegen.
12
Selecteer de beschikbare opties voor de printer en kies OK.
13
De geselecteerde printer wordt toegevoegd. Hiermee is de procedure
voor de printerinstelling voltooid.

2-13
Voorbereiding voor het gebruik
Statusbewaking
De Statusbewaking bewaakt de printerstatus en voorziet in een doorlopend functioneringsrapport. Het stelt u ook in de
gelegenheid om instellingen voor printers te specificeren en te wijzigen die niet in de KX driver voorkomen.
De Statusbewaking wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van de KX driver.
Toegang tot de Statusbewaking
Gebruik een van onderstaande methodes voor het starten van de Statusbewaking.
• Starten wanneer het afdrukken begint:
Wanneer u een printer specificeert en een afdruktaak start, wordt een Statusbewaking gestart voor iedere printernaam.
Als het opstarten van Statusbewaking vereist is voor meerdere printers, wordt een Statusbewaking gestart voor iedere
printer die dat verzoek uitvaardigt.
• Starten vanuit de eigenschappen van de KX driver:
Klik op knop Statusbewaking in tabblad Geavanceerd. Klik dan op Statusbewaking openen in dialoogvenster
Statusbewaking om de Statusbewaking op te starten.
Verlaten van de Statusbewaking
Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de Statusbewaking.
• Handmatig verlaten:
Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de Statusbewaking in de taakbalk en kies Verlaten in het menu, om
de Statusbewaking te verlaten.
• Automatisch verlaten:
De Statusbewaking sluit automatisch na 5 minuten als deze niet wordt gebruikt.
Schermoverzicht
Het schermoverzicht van de Statusbewaking is als volgt.
Pop-upvenster
Als zich een gebeurtenismelding voordoet, verschijnt een pop-upvenster.
Dit venster verschijnt alleen als het 3D-Beeld geopend is op het
bureaublad.
3D-Beeld
Dit laat de status van de bewaakte printer zien als een 3D-afbeelding. U
kunt kiezen om het 3D-beeld te laten zien of te verbergen in het
weergegeven menu wanneer u met de rechtermuisknop op het pictogram
van de Statusbewaking klikt.
Als zich een gebeurtenismelding voordoet, worden het 3D-beeld en een
geluidsmelding gebruikt om u in kennis te stellen. Raadpleeg Instellingen
melding op pagina 2-15 voor meer informatie over de instellingen voor
geluidsmeldingen.
Pop-upvenster
3D-Beeld
Pictogram
Statusbewaking

Voorbereiding voor het gebruik
2-14
Pictogram Statusbewaking
Wanneer de Statusbewaking loopt wordt het pictogram daarvan
weergegeven in het meldingsgebied van de taakbalk Wanneer u de
cursor over het pictogram beweegt, verschijnt de printernaam. Door met
uw rechter muisknop op het pictogram van de Statusbewaking te
klikken, kunt u de onderstaande opties instellen.
De Statusbewaking tonen/verbergen
Hiermee wordt het pictogram van de Statusbewaking getoond of
verborgen.
Command Center RX
Als de printer met een TCP/IP-netwerk is verbonden en een eigen IP-
adres heeft, gebruikt u een webbrowser om naar het Command Center
RX te gaan om de netwerkinstellingen te wijzigen of bevestigen.
Raadpleeg de Command Center RX User Guide voor meer informatie.
Altijd op voorgrond
Geeft de Statusbewaking weer voor andere geopende vensters.
Ondoorzichtigheid
Past de Statusbewaking aan om een variabele hoeveelheid achtergrond
door het beeld heen te laten schijnen. Selecteer een percentage tussen
20 en 100.
Venster vergroten
Verdubbelt het formaat van venster Statusbewaking.
Melding...
Geef de instelling voor Melding voor de Statusbewaking aan. Raadpleeg
Instellingen melding op pagina 2-15 voor meer informatie.
www.kyoceradocumentsolutions.com
Geeft toegang tot de wereldwijde website van KYOCERA Document
Solutions.
Afsluiten
Hiermee verlaat u de Statusbewaking.

2-15
Voorbereiding voor het gebruik
Instellingen melding
Gebruik optie Melding om de Statusbewaking in te stellen.
Tabblad bevat de volgende items.Melding
Gebeurtenismelding inschakelen
Kies in- of uitschakelen van gebeurtenissenbewaking in Beschikbare
gebeurtenissen.
Geluidsbestand
Er kan een geluidsbestand geselecteerd worden als u een melding met
geluid wilt ontvangen. Kies Bladeren om het geluidsbestand te zoeken.
Gebruik tekst naar spraak
Kies dit selectievakje om uw tekst in te voeren die u wilt horen tijdens
gebeurtenissen. Hoewel een geluidsbestand niet nodig is, is deze functie
alleen toepasbaar voor Windows XP of hoger.
Neem de volgende stappen om deze functie te gebruiken.
1Kies Gebeurtenismelding inschakelen.
2Selecteer onder Beschikbare gebeurtenissen een gebeurtenis die
gebruikt moet worden met opties tekst naar spraak en geluid
afspelen.
3Kies Bladeren om de gebeurtenis te melden door een geluidbestand.
Kies Gebruik tekst naar spraak om tekst die ingegeven is in het vak
Tekst naar spraak uit te spreken wanneer zich een gebeurtenis
voordoet.
4Kies Afspelen om het juist afspelen van het geluid of de tekst te
bevestigen.
BELANGRIJK Uw computer vereist geluidsmogelijkheden zoals een geluidskaart en luidsprekers om de instellingen
op het tabblad Melding te kunnen bevestigen.
Opmerking De beschikbare bestandsopmaak is WAV.

Voorbereiding voor het gebruik
2-16
Software verwijderen (Windows PC)
De software kan worden verwijderd m.b.v. de schijf met Product Library die bij de printer is geleverd.
1Sluit alle actieve softwareapplicaties af.
2Plaats de schijf met die met de printer is meegeleverd Product Library
in het optische station van de pc.
3Volg de procedure die u heeft gebruikt om de printerdriver te
installeren en kies Software verwijderen. De wizard voor het
verwijderen van software verschijnt.
4Selecteer de te verwijderen softwareprogramma's.
5Kies Verwijderen.
De uninstaller start.
6Als het venster Verwijderen voltooid verschijnt, selecteert u
Volgende.
7Kies of u uw computer wilt herstarten of niet, en klik op Voltooien.
BELANGRIJK Op Macintosh-computers kan de software niet worden verwijderd m.b.v. de schijf met Product Library
omdat de printerinstellingen worden gespecificeerd m.b.v. een PPD (PostScript Printer Description) -bestand.
Opmerking In Windows Vista, verschijnt het Verwijder
driver en Pakket venster. Kies Verwijder driver en
driverpakket en klik op [OK]. Wanneer KYOCERA Net Vie-
wer of KYOCERA Net Direct Print geïnstalleerd is, worden
voor elke toepassing aparte wizards voor het ongedaan
maken van de installaties gestart. Ga door met de stappen
voor verwijderen voor elke toepassing zoals aangegeven door
de instructies op het scherm.

2-17
Voorbereiding voor het gebruik
Command Center RX
Command Center RX is een tool die gebruikt wordt voor taken als het controleren van de bedrijfsstatus van het apparaat
en het wijzigen van de instellingen voor beveiliging, afdrukken via het netwerk en geavanceerde netwerkfuncties.
Als er e-mailinstellingen actief zijn, is het mogelijk kennisgevingen per e-mail te verzenden wanneer een taak voltooid is.
De procedure voor toegang tot Command Center RX is als volgt.
1Start de webbrowser.
2Voer het IP-adres van het apparaat in in de adres- of locatiebalk.
bijv.) http://10.183.54.29/
De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het
Command Center RX weer, evenals hun huidige status.
3Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm. De
instellingen moeten separaat geconfigureerd worden, afhankelijk van
de items.
Als beperkingen zijn ingesteld voor Command Center RX moet u een
juiste gebruikersnaam en wachtwoord invoeren om andere pagina's
dan de startpagina te openen.
Raadpleeg de voor meer Command Center RX User Guide
informatie.
E-mailinstelling
Wanneer de SMTP-instellingen aangegeven worden, kunnen er per e-mail meldingen verzonden worden wanneer een taak
voltooid is.
Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-protocol gebruikt.
Controleer ook het volgende:
• De netwerkomgeving die wordt gebruikt om met dit apparaat verbinding te maken met de mailserver
Een permanente verbinding via een LAN wordt aanbevolen.
• SMTP-instellingen
Gebruik Command Center RX om het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server te registreren.
• Als er beperkingen zijn ingesteld voor de grootte van e-mailberichten, is het verzenden van grote e-mailberichten
misschien niet mogelijk.
Opmerking Om instellingen in Command Center RX te wijzigen, moet u zich aanmelden als beheerder van het
apparaat. De standaard fabrieksinstellingen zijn zoals hieronder aangegeven.
Aanmeldingsgebruikersnaam: Admin
Aanmeldingswachtwoord: Admin

