Miele Professional PW 5064 MopStar 60 Bruksanvisning

Miele Professional tvättmaskin PW 5064 MopStar 60

Läs nedan 📖 manual på svenska för Miele Professional PW 5064 MopStar 60 (72 sidor) i kategorin tvättmaskin. Denna guide var användbar för 13 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare

Sida 1/72
Gebruiksaanwijzing
en opstellingsinstructies
Wasautomaat
PW 5064 MopStar 60
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat. M.-Nr. 09 757 580
nl-NL
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak-
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri-
aal remt de afvalproductie en het ge-
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge-
meente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap-
paraten bevatten meestal nog waarde-
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei-
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur. Vraag uw hande-
laar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor-
den opgeslagen.
Energie besparen
Energie- en waterverbruik
Maak zoveel mogelijk gebruik van de
maximale beladingscapaciteit van
een programma. U gebruikt dan rela-
tief gezien de minste hoeveelheid
energie en water.
Wasmiddel
Gebruik de hoeveelheid wasmiddel
die op de verpakking staat aangege-
ven.
Verlaag bij een geringere belading
de wasmiddelhoeveelheid.
Als u aansluitend machinaal droogt
Kies het hoogste centrifugetoerental
voor het betreffende wasprogramma. U
bespaart dan energie tijdens het dro-
gen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
2
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu........................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
Bediening van de wasautomaat .....................................13
Bedieningspaneel .................................................13
Principe display ...................................................14
Eerste ingebruikneming ...........................................15
Het gebruik van de wasautomaat ....................................16
Verkorte gebruiksaanwijzing .........................................16
Textielbehandelingssymbolen ......................................21
Centrifugeren ....................................................22
Maximaal toerental eindcentrifugeren ..................................22
Tussencentrifugeren .............................................22
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop) ...........................22
Tussencentrifugeren en eindcentrifugeren uitschakelen .................22
Uitgestelde start..................................................23
Programma-overzicht .............................................24
Programmaverloop ...............................................30
Ontwateren ......................................................31
Voorwassen/Voorspoelen ...........................................31
Kreukbeveiliging ..................................................31
Programmaverloop wijzigen ........................................32
Programma afbreken ...............................................32
Programma onderbreken............................................32
Programma wijzigen ...............................................32
Was bijvullen of voortijdig verwijderen .................................33
Wasmiddel ......................................................34
Waterontharder ...................................................34
Wasverzachter, appreteermiddel of vloeibaar stijfsel ......................34
Ontkleuren/verven .................................................34
Externe dosering ..................................................35
Sensor leegmelding .............................................37
Reiniging en onderhoud ...........................................38
Wasautomaat reinigen ..............................................38
Zeefjes watertoevoer reinigen ........................................40
Nuttige tips ......................................................41
Wat moet u doen als... ............................................41
Inhoud
3
Er kan geen wasprogramma worden gestart ............................41
In het display verschijnt een foutmelding ...............................42
Algemene problemen met de wasautomaat .............................43
Het wasresultaat is onvoldoende......................................44
De deur kan niet met de toets Deur worden geopend .....................45
Programma voortzetten na een onderbreking van de stroomvoorziening ......45
Vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomstoring ...................46
Service .........................................................47
Reparaties .......................................................47
Optische interface PC ..............................................47
Bij te bestellen accessoires ..........................................47
Plaatsen en aansluiten ............................................48
Voorkant.........................................................48
Achterkant .......................................................49
Wasautomaat plaatsen .............................................50
Plaats van opstelling ...............................................51
Transportbeveiliging verwijderen .....................................51
Transportbeveiliging monteren .......................................53
Stellen ..........................................................53
Voetjes stellen en met contramoeren vastzetten .......................53
Automaat tegen verschuiven beveiligen .............................54
Was-droogzuil ....................................................55
Sokkelopstelling...................................................55
Wateraansluiting ..................................................56
Koudwateraansluiting ............................................56
Warmwateraansluiting ...........................................57
Waterafvoer ......................................................57
Elektrische aansluiting ..............................................58
Technische gegevens .............................................59
Menu "Instellingen J".............................................61
Afkoeling waswater ................................................61
Contrast .........................................................61
Lichtsterkte ......................................................61
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"...............................62
Code invoeren ....................................................62
Code wijzigen ....................................................62
Dagtijd ..........................................................63
Inhoud
4
Taal J...........................................................63
Stand-by ........................................................63
Memory .........................................................64
Beladingsautomaat ................................................64
Water voorwas ....................................................64
Water hoofdwas ...................................................64
Water spoelen ....................................................64
Lage waterdruk ...................................................64
Temp. standaard plus ..............................................65
MOP-ontwateren ..................................................65
Chemotherm. desinf. ...............................................65
Thermische desinfectie .............................................65
Desinfectie hygiëne ................................................66
Microvezel-MOP ..................................................66
Behandelen standaard .............................................66
Behandelen desinfectie .............................................66
Behandelen doeken................................................66