Voorbereiding voor het gebruik
2-18
Volg de onderstaande stappen om de SMTP-instellingen op te geven.
1Klik op Instellingen -> -> -> Geavanceerd SMTP Algemeen.
2Voer in elk veld de juiste instellingen in.
Hieronder worden de instellingen beschreven die moeten worden
opgegeven in het scherm met SMTP-instellingen.
Item Beschrijving
SMTP-protocol Hiermee wordt het SMTP-protocol in- of uitgeschakeld. Het protocol moet worden
ingeschakeld om de e-mailfunctie te gebruiken.
SMTP-poortnummer Stel het SMTP-poortnummer in. Normaliter wordt als poortnummer 25 gebruikt.
SMTP-servernaam Voer het IP-adres of de naam van de SMTP-server in. De naam en het IP-adres van de
SMTP-server mogen maximaal 64 karakters lang zijn.
Bij ingave van de servernaam moeten ook een IP-adres of DNS-server geconfigureerd
worden.
Het DNS-serveradres kan worden ingevoerd onder TCP/IP Instelling.
Time-out SMTP-server Stel de wachttijd voor een time-out in seconden in.
Verificatieprotocol Hiermee wordt het SMTP-verificatieprotocol in- of uitgeschakeld of wordt POP voor
SMTP ingesteld als protocol. De SMTP-verificatie ondersteunt Microsoft Exchange
2000.
Verifiëren als Voor de verificatie heeft u de keuze uit drie POP3-accounts of u kunt een andere
account kiezen.
Aanmeldingsgebruikers-
naam
Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt de
aanmeldingsgebruikersnaam die u hier instelt gebruikt voor de SMTP-verificatie. De
aanmeldingsgebruikersnaam mag maximaal 64 karakters lang zijn.
Wachtwoord aanmelding Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt het wachtwoord dat u
hier instelt gebruikt voor de verificatie. Het wachtwoord voor aanmelding mag
maximaal 64 karakters lang zijn.
SMTP-beveiliging Hiermee wordt de SMTP-beveiliging in- of uitgeschakeld. Als dit protocol is
ingeschakeld, moet SSL/TLS of STARTTLS worden geselecteerd. Om de SMTP-
beveiliging in te schakelen, moet de SMTP-poort mogelijkerwijs worden gewijzigd
overeenkomstig de serverinstellingen.
Standaard zijn de bekende SMTP-poorten 465 voor SSL/TLS en 25 of 587 voor
STARTTLS.
POP voor SMTP-timeout Stel de wachttijd voor time-out in seconden in wanneer POP voor SMTP als
verificatieprotocol geselecteerd is.

2-19
Voorbereiding voor het gebruik
DDNSDynamic Domain Name System (DDNS)
Deze printer ondersteunt DDNS via DHCP. Om het systeem te kunnen gebruiken moet ten eerste optie DHCP/BOOTP
ingesteld worden op Aan.
Stel DDNS in op Aan om de DDNS-service te gebruiken voor het bijwerken van de overeenstemming van hostnamen en
IP-adressen.
Raadpleeg Command Center RX User Guide voor de methode om dit in te stellen
Testen Hiermee test u of de SMTP-verbinding met succes tot stand kan worden gebracht.
Groottebeperking e-mail Voer de maximumgrootte van te verzenden e-mailberichten in in kilobytes. Wanneer de
waarde 0 is, wordt de groottebeperking voor e-mail uitgeschakeld.
Adres afzender Voer het e-mailadres in van de persoon die verantwoordelijk is voor het apparaat,
bijvoorbeeld de apparaatbeheerder. Dit zorgt ervoor dat een antwoord of een
afleveringsfoutrapport naar een persoon wordt gestuurd in plaats van naar het
apparaat. Het adres van de afzender moet correct worden ingevoerd voor SMTP-
verificatie. Het adres van de afzender mag maximaal 128 karakters lang zijn.
Handtekening Voer de handtekening in. De handtekening is vrije tekst die wordt weergegeven aan
het einde van het e-mailbericht. Deze wordt soms gebruikt om het apparaat verder te
identificeren. De handtekening mag maximaal 512 karakters lang zijn.
Domeinbeperking Voer de domeinnamen in die kunnen worden toegestaan of geweigerd. De
domeinnaam mag maximaal 32 karakters lang zijn.
Item Beschrijving

Voorbereiding voor het gebruik
2-20
Bedieningspaneel vergrendelen
Beperkt de bediening vanaf het bedieningspaneel. Om vergrendelde menu's te bedienen, is het nodig aan te melden als
gebruiker met beheerdersrechten.
De instelling voor het Bedieningspaneel vergrendelen is in te stellen via Command Center RX. Raadpleeg voor de methode
van instellen Command Center RX User Guide.
De bewerkingsrestricties bij Bedieningspaneel vergrendelen zijn als volgt.
: Het is nodig aangemeld te zijn met een beheerdersaccount voor deze bediening.
— : Geen beperkingen.
*1: Het is, onafhankelijk van de instelling voor Bedieningspaneel vergendelen, nodig aan te melden als gebruiker met
beheerdersrechten.
*2: Toevoegen en bewerken van Aangepaste boxen is beperkt.
*3: Instelling Taakbox is beperkt.
*4: Alleen [Afmelden] en bediening voor annuleren van afdrukken zijn actief.
*5: Alleen [Afmelden] en [Annuleren] voor het stoppen van de zoemer zijn actief.
Handeling
Instellingen Bedieningspaneel vergrendelen
Ontgrendelen Gedeeltelijke
vergrendeling1
Gedeeltelijke
vergrendeling2
Gedeeltelijke
vergrendeling3 Vergrendelen
Systeemmenu
Druk rapport af — — —
USB-geheugen — — —
Teller — — —
Papierinstellingen — — —
Afdrukinstellingen — —
Netwerk —
Optioneel Netwerk* 1
Algemeen apparaat —
Beveiliging*1
Aanm./Taakacc.* 1
Aanp./Onderh. —
Op Functies* 1
Documentbox
Aangepaste box — * 2*
2
Taakbox — — * 3
Bediening toetsen
bedieningspaneel
— — — *
4*5
Opmerking Optioneel netwerk wordt alleen weergegeven wanneer een netwerkinterfacekit (IB-50) of een
draadloze netwerkinterfacekit (IB-51) als optie geïnstalleerd zijn.

2-21
Voorbereiding voor het gebruik
Aan- en uitzetten
Aanzetten
1Druk op de hoofdschakelaar.
BELANGRIJK Wanneer u de hoofdschakelaar uitschakelt, mag u
deze niet meteen weer inschakelen. Wacht minstens 5 seconden
voordat u de hoofdschakelaar weer inschakelt.
Uitzetten
1Zorg ervoor dat de Indicator voor Data uit is en druk daarna op de
hoofdschakelaar.
ON
ON
OFF
OFF
Controleer of de Indicator
voor Data uit is.

Voorbereiding voor het gebruik
2-22
Energiebesparingfunctie
Slaapstand
Wanneer de ingestelde tijd (fabrieksinstelling is 1 minuut) verstreken is sinds het laatste gebruik avn het apparaat, schakelt
de printer automatisch naar de slaapstand. De achtergrondverlichting en lampjes van het berichtenscherm gaan uit om het
stroomverbruik te minimaliseren. Deze stand heet de slaapstand.
Er zijn twee slaapstanden: Snel herstel en energiebesparing. De standaardinstelling is de energiebesparende stand.
Modus snel herstel
Het herstellen uit de slaapstand is sneller dan bij gebruik van de energiebesparende modus.
Het berichtenscherm gaat uit wanneer naar de slaapstand geschakeld wordt en de indicator voor Ready knippert.
Het apparaat herstelt snel wanneer op [OK] gedrukt wordt. Het apparaat herstelt ook automatisch en drukt af wanneer een
taak gedetecteerd wordt.
Als er tijdens de slaapstand afdrukgegevens worden ontvangen, dan wordt de afdruktaak uitgevoerd terwijl het
berichtenscherm onverlicht blijft.
Druk op [OK] om de printer te gebruiken. De printer zal binnen 15 seconden (FS-2100D/FS-2100DN/FS-4100DN),
20 seconden (FS-4200DN) of 25 seconden (FS-4300DN) klaar zijn voor gebruik.
Houd er rekening mee dat het apparaat door omgevingsfactoren zoals ventilatie langzamer kan reageren.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Modus energiebesparing
Deze modus vermindert het stroomverbruik nog verder dan de snelle herstelmodus en maakt het mogelijk voor elke functie
apart een slaapmodus in te stellen.
Druk op [OK] om de printer te gebruiken. De tijd die nodig is om de printer terug te laten schakelen uit de slaapstand en de
normale werking te hervatten zal langer zijn dan die voor het terugschakelen vanuit de snelle herstelmodus.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Uitschakeltimer
Als de printer in slaapstand niet gebruikt wordt, wordt de stroom automatisch uitgeschakeld. De uitschakeltimer wordt
gebruikt om de tijd in te stellen totdat de stroom uitgeschakeld wordt. De standaardinstelling voor de tijdsduur tot de stroom
wordt uitgeschakeld is 1 uur.
BELANGRIJK De regel voor uitschakelen en de uitschakeltimer instellen. Raadpleeg de Engelse Gebruikershand-
leiding voor meer informatie.
BELANGRIJK Voorzorgen bij het instellen van de energiebesparende stand.
• De gegevens die op de RAM-schijf opgeslagen zijn, worden gewist wanneer het apparaat naar energiebesparende
modus schakelt.
• De machine zal niet uit de slaapstand schakelen wanneer vanaf een PC afdrukgegevens ontvangen worden via de
USB-kabel. (De FS-2100D zal herstellen.)
• Een ID-kaart wordt niet herkend in de energiebesparende modus.

2-23
Voorbereiding voor het gebruik
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt
VOORZICHTIG Verwijder het papier uit de cassettes en berg het op zak voor papier om het in de afgesloten bewaar
tegen vocht te beschermen.
VOORZICHTIG Als de printer gedurende langere tijd niet gebruikt wordt (bijvoorbeeld 's nachts), zet het
dan uit met de hoofdschakelaar. Als de printer nog langer niet gebruikt wordt (bijvoorbeeld tijdens de
vakantie), haal dan om veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact.

Voorbereiding voor het gebruik
2-24
Papier plaatsen
Hier wordt uitgelegd hoe het papier in de cassette of de MF-lade geplaatst moet worden.
Papier in de cassette plaatsen
De standaard cassette kan tot 500 vel A4 of kleiner normaal papier (80 g/m²) bevatten.
De volgende papierformaten worden ondersteund: 8-1/2 × 14" (Legal), Oficio II, 8-1/2 × 11" (Letter), Executive, Statement,
A4, B5, A5, A6, B6, Folio, 216 × 340 mm, 16K, ISO B5, Envelop DL, Oufuku Hagaki, Envelop C5 en Custom.
1Waaier de media (papier/transparanten) los en klop ze daarna recht
op een vlakke ondergrond om papierstoringen of scheef printen te
voorkomen.
2Trek de cassette helemaal uit de printer.
3(alleen bij de FS-2100D/FS-2100DN) Druk de onderste plaat naar
beneden tot deze vastklikt.
BELANGRIJK Gebruik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale coating. (Dergelijk papier kan pa-
pierstoringen of andere defecten veroorzaken.)
Bij gebruik van andere mediatypes dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier) moet altijd de instelling
voor mediatype ingevoerd worden. (Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding.) De cassettes zijn geschikt voor
papier met een gewicht tot 120 g/m2.
Plaats geen dik papier dat zwaarder is dan 120 g/m2. in de cassettes. Gebruik voor papier dat zwaarder is dan
120 g/m2. de multifunctionele lade.
Opmerking A6 kan alleen in cassette 1 gebruikt worden.
Cassette
BELANGRIJK Ondersteun de cassette bij het uit de printer ha-
len, zodat deze niet uit de printer valt.
Onderste plaat

2-25
Voorbereiding voor het gebruik
4Draai aan de knop voor papierformaat zodat het formaat van het
papier dat u gaat gebruiken verschijnt in het papierformaatvenster.
5Stel de breedtegeleiders op de linker- en rechterkant van de
papiercassette in. Druk op de tab voor breedteaanpassing en schuif
de geleiders naar het gewenste papierformaat.
6Pas de papierlengtegeleider aan op het gewenste papierformaat.
Draaiknop Papierformaat
Venster
Papierformaat
Opmerking Als de knop voor papierformaat is ingesteld op
Other moet het papierformaat op het bedieningspaneel
worden ingevoerd in de printer. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding.
Instelmechanisme
voor papierbreedte
Papierbreedte-
geleiders
Opmerking De papierformaten staan op de cassette
vermeld.
Papierlengte-
geleider
Instelmechanisme
voor papierbreedte

Voorbereiding voor het gebruik
2-26
Als er papier gebruikt wordt dat langer is dan A4, trek de
papierlengtegeleider dan naar achteren.
7Plaats het papier in de cassette. Zorg ervoor dat de zijde die moet
worden bedrukt, omlaag wijst en dat het papier niet gevouwen,
gekruld of beschadigd is.
8Plaats de papiercassette in het slot van de printer. Duw de cassette
recht naar voren tot deze niet verder kan.
9Selecteer het mediatype (normaal, gerecycled, enzovoort) dat in de
cassette is geplaatst. (Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding.)
Papierlengtegeleider
Beladingslimiet
Klem
BELANGRIJK Plaats het papier zo dat het niet boven het drie-
hoekje op de breedtegeleider uitkomt.
Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of
gevouwen is. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen
veroorzaken.
Zorg dat het papier niet boven de beladingslimiet uitkomt (zie de
afbeelding links).
Plaats de stapel papier zo dat deze onder de klemmen valt, zie
afbeelding.
De lengte- en breedtegeleiders van het papier moeten aan het
papierformaat worden aangepast. Wanneer u het papier plaatst
zonder deze geleiders aan te passen, kan het papier schuin
worden ingevoerd met papierstoringen tot gevolg.
Zorg ervoor dat de lengte- en breedtegeleiders stevig tegen het
papier geklemd zitten. Als er nog ruimte is, past u de geleiders
opnieuw aan het papier aan.
Opmerking Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat
worden, bescherm dan al het papier tegen vocht door het uit
de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier
op te bergen.

2-27
Voorbereiding voor het gebruik
Papier plaatsen in de MF- (multifunctionele) lade
De multifunctionele lade kan tot 100 vel A4 of kleiner normaal papier (80 g/m²) bevatten.
De multifunctionele lade is geschikt voor de papierformaten A4 tot A6 en Hagaki en van Legal tot Statement,
216 × 340 mm, Envelop Monarch, Envelop nr.10, Envelop DL, Envelop C5, Executive, Envelop nr.9, Envelop nr.6, ISO B5,
Oufuku Hagaki, Oficio II, 16K, Folio, Youkei 2, Youkei 4 en Custom. Zorg ervoor dat de multifunctionele lade gebruikt wordt
bij afdrukken op speciaal papier.
De capaciteit van de multifunctionele lade is als volgt.
• A4 of kleiner papier (80 g/m²): 100 vel
• Hagaki: 1 vel
• OHP-folies: 1 vel
• Envelop DL, Envelop C5, Envelop nr.10 (Commercial nr.10), Monarch, Youkei 4, Youkei 2: 5 vellen
• Folio: 20 vellen
• Dik papier: 5 vellen
1Waaier de media (papier/transparanten) los en klop ze daarna recht
op een vlakke ondergrond om papierstoringen of scheef printen te
voorkomen.
2Trek de multifunctionele lade naar u toe totdat deze stopt.
BELANGRIJK Bij gebruik van andere mediatypes dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier) moet
altijd de instelling voor mediatype ingevoerd worden. (Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding.) Stel het medi-
atype in op Dik bij gebruik van een papiergewicht van 106 g/m² of meer.
Opmerking Bij gebruik van speciaal papier zoals overhead of dik papier, wordt het mediatype geselecteerd zoals
beschreven in de Engelse Gebruikershandleiding.
Multifuncti-
onele lade

Voorbereiding voor het gebruik
2-28
3Trek het ondersteunende deel van de multifunctionele lade uit.
4Stel de papiergeleiders in op de MP-lade. Standaardpapierformaten
zijn aangegeven op de multifunctionele lade. Schuif de
papierbreedtegeleiders voor standaard papierformaten naar het
overeenkomende teken.
5Leg het papier strak tegen de papiergeleiders en schuif het zo ver
mogelijk naar binnen.
6Stel het papierformaat van de MF-lade in op het bedieningspaneel
van de printer. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding.
Ondersteunend deel
van de multifunctionele
lade
Beladingslimiet
BELANGRIJK Plaats niet meer papier dan onder de beladingsli-
miet past op de papiergeleiders.
Houd bij plaatsing van het papier de kant van de sluiting van de
verpakking naar boven gericht.
Gekruld papier moet u recht maken voor gebruik.
Strijk de bovenzijde glad als die opgekruld is.
Wanneer u papier in de multifunctionele lade plaatst, controleer
dan eerst of er geen papier achtergebleven is van een vorig
gebruik voor u het papier plaatst. Als er slechts een kleine
hoeveelheid papier overblijft in de multifunctionele lade en u wil
het aanvullen, verwijder dan eerst het overgebleven papier uit de
lade en voeg het bij het nieuwe papier voor u het papier terug in
de lade plaatst.

2-29
Voorbereiding voor het gebruik
Enveloppen plaatsen
Er kunnen 5 enveloppen in de multifunctionele lade worden geplaatst.
De volgende envelopformaten kunnen worden gebruikt.
Schakelen naar Envelopmodus (FS-2100D/FS-2100DN)
Om op een envelop af te drukken wordt onderstaande procedure gevolgd om naar envelopmodus te schakelen.
1Open de achterklep.
2Til de envelopschakelaar op om op een envelop af te drukken.
Geschikte envelop Formaat
Youkei 2 114 × 162 (mm)
Youkei 4 105 × 235 (mm)
Monarch 3 7/8" × 7 1/2"
Envelop nr.10 (Commercial nr.10) 4 1/8" × 9 1/2"
Envelop DL 110 × 220 (mm)
Envelop C5 162 × 229 (mm)
Executive 7 1/4" × 10 1/2"
Envelop nr.9 (Commercial nr.9) 3 7/8" × 8 7/8"
Envelop nr.6 (Commercial nr.6 3/4) 3 5/8" × 6 1/2"
Opmerking Wanneer het afdrukken op enveloppen voltooid is, moet de envelopschakelaar teruggeplaatst worden
in de originele positie (onderin).
Envelopschakelaar
VOORZICHTIG De fusereenheid binnenin de printer is
heet. Raak de eenheid niet met uw handen aan,
aangezien dit brandwonden kan veroorzaken.

Voorbereiding voor het gebruik
2-30
3Sluit de achterklep.
Enveloppen plaatsen in de MF- (multifunctionele) lade
1Waaier de enveloppen los en klop daarna met de stapel op een
vlakke ondergrond om deze recht te maken om envelopstoringen of
scheef printen te voorkomen.
2Trek de multifunctionele lade naar u toe totdat deze stopt.
3Trek het ondersteunende deel van de multifunctionele lade uit.
Multifunctionele
lade
Ondersteunend deel
van de multifunctio-
nele lade

2-31
Voorbereiding voor het gebruik
4Stel de papiergeleiders op de MF-lade in.
5Leg het papier strak tegen de papiergeleiders en schuif het zo ver
mogelijk naar binnen.
6Open de flap voor staande enveloppen. Plaats de envelop in zijn
geheel langs de breedtegeleiders, houd de te bedrukken zijde naar
boven gericht en de hoek met de flap naar u toe.
Open de flap voor liggende enveloppen. Plaats de envelop in zijn
geheel langs de breedtegeleiders, houd de te bedrukken zijde naar
boven gericht en de hoek met de flap naar links.
Antwoordkaart
(Oufuku Hagaki) Enveloppen
staand
Enveloppen
liggend
Sluit de
flap.
Karton
(Hagaki)
Wanneer u enveloppen of kaarten in de multifunctionele lade plaatst
Plaats de envelop met de afdrukzijde naar boven.
Open de
flap.
Opmerking Gebruik ongevouwen antwoordkaarten (Oufuku hagaki).

Voorbereiding voor het gebruik
2-32
Papierstop
Bij gebruik van papier dat groter is datn A4/Letter wordt de papierstopper
geopend, zoals getoond in de afbeelding.
BELANGRIJK Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen
(richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze op
de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde rich-
ting of op de verkeerde kant worden bedrukt.
Opmerking Bij het laden van enveloppen in de
multifunctionele lade plaatst, wordt het soort envelop
geselecteerd zoals beschreven in de Engelse
Gebruikershandleiding.

3-1
3 Afdrukken
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Afdrukken vanuit toepassingen ........................................................................................................... 3-2
Een afdruktaak annuleren..................................................................................................................... 3-3
Scherm Eigenschappen printerdriver.................................................................................................. 3-4
Registreren van een papierformaat......................................................................................................3-6
Hulp printerdriver................................................................................................................................... 3-7
Printfuncties ........................................................................................................................................... 3-8

Afdrukken
3-2
Afdrukken vanuit toepassingen
Dit gedeelte voorziet in basisinstructies voor het afdrukken van documenten. De instructies zijn gebaseerd op interface-
elementen zoals deze in Windows 7 voorkomen. Om documenten uit toepassingen af te drukken, moet u vanaf de
meegeleverde schijf met de printerdriver op uw computer installerenProduct Library .
Volg onderstaande stappen om documenten vanuit toepassingen af te drukken.
1Creëer een document met een toepassing.
2Klik in de toepassing op Bestand en kies Afdrukken. Dialoogvenster
Afdrukken verschijnt.
3Klik op naast veld Naam en selecteer dit apparaat uit de lijst.
4Geef de gewenste hoeveelheid afdrukken in veld Aantal afdrukken
in. Geef een aantal in tot 999.
Selecteer bij meer dan één pagina Sorteren om een voor een in de
volgorde van de paginanummering af te drukken.
5Klik op Eigenschappen. Dialoogvenster Eigenschappen verschijnt.
6Selecteer tabblad Basis en klik op Afdrukformaat om het
papierformaat te kiezen.
Om af te drukken op speciaal papier, zoals dik papier of
transparanten, wordt op menu Afdrukmateriaaltype geklikt en een
mediatype geselecteerd.
7Klik op Bron en selecteer de papierbron.
8Selecteer de afdrukrichting, ofwel Staand of Liggend om overeen te
komen met de richting van het document.
Bij een keuze voor Gedraaid wordt het document 180° geroteerd.
9Klik op OK om terug te keren naar dialoogvenster Afdrukken.
10Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
Opmerking Raadpleeg Software installeren op pagina 2-7.
Opmerking Bij een keuze voor Auto wordt het papier
automatisch uit de papierbron gehaald die geladen is met papier
van een optimale afmeting en soort. Om op speciaal papier zoals
enveloppen of dik papier af te drukken, wordt dit speciale papier
op de multifunctionele lade geplaatst en wordt Multifunct. lade
geselecteerd.

3-3
Afdrukken
Een afdruktaak annuleren
1Druk op wanneer de printer [Annuleren] Wordt verwerkt
weergeeft.
De Lijst ann. taken verschijnt, met de lijst van huidige
afdruktaken.
2Druk op of om de gewenste taak weer te geven en druk op [OK].
De taak wordt geannuleerd. Bericht Weet u het zeker?
verschijnt; druk op [Ja] ([Linker keuzetoets]) om de taak te
annuleren of [Nee] ([Rechterkeuzetoets]) om de bewerking te
annuleren en door te gaan met afdrukken.
Wanneer u een taak annuleert, geeft het berichtenscherm
Annuleren... weer en het afdrukken stopt nadat de pagina die nu
afgedrukt wordt, uitgevoerd is.

Afdrukken
3-4
Scherm Eigenschappen printerdriver
Het scherm met eigenschappen van de printerdriver maakt het mogelijk een aantal printergerelateerde instellingen te
configureren. Raadpleeg de Printer Driver User Guide op de schijf met Product Library voor meer informatie.
Nr. Beschrijving
1Snel afdrukken
Geeft pictogrammen weer die gebruikt kunnen worden voor het eenvoudig configureren van veel gebruikte
functies. Elke keer dat op een pictogram gedrukt wordt, wijzigt dit naar een afbeelding die overeenkomt met de
afdrukresultaten en worden de instellingen toegepast.
Basis
Dit tabblad groepeert basisfuncties die veel gebruikt worden. Het kan gebruikt worden om papierformaat,
mediatype, bestemming en dubbelzijdig afdrukken te configureren.
Indeling
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren voor het afdrukken van verschillende lay-outs,
waaronder boekjes afdrukken, modus combineren, afdrukken van posters en schalen.
Imaging
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren voor kwaliteit en aanpassing in grijsschaal van de
afdrukresultaten.
Publiceren
Dit tabblad maakt het mogelijk kaften en inlegvellen te creëren en tussenlegvellen te gebruiken tussen
overheadbladen.
Taak
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren voor het opslaan van afgedrukte gegevens vanaf de
computer naar het apparaat. Regelmatig gebruikte documenten en andere gegevens kunnen op het apparaat
opgeslagen worden om op een later moment gemakkelijk af te drukken. Omdat opgeslagen documenten direct
vanaf het apparaat afgedrukt kunnen worden, is deze functie ook handig wanneer u een document wilt afdrukken
waarvan u niet wilt dat anderen het zien.
Geavanceerd
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren voor het toevoegen van tekstpagina's of watermerken
aan af te drukken gegevens.
2
1

3-5
Afdrukken
2Profielen
De instellingen van de printerdriver kunnen opgeslagen worden als profiel. Opgeslagen profielen kunnen op elk
gewenst moment teruggehaald worden, waardoor het nuttig wordt om vaak gebruikte instellingen op te slaan.
Nr. Beschrijving

Afdrukken
3-6
Registreren van een papierformaat
Wanneer kaarten of enveloppen in de multifunctionele lade geladen zijn, moeten het afdrukformaat en type worden ingesteld,
waarna het afdrukformaat in tab Basis van het scherm met printerinstellingen voor de printerdriver moet worden geregistreerd.
Na registratie kan het afdrukformaat worden geselecteerd via menu Paginagrootten....
1Scherm Eigenschappen printerdriver weergeven.
2Klik op tabblad Basis.
3Klik op Paginagrootten... om het formaat te registreren.
4Klik op Nieuw.
5Geef de naam van de printer in.
6Geef het afdrukformaat in.
7Klik op OK.
8Selecteer het afdrukformaat (naam) zoals geregistreerd in de
stappen 4 tot en met 7.
9Selecteer Multifunct. lade.
10Selecteer Karton of Envelop.
2
8
9
3
10 5
6
4
7

3-7
Afdrukken
Hulp printerdriver
De printerdriver bevat ook hulp. Om meer te leren over printerinstellingen wordt het scherm met instellingen voor de printerdriver
geopend en Help weergegeven, zoals hieronder wordt uitgelegd.
1Klik op ? in de rechter bovenhoek van het scherm.
2Klik op het item waarover u meer wilt weten.
Wijzigen van de standaardinstelling voor printerdriver (Windows 7)
De standaardinstelling voor printerdrivers kan gewijzigd worden. Door veel gebruikte instellingen te selecteren, kunt u bij het
afdrukken stappen overslaan.
De procedure werkt als volgt.
1Klik op start en klik op Apparaten en printers.
2Rechtsklik op het pictogram voor de printerdriver en klik op menu
Eigenschappen van de printerdriver.
3Klik op Afdrukvoorkeuren in tabblad Algemeen.
4Selecteer de standaard instellingen en klik op OK.
Raadpleeg Scherm Eigenschappen printerdriver op pagina 3-4 voor
meer informatie over de instellingen.
21

Afdrukken
3-8
Printfuncties
Dit gedeelte legt de nuttige functies uit die met de printerdriver ingesteld kunnen worden. Raadpleeg de Printer Driver User
Guide voor meer informatie.
Modus halve snelheid (instellingen printerdriver)
Modus halve snelheid reduceert de afdruksnelheid tot de helft van de ingestelde snelheid. Wanneer deze optie geselecteerd
is, hecht de toner zich beter bij afdrukken op papier van klein formaat, dik papier of papier met textuur. Daarnaast kan deze
modus geselecteerd worden om dik papier soepel in te voeren en papierstoringen te vermijden. Deze modus kan leiden tot
stiller afdrukken.
Lijnen dunner maken (instellingen printerdriver)
Het dunner maken van lijnen verkleint de penbreedte van de regels die gebruikt worden voor barcodes en lijntekeningen.
Tekenwaarden die door een toepassing gecontroleerd worden, worden niet gewijzigd.
Corrigeren dunne lijnen door apparaat
Schakel correctie van penbreedte door apparaat in. Deze functie is alleen voor ondersteunde modi beschikbaar.
Aangepaste box (optionele functionaliteit)
Aangepaste box is een onderdeelbox die binnen een documentbox gecreëerd kan worden waarin data opgeslagen kan
worden om deze later terug te halen.
Het is mogelijk een aangepaste box te creëren of te verwijderen; de gegevens kunnen op verschillende manieren
uitgewisseld worden. Voor gebruik van Aangepaste box moet een optionele SSD in de printer geïnstalleerd zijn.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie over de werking van Aangepaste box.
Taakbox (optionele functionaliteit)
Een Taakbox bevat tijdelijke of permanente afdrukgegevens voor gebruik bij taakopties, waaronder privé-afdruk,
opgeslagen taak, snel kopiëren en testen en vasthouden, die later besproken worden.
Er zijn in de Documentbox al vier individuele Taakboxen aanwezig die overeenkomen met deze taakopties. Deze
Taakboxen kunnen niet door gebruikers gecreëerd of verwijderd worden.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie over de werking van Taakboxen.
Opmerking Modus halve snelheid kan op alle mediatypes behalve Transparanten en Vellum toegepast worden.
Item Beschrijving
Uit (standaardinstelling) Lijnen worden niet dunner gemaakt.
Barcodes Deze instelling vermindert de waarde voor penbreedte voor verticale en horizontale lijnen. De
leesbaarheid van barcodes wordt verbeterd.
Dunne lijnen Deze instelling vermindert de waarde voor penbreedte voor verticale, horizontale en
diagonale lijnen.
Alle Deze instelling vermindert de penbreedte met een waarde van 1 voor verticale, horizontale en
diagonale lijnen die in barcodes en lijntekeningen gebruikt worden.
Opmerking Lijnen dunner maken is beschikbaar wanneer in dialoogvenster PDL-instellingen PCL XL geselecteerd
is. Wanneer modus GDI-compatibel geselecteerd is in dialoogvenster PDL-instellingen, is het dunner maken van
lijnen niet beschikbaar.

3-9
Afdrukken
Activeren ThinPrint (optionele functionaliteit)
Deze printer kan kiezen of er wel of niet via ThinPrint gecommuniceerd wordt.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie over de werking.
Beveiligd 'follow me' afdrukken (optionele functionaliteit)
Beveiligd 'follow me' afdrukken is een afdrukfunctie waarbij een gebruiker de taak naar een printer toe haalt die wordt
geselecteerd nadat de taak naar een server verstuurd is. Om deze functie te kunnen gebruiken zijn de volgende
systeemomgevingen vereist.
De verificatieserver: KYOCERA Net Policy Manager (optionele software) moet geïnstalleerd zijn.
ID-kaart en ID-kaartlezer: deze worden gebruikt om gebruikers te registreren en te authenticeren.
De spoolerserver: verzendt de afdruktaak naar een geselecteerde printer nadat de gebruiker zich aangemeld heeft.
Neem voor meer informatie contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
6. De gebruiker
haalt de afdruktaak
naar de
geselecteerde
printer toe.
5. De
spoolerserver
stuurt de
afdruktaak naar
de geselecteerde
printer.
2. De spoolerserver
ontvangt de
afdruktaak.
1. Een gebruiker
stuurt de
afdruktaak naar
de spoolerserver.
4. De verificatieserver
bevestigt de
geregistreerde
aanmeldinformatie.
3. De gebruiker meldt
zich met een ID-kaart op
de printer of een andere
MFP aan via een
verificatieserver.

4-1
4 Bedieningspaneel
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Berichtenscherm.................................................................................................................................... 4-2
Toetsen....................................................................................................................................................4-4
Het menuselectiesysteem gebruiken................................................................................................... 4-7

4-3
Bedieningspaneel
Indicatoren in berichtenscherm
Indictoren voor Ready, Data en Attention
Tijdens normaal gebruik en als de printer aandacht nodig heeft, zullen de volgende indicatoren (lampjes) oplichten.
Afhankelijk van de verlichtingsstatus heeft elk lampje de volgende betekenis:
Indicator Beschrijving
Knipperend. Geeft een fout aan die u kunt oplossen. Raadpleeg Problemen oplossen op pagina 6-1 voor
meer informatie.
Of: de printer staat in de automatische slaapstand. De printer komt uit de automatische slaapstand wanneer
een taak ontvangen wordt. De printer warmt dan op en komt on-line.
Raadpleeg de voor informatie over de automatische slaapstand.Engelse Gebruikershandleiding
Aan. Geeft aan dat de printer klaar en online is. De printer drukt de gegevens die ontvangen worden, af.
Uit. Geeft aan dat de printer offline is omdat het afdrukken handmatig of automatisch gestopt is als gevolg
van een foutconditie. Gegevens kunnen worden ontvangen maar worden niet afgedrukt. Raadpleeg
Foutmeldingen op pagina 6-5 als het afdrukken automatisch gestopt is toen zich een foutconditie voordeed.
Knipperend. Geeft aan dat er data ontvangen wordt.
Aan. Geeft aan dat ontvangen data wordt verwerkt voordat het afdrukken begint, of dat er data van de
harde schijf of geheugenkaart wordt gelezen.
Knipperend. Als Wachten a.u.b. wordt getoond, is de printer aan het opwarmen.
Of: de printer kan om enige reden niet afdrukken (bijv. als de cassette geen papier bevat). Controleer het
berichtenscherm en voer de vereiste actie uit. Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 6-5 voor meer
informatie.
Aan. De printer kan niet afdrukken als gevolg van een fout. Controleer het berichtenscherm en voer de
vereiste actie uit. Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 6-5 voor meer informatie.
Gereed om te printen.
UW
A4
VX
A6
[ Status ] [ Toner ]

Bedieningspaneel
4-4
Toetsen
De toetsen van het bedieningspaneel worden gebruikt om de bediening van de printer te configureren. Houd er rekening
mee dat bepaalde toetsen een secundaire functie hebben.
Toets Annuleren
Deze toets wordt gebruikt om:
• Een afdruktaak te annuleren.
• Het alarmgeluid te laten stoppen.
Een afdruktaak annuleren
1Druk op [Annuleren] wanneer de printer Wordt verwerkt
weergeeft.
De Lijst ann. taken verschijnt, met de lijst van huidige
afdruktaken.
2Druk op of om de gewenste taak weer te geven en druk op [OK].
De taak wordt geannuleerd. Bericht Weet u het zeker?
verschijnt; druk op [Ja] ([Linkerkeuzetoets]) om de taak te
annuleren of [Nee] ([Rechterkeuzetoets]) om de bewerking te
annuleren en door te gaan met afdrukken.
Wanneer u een taak annuleert, geeft het berichtenscherm
Annuleren... weer en het afdrukken stopt nadat de pagina die nu
afgedrukt wordt, uitgevoerd is.
Toets Afmelden
• Als gebruikersbeheer ingesteld is, meld u dan af door op [Afmelden] te drukken nadat de bewerkingen voltooid zijn.
Toets Menu
•[Menu] geeft toegang tot het menusysteem om de instellingen en de afdrukomgeving van de printer te wijzigen.
Toets Terug
• Annuleert de menu-instelling die nu het menu voor de vorige stap.weergegeven wordt en keert terug naar

4-5
Bedieningspaneel
Pijltjestoetsen
• De vier pijltjestoetsen worden in het menusysteem gebruikt voor toegang tot items of het ingeven van numerieke
waarden.
Toets OK
• Instellingen of numerieke waarden en andere selecties te voltooien.
Cijfertoetsen
• Om cijfers en symbolen in te voeren.
Toets Wissen
• Wist ingevoerde nummers en karakters.
Toets Documentbox
• Druk op deze toets wanneer Documentbox gebruikt wordt. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer
informatie.

Bedieningspaneel
4-8
Een menu selecteren
Het selectiemenu Modus is hiërarchisch. Druk op , om het gewenste menu weer te geven., of
• Als er rechts bovenin het scherm [ a ] verschijnt, kunt u de toetsen
en gebruiken om per regel naar boven en naar beneden te
bladeren door de menuopties en de toetsen en om per pagina
door de menuopties heen te bladeren.
• Aks rechts bovenin het scherm [ P ] verschijnt, kunt u de toetsen en
gebruiken om tussen pagina's te wisselen.
Om terug te keren naar het menu dat een niveau hoger ligt, wordt op
[Terug] gedrukt.
Een menu selecteren
Kies het gewenste menu en druk op . U kunt nu opties in het menu [OK]
selecteren. Druk op , , of om de gewenste instelling te
selecteren of in te voeren en dan op om uw keuze te bevestigen. [OK]
Als u uit een lijst met instellingen kiest, wordt links van de momenteel
geselecteerde instelling een asterisk (*) weergegeven.
Annuleren menuselectie
Als op [Menu] gedrukt wordt als een menu geselecteerd is, keert het berichtenscherm terug naar scherm Gereed om te
printen.
Menu:
a
b
********************-
2
USB-geheugen
3
Teller
[ Einde ]
1
Druk rapport af
Detail:
P
b
Bestandsnaam: 1/ 4
ABCDEFGHIJKLMNOPQRST
N
[ Detail ]
Mediatype:
a
b
*********************
2
Afgedrukt
3
Dik papier
1
*Normaal

4-9
Bedieningspaneel
Toegang tot selectiemenu Modus
Dit gedeelte geeft uitleg over de procedures voor instellingen die gebruikt worden voor elk menu-item in selectiemenu
Modus.
1Druk, wanneer de printer Gereed om te printen, Even wachten
aub. Wordt verwerkt, In slaapstand of weergeeft, op
[Menu]. Selectiemenu Modus wordt weergegeven.
2Telkens als u op of drukt, wijzigt de selectie.
• Druk rapport af
• USB-geheugen
• Teller
• Papierinstellingen
• Afdrukinstellingen
• Netwerk
• Algemeen apparaat
• Beveiliging
• Aanm./Taakacc.
• Aanp./Onderh.
• Op-functies
• Afsluiten
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor informatie over al
deze items.
Opmerking Optioneel netwerk wordt alleen
weergegeven wanneer een netwerkinterfacekaart of een
draadloze netwerkinterfacekit als optie geïnstalleerd zijn.
Menu:
a
b
********************-
2
USB-geheugen
3
Teller
[ Einde ]
1
Druk rapport af

Bedieningspaneel
4-10

5-1
5 Onderhoud
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Tonercontainer vervangen ....................................................................................................................5-2
Vervangen van de tonerafvalbak ..........................................................................................................5-6
De printer reinigen................................................................................................................................. 5-8

Onderhoud
5-2
Tonercontainer vervangen
De tonercontainer in de printer moet worden vervangen zodra het berichtenscherm de melding De toner is bijna op.
toont of zo snel mogelijk daarna. Als u de printer blijft gebruiken zal de tonervoorraad uiteindelijk op raken en zal de printer
stoppen met afdrukken en er zal bericht Vervang de toner. Reinig de printer. worden getoond dat instructies
geeft over het installeren van een nieuwe tonerkit.
Hoe vaak moet de tonercontainer worden vervangen
De levensduur van de tonercontainers hangt af van de hoeveelheid toner die nodig is om uw afdruktaken uit te voeren.
Volgens ISO/IEC 19752 met EcoPrint uitgeschakeld kan de tonercontainer als volgt printen (er wordt uitgegaan van A4/
Letter-papier): 12.500 afbeeldingen (FS-2100D en FS-2100DN), 15.500 afbeeldingen (FS-4100DN), 21.000 afbeeldingen
(FS-4200DN voor de V.S.) of 25.000 afbeeldingen (FS-4200DN voor bestemmingen anders dan de V.S. en de FS-4300DN).
Starttonercontainer
De tonercontainer die bij de nieuwe printer is verpakt, is een starttonercontainer. De starttonercontainer gaat gemiddeld
6000 afbeeldingen (FS-2100D en FS-2100DN), 8000 afbeeldingen (FS-4100DN) of 10.000 afbeeldingen (FS-4200DN en
FS-4300DN) mee.
Tonerpakketten
Wij raden u aan om voor de beste resultaten alleen originele Kyocera onderdelen en voorraad te gebruiken. Mocht er
schade veroorzaakt worden door het gebruik van een andere toner dan originele toner, dan valt deze beschadiging buiten
de garantie.
Een nieuw tonerpakket bevat de volgende onderdelen:
• Tonercontainer
• Plastic afvalzakken voor de oude tonercontainer en de oude tonerafvalbak
• Tonerafvalbak
• Installatiehandleiding
Opmerking Verzamelen van informatie op geheugenchips - De geheugenchip die aan de tonercontainer vastzit, is
ontwikkeld om het gemak voor de eindgebruiker te vergroten, om hergebruik van lege tonercontainers te
ondersteunen en om informatie te verzamelen ter ondersteuning van nieuwe productplanning en ontwikkeling. De
verzamelde informatie is anoniem - het kan met niemand in verband gebracht worden en de gegevens worden
vertrouwelijk behandeld.
Opmerking Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar bent om de container in de printer te plaatsen.

5-3
Onderhoud
Vervangen van de tonercontainer
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de tonercontainers vervangt. Bij vervanging van de tonercontainer dient altijd
tegelijkertijd de tonerafvalbak vervangen te worden. Als deze bak vol is, kan de printer beschadigd raken of worden vervuild
door het tonerafval dat uit de bak kan lekken.
BELANGRIJK Verwijder tijdens het vervangen van de tonercontainer opslagmedia en computerbenodigdheden (zo-
als diskettes en USB-geheugens) uit de buurt van de tonercontainer. Zo wordt schade aan de media vermeden als
gevolg van de magnetische lading van de toner.
BELANGRIJK Maak altijd de binnenkant van de printer schoon na het vervangen van de tonercontainer. Raadpleeg
De printer reinigen op pagina 5-8 voor meer informatie.
BELANGRIJK Kyocera Document Solutions Inc. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade of problemen die
voortkomen uit het gebruik van andere tonercontainers dan de originele Kyocera tonercontainers. Het is ook aanbe-
volen om voor een optimale prestatie alleen Kyocera tonercontainers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn voor ge-
bruik in uw land of regio. Als een tonercontainer voor een ander land/regio wordt geïnstalleerd, zal de printer stoppen
met afdrukken.
BELANGRIJK Verwijder papier van de multifunctionele lade voordat de tonercontainer vervangen wordt.
1Open de bovenklep.
2Draai de vergrendelingshendel in de ontgrendelingsstand.
VOORZICHTIG De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden
veroorzaken.
Opmerking U hoeft de printer niet uit te zetten voordat u met vervanging begint. Gegevens die zich al in het proces
van de printer bevinden, worden verwijderd als u de printer uit zet.
Bovenklep
Vergrendelingshendel

Onderhoud
5-4
3Verwijder de oude tonercontainer voorzichtig uit de printer.
4Plaats de oude tonercontainer in de plastic zak (bij het tonerpakket
meegeleverd) en gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels
of bepalingen voor het weggooien van afval.
5Haal de nieuwe tonercontainer uit het tonerpakket.
6Schud de nieuwe tonercontainer ten minste 10 keer (zie afbeelding)
om de toner gelijkmatig in de container te verspreiden.
Druk niet te hard op het midden van de tonercontainer en raak de
tonerinvoersleuf niet aan.
BELANGRIJK Raak het deel van de tonercontainer dat op het dia-
gram aangegeven wordt, niet aan.
Raak de elektrische delen van de tonercontainer niet aan om bescha-
diging door statische elektriciteit te voorkomen.
7Plaats de nieuwe tonercontainer in de printer zoals aangegeven in de
afbeelding.
8Duw de tonercontainer naar beneden om hem goed vast te zetten.
Plastic zak

5-5
Onderhoud
9Draai de vergrendelingshendel in de vergrendelingsstand.
10
Sluit daarna de bovenklep.
Ga verder naar het volgende gedeelte.
Opmerking Als de bovenklep (bovenlade) niet sluit,
controleer of de nieuwe tonercontainer correct is geplaatst (in
stap 7).
Gooi de tonercontainer en de tonerafvalbak na gebruik altijd
overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving weg.
Vergrendelingshendel

Onderhoud
5-6
Vervangen van de tonerafvalbak
Vervang de tonerafvalbak wanneer bericht wordt weergegeven. Er zit een nieuwe Controleer de tonerafvalbak
tonerafvalbak in het tonerpakket. De tonerafvalbak dient te worden vervangen voordat de printer in gebruik wordt genomen.
1Open de linkerklep.
2Houd de tonerafvalbak vast en druk op de vergrendelinghendel.
Verwijder de tonerafvalbak nu voorzichtig.
3Sluit, nadat u de bak uit de printer heeft gehaald, de dop van de oude
tonerafvalbak.
4Plaats, om te voorkomen dat er toner wordt gemorst, de oude
tonerafvalbak in de plastic zak (bij het tonerpakket inbegrepen) en
gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen
voor het weggooien van afval.
Opmerking Verwijder de tonerafvalbak zo voorzichtig
mogelijk, zodat de toner niet wordt verstrooid. Zorg ervoor dat
de opening van de tonerafvalbak omhoog wijst.
Linkerklep
Vergrendelings-
hendel
Oud afval
tonerbak
Dop
Plastic zak

5-7
Onderhoud
5Open de dop van de nieuwe tonerafvalbak.
6Plaats de nieuwe tonerafvalbak zoals in afbeelding aangegeven.
Wanneer de bak goed is geplaatst, wordt de bak vastgeklikt.
7Controleer of de tonerafvalbak goed geplaatst is en sluit de
linkerklep.
Nadat de tonercontainers en de tonerafvalbak zijn vervangen, dient u de
papiertransfereenheid te reinigen. Raadpleeg De printer reinigen op
pagina 5-8 voor instructies.
Dop
Nieuwe
toner-
afvalbak
Nieuwe tonerafvalbak

Onderhoud
5-8
De printer reinigen
Om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen, moet telkens wanneer de tonercontainer vervangen wordt, de
binnenkant van de printer worden gereinigd.
BELANGRIJK Verwijder papier van de multifunctionele lade voordat de printer gereinigd wordt.
1Open de bovenklep en voorklep.
2Trek aan de ontwikkeleenheid en de tonercontainer.
3Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil van de registratierol
(metaal) te verwijderen.
4Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer terug in het
apparaat.
5Sluit daarna de voorklep en bovenklep.

5-9
Onderhoud
6Open de linkerklep. Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil van
de ventilatieopeningen te verwijderen.
7Sluit de linkerklep.
8Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil uit de ventilatieopening
aan de rechterkant van het apparaat te verwijderen.

Onderhoud
5-10
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer
Langdurig niet gebruiken
Als u de printer voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u het netsnoer uit het stopcontact.
Wij raden u aan contact met uw dealer op te nemen over de aanvullende stappen die u moet ondernemen om mogelijke
schade te voorkomen, die kan optreden wanneer de printer de volgende keer gebruikt wordt.
De printer verplaatsen
Wanneer u de printer verplaatst:
• Voorzichtig verplaatsen.
• De printer zo horizontaal mogelijk houden om te voorkomen dat er toner in de printer terechtkomt.
• Zorg ervoor dat u een onderhoudstechnicus om advies vraagt voordat u de printer over een lange afstand gaat
vervoeren.
• Houd de printer horizontaal.
WAARSCHUWING Als u de printer wilt verzenden, verwijdert u de ontwikkelaar, verpakt u deze in een
plastic zak, en verzendt u deze apart van de printer.

6-1
6 Problemen oplossen
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Algemene richtlijnen.............................................................................................................................. 6-2
Problemen met de afdrukkwaliteit........................................................................................................6-3
Foutmeldingen ....................................................................................................................................... 6-5
Papierstoringen oplossen................................................................................................................... 6-17
Als een probleem niet kan worden opgelost, neemt u dan contact op met uw servicetechnicus.

Problemen oplossen
6-2
Algemene richtlijnen
In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij de printer kunnen optreden. Voordat u de service
belt, raden wij u aan eerst deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen.
Tips
Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van onderstaande tips. Wanneer u een probleem
tegenkomt dat met de bovenstaande suggesties niet kan worden opgelost, probeer dan het volgende:
• Zet de printer uit en wacht enkele seconden. Zet de printer vervolgens weer aan.
• Start de computer, die de afdruktaken naar de printer verzendt, opnieuw op.
• Zorg ervoor dat u over de nieuwste versie van de printerdriver beschikt en deze gebruikt. De nieuwste versies van
printerdrivers en hulpprogramma's zijn beschikbaar op:
http://www.kyoceradocumentsolutions.com.
• Zorg ervoor dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware juist worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die
met de applicatiesoftware is meegeleverd.
Probleem Te controleren items Mogelijke oplossing
De afdrukkwaliteit is niet goed. Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit op pagina 6-3.
Het papier is vastgelopen. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 6-17.
Er branden geen indicatoren op het
bedieningspaneel, zelfs niet wanneer
de printer aanstaat, en de ventilator
maakt geen geluid.
Controleer of het netsnoer goed op het
stopcontact is aangesloten.
Sluit het netsnoer goed aan en zet de
printer weer aan.
Als bovenstaande correctieve actie het
probleem niet verhelpt, trek het
stroomsnoer dan uit het stopcontact.
Wacht langer dan 1 minuut, sluit het
netsnoer opnieuw aan en zet de printer
weer aan.
- Druk op de hoofdschakelaar.
De printer drukt een statuspagina af,
maar drukt geen taken vanaf de
computer af.
Controleer de printerkabel of de
aansluitingskabel.
Sluit beide uiteinden van de
printerkabel stevig aan. Probeer de
printerkabel of de aansluitingskabel te
vervangen.
Controleer de programmabestanden
en de applicatiesoftware.
Probeer een ander bestand af te
drukken of een andere afdrukopdracht
te gebruiken. Als het probleem zich
alleen bij een bepaald bestand of
applicatie voordoet, controleert u dan
de instellingen van de printerdriver
voor die applicatie.
Er komt stoom uit de printer in het
gebied rond de bovenlade.
Controleer of de kamertemperatuur erg
laag is of dat er vochtig papier werd
gebruikt.
Afhankelijk van de afdrukomgeving en
de toestand van het papier, zal de hitte
die ontstaat tijdens het afdrukken het
vocht in het papier doen verdampen en
de stoom die daarbij vrijkomt kan eruit
zien als rook. Dit is geen probleem en
u kunt gewoon doorgaan met
afdrukken.
Als u bezorgd bent om de stoom,
verhoog dan de kamertemperatuur of
vervang het papier door nieuwer,
droger papier.

6-3
Problemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit
In de volgende tabellen en diagrammen worden problemen met de afdrukkwaliteit beschreven en vindt u de mogelijke
oplossingen die u kunt proberen om de problemen op te lossen. Bij sommige oplossingen dient u onderdelen van de printer
te reinigen of te vervangen.
Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde oplossing, neem dan contact op met de service.
Afgedrukte resultaten Mogelijke oplossing
Zwarte of witte verticale strepen Drumeenheid of de eenheid met ontwikkelaar kunnen beschadigd
zijn. Als het probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet
opgelost is, bel service.
Vage of onduidelijke afdrukken Controleer de EcoPrint-instellingen.
Als de instelling op Aan staat, schakelt u deze uit op het
bedieningspaneel.
Zorg ervoor dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het
gebruikte papier.
Vervang de drum om de printkwaliteit te herstellen. Raadpleeg de
Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Pas de dichtheid van de afdruk aan. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Als er vochtig papier in de cassette of de MF-lade geladen is, vervang
het dan door nieuw, droger papier.
Als het probleem na bovenstaande correctieve actie niet verholpen is,
bel dan voor onderhoud.
Grijze achtergrond Vervang de drum om de printkwaliteit te herstellen. Raadpleeg de
Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Pas de dichtheid van de afdruk aan. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Als het probleem na bovenstaande correctieve actie niet verholpen is,
bel dan voor onderhoud.

Problemen oplossen
6-4
Vuil op de bovenrand of achterkant
van het papier
Als het probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet is
opgelost, maak dan de registratierol schoon. Raadpleeg De printer
reinigen op pagina 5-8 voor meer informatie.
Als het probleem na reinigen niet opgelost is, bel dan voor onderhoud.
Afdrukken onvolledig of op verkeerde
plaats
Controleer of de applicatiesoftware goed werkt. Raadpleeg Tips op
pagina 6-2.
De hoogte is meer dan 1500 m en
afdrukken bevatten hiaten of losse
vlekken.
Wijzig de instelling voor Hoogte aanp. in menu Service inst.
naar Hoog 1. Als er ook nu geen verbetering optreedt, wijzig de
instelling dan naar Hoog 2. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Afgedrukte resultaten Mogelijke oplossing

6-5
Problemen oplossen
Foutmeldingen
In de volgende tabel staan foutmeldingen en onderhoudsberichten die u zelf kunt afhandelen. Als Storing apparaat.
Neem contact op met uw serviceprovider. verschijnt, zet de printer dan uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en
neem contact op met uw onderhoudstechnicus.
Als Storing apparaat. Neem contact op met uw serviceprovider. of Een fout is opgetreden. Schakel
de stroom uit en weer aan. verschijnt, zet de printer dan uit en weer aan om te kijken of de printer zich herstelt. Als
de printer zich niet hersteld heeft, zet dan de printer uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en neem contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf.
Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Annuleren] om het alarm uit te schakelen.
Bericht Mogelijke oplossing
U kunt de geselecteerde instellingen alleen wijzigen wanneer u aangemeld bent
als gebruiker met beheerdersrechten.
Het aanmelden is mislukt voor een aangegeven aantal keren, waardoor het niet
langer mogelijk is te proberen aan te melden. Neem contact op met een
systeembeheerder.
Het is niet mogelijk gebleken verbinding te maken met het netwerk middels de
optionele draadloze netwerkinterfacekit.
Controleer de instellingen van de draadloze netwerkinterface.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer functie taakaccounting ingeschakeld is
en een poging om instellingen voor taakaccounting te specificeren of om een
account te registreren of te verwijderen, mislukt. Druk op [OK] om de printer
weer in status Gereed voor printen te plaatsen.
Er zijn apparaatbe-
heerdersrechten
vereist.
Toegang geweigerd.
U kunt niet
aanmelden.
Er is geen toegangs-
punt gedetecteerd.
Fout met account.
Druk [OK].

Problemen oplossen
6-6
Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de
weergegeven papierbron (papiercassettes, MF-lade of optionele
papierinvoereenheden).
U kunt de geselecteerde instellingen alleen wijzigen wanneer u aangemeld bent
als gebruiker met beheerdersrechten.
Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de
afdrukgegevens (papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht
een andere cassette opgeven om te gebruiken. Er wordt alleen een nummer
voor de papierbron weergegeven wanneer een optionele papierinvoereenheid is
geïnstalleerd. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor het afdrukken
vanaf een andere papierbron.
De capaciteit van de box is vol.
Verwijder bestanden of wijzig de capaciteit van de box.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Wordt weergegeven wanneer gegevens worden geannuleerd.
Het is niet mogelijk gebleken verbinding te maken met het netwerk middels de
optionele draadloze netwerkinterfacekit.
Controleer de instellingen van de draadloze netwerkinterface.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Bericht Mogelijke oplossing
Cassette # bijvullen
MF-lade bijvullen.
Alleen beheerder.
Alternatief:
A
A5 Dik papier
B
A5 Normaal
C
A4 Bedrukt
Boxlimiet
overschreden.
Annuleren...
Kan geen verbinding
maken.

6-7
Problemen oplossen
Druk op [OK] en controleer de volgelnde items:
• Registratie bij verificatieserver
• Wachtwoord en computeradres voor verificatieserver
• Verbinding netwerk
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
De optionele draadloze netwerkinterfacekit heeft meerdere toegangspunten
gedetecteerd. Controleer de instellingen van de draadloze netwerkinterface.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort die niet
gebruikt kunnen voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [OK] om op één kant van
het papier af te drukken.
Dit bericht wordt getoond wanneer bewerkingen beperkt zijn voor het account
wanneer taakaccounting actief is.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor het wijzigen van de
accountinstellingen.
Het is niet mogelijk de reiniging uit te voeren omdat er een taak wordt
uitgevoerd, enz.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Verw. geheugen geselecteerd is
terwijl een USB-geheugen in gebruik is.
Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven.
De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette. Het
cassettenummer kan 1 (bovenste) tot 5 (onderste) zijn.
Bericht Mogelijke oplossing
Kan niet verbinden
met verif.server.
Controleer de
domeinnaam.
Kan geen verbinden.
Er zijn meerdere toe-
gangspunten ingesch.
Kan niet dubbelzijd.
printen op dit
papier.
Kan deze taak niet
uitvoeren. Beperkt
door
autorisatie-
instellingen.
Uitvoeren niet
mogelijk.
Geheugen in gebruik,
niet verwijderbaar.
Geen cassette #

Problemen oplossen
6-8
Dit bericht wordt weergegeven wanneer er zich een papieroptilfout heeft
voorgedaan in de cassette van de papierbron. Trek de cassette van de
weergegeven papierbron naar buiten (de papiercassettes of optionele
papierinvoeren) en controleer of het papier correct wordt geladen.
Bericht Neem contact op met uw service provider wordt
weergegeven wanneer deze fout zich herhaaldelijk voordoet.
Dit bericht waarschuwt in de volgende twee gevallen. Installeer de nieuwe
tonerafvalbak.
De tonerafvalbak is niet geplaatst.
De tonerafvalbak is vol.
Raadpleeg Vervangen van de tonerafvalbak op pagina 5-6 voor meer
informatie.
De linkerklep van de printer staat open. Sluit de linkerklep.
De achterklep van de printer staat open. Sluit de achterklep.
De bovenklep van de printer staat open. Sluit de bovenklep van de printer.
De ontwikkeleenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst.
Plaats de ontwikkeleenheid goed in het apparaat.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
De drumeenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst.
Plaats de drumeenheid goed in het apparaat.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Bericht Mogelijke oplossing
Controleer cassette
#.
Controleer de
resttoner container.
Sluit klep linkerkant
Sluit de achterklep.
Sluit klep bovenkant.
De developer is
niet geïnstalleerd.
De drumeenheid is
niet geïnstalleerd.

6-9
Problemen oplossen
Het IPv6-adres dat in de hostname is opgegeven, is niet omgeven door haakjes
[ ]. Geef het adres tussen [] haakjes in om het IPv6-adres in te geven.
(bijv. [3ae3:9a0:cd05:b1d2:28a:1fc0:a1:10ae]:140)
Wordt weergegeven wanneer de envelopschakelaars zijn ingesteld op
envelopmodus.
Druk op de hoofdschakelaar om het apparaat uit te schakelen; druk er
nogmaals op om het weer in te schakelen. Als het bericht nog steeds wordt
weergegeven, druk dan op de hoofdschakelaar om het apparaat uit te zetten en
neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Er heeft zich een fout voorgedaan bij het verkrijgen van de gebruikersinformatie
na de authenticatie. Opnieuw aanmelden a.u.b.
Het geselecteerde bestand of de box bestaat niet.
Controleer of de box niet gewist is, en dat het bestand niet gewist of verplaatst
is.
De in de printer geplaatste SD/SDHC-geheugenkaart is niet geformatteerd en
kan daarom niet worden gebruikt om te lezen of schrijven. Volg de in de Engelse
Gebruikershandleiding aangegeven procedure voor het formatteren van een
SD/SDHC-geheugenkaart.
Bericht Mogelijke oplossing
Zet het IPv6-adres
tussen haakjes
[ ].
Envelop-mode.
Een fout is opgetr.
Schakel de stroom
uit en weer aan.
####
Verkrijgen netwerk-
gebruikersinformatie
is niet gelukt.
Bestand is gewist.
Controleer de docu-
mentbox.
SD-kaart formatteren.

Problemen oplossen
6-14
De data die naar de printer zijn overgebracht, zijn te ingewikkeld om op een
pagina te kunnen afdrukken. Druk op om verder te gaan met afdrukken.[OK]
Er is een fout op de RAM-schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats
van ## staat.
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
02: RAM-diskmode staat op Uit. Stel de instelling in op Aan. Raadpleeg de
Engelse Bedieningshandleiding.
03: De RAM-schijf is beschermd tegen schrijven met opdrachtbewerking.
Verwijder de schrijfbescherming met de opdracht.
04: Geen schijfruimte. Wis overbodige bestanden of vergroot de schijf van de
RAM-schijf. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer
informatie.
05: Het opgegeven bestand bestaat niet op de RAM-schijf. Sla het bestand op
de RAM-schijf op.
10: Het op de RAM-schijf opgeslagen bestand is beschermd tegen schrijven
met opdrachtbewerking. Verwijder de schrijfbescherming met de opdracht.
Er zijn al 100 geregistreerde accounts, waardoor het niet mogelijk is nieuwe
accounts te registreren.
Vervang het onderhoudspakket dat op het berichtenscherm wordt
weergegeven. De onderhoudskit dient om de 500.000 afgedrukte afbeeldingen
te worden vervangen (of elke 300.000 afbeeldingen bij de FS-2100D/FS-
2100DN); hiervoor is professioneel onderhoud nodig.
Toner in de tonercontainer is op. Vervang de tonercontainer met een nieuwe
tonerkit. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer een poging tot afdrukken werd
ondernomen, ondanks het feit dat functie taakaccounting geactiveerd was met
Beperking ingesteld als de taaklimiet voor elke taakaccount.
Druk op [OK] om de printer terug gebruiksklaar te zetten.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Bericht Mogelijke oplossing
Taak is onderbroken
Fout met RAM-disk
Druk op [OK].
##
Geregistreerd aantal
overschreden
Kan niet toevoegen
Vervang MK.
Vervang de toner.
Begrensd door
taakaccounting
Druk op [OK].

Problemen oplossen
6-24

A-1
Bijlage
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Over de opties ....................................................................................................................................... A-2
Papier..................................................................................................................................................... A-3
Specificaties........................................................................................................................................ A-14
Neem voor de beschikbaarheid van de opties contact op met uw onderhoudstechnicus.
Produktspecifikationer
Varumärke: | Kyocera |
Kategori: | Skrivare |
Modell: | ECOSYS FS-2100DN |
Behöver du hjälp?
Om du behöver hjälp med Kyocera ECOSYS FS-2100DN ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig
Skrivare Kyocera Manualer

9 Januari 2025

16 Oktober 2024

13 Oktober 2024

12 Oktober 2024

9 Oktober 2024

3 Oktober 2024

1 Oktober 2024

26 September 2024

26 September 2024

26 September 2024
Skrivare Manualer
- Skrivare Sony
- Skrivare Samsung
- Skrivare Xiaomi
- Skrivare LG
- Skrivare Huawei
- Skrivare HP
- Skrivare Panasonic
- Skrivare Epson
- Skrivare Honeywell
- Skrivare Olympus
- Skrivare Toshiba
- Skrivare Xerox
- Skrivare Canon
- Skrivare Agfaphoto
- Skrivare Brother
- Skrivare Sharp
- Skrivare Renkforce
- Skrivare Kodak
- Skrivare Lenovo
- Skrivare Polaroid
- Skrivare Sagem
- Skrivare Roland
- Skrivare Citizen
- Skrivare Nilox
- Skrivare Fujifilm
- Skrivare AVM
- Skrivare Konica Minolta
- Skrivare Mitsubishi
- Skrivare Velleman
- Skrivare Seiko
- Skrivare Argox
- Skrivare Oki
- Skrivare Royal Sovereign
- Skrivare Fujitsu
- Skrivare Digitus
- Skrivare Olympia
- Skrivare Dymo
- Skrivare Bixolon
- Skrivare Ricoh
- Skrivare Lexmark
- Skrivare Dell
- Skrivare Olivetti
- Skrivare Intermec
- Skrivare Zebra
- Skrivare D-Link
- Skrivare Minolta
- Skrivare DNP
- Skrivare GoDEX
- Skrivare Triumph-Adler
- Skrivare Oce
- Skrivare Testo
- Skrivare Metapace
- Skrivare Ultimaker
- Skrivare Pantum
- Skrivare Ibm
- Skrivare Tomy
- Skrivare StarTech.com
- Skrivare Toshiba TEC
- Skrivare Frama
- Skrivare Builder
- Skrivare Kern
- Skrivare Kogan
- Skrivare Brady
- Skrivare ZKTeco
- Skrivare Star Micronics
- Skrivare Posiflex
- Skrivare Datamax-O'neil
- Skrivare Panduit
- Skrivare Dascom
- Skrivare HiTi
- Skrivare GG Image
- Skrivare Vupoint Solutions
- Skrivare Elite Screens
- Skrivare Primera
- Skrivare DTRONIC
- Skrivare Phoenix Contact
- Skrivare Videology
- Skrivare TSC
- Skrivare Star
- Skrivare EC Line
- Skrivare Colop
- Skrivare Equip
- Skrivare Approx
- Skrivare Fichero
- Skrivare Raspberry Pi
- Skrivare Epson 7620
- Skrivare Unitech
- Skrivare Middle Atlantic
- Skrivare IDP
- Skrivare Evolis
- Skrivare Fargo
- Skrivare Microboards
- Skrivare Tally Dascom
- Skrivare Custom
- Skrivare CSL
- Skrivare Nisca
- Skrivare Sawgrass
- Skrivare Mutoh
Nyaste Skrivare Manualer

2 April 2025

2 April 2025

2 April 2025

2 April 2025

2 April 2025

2 April 2025

1 April 2025

1 April 2025

31 Mars 2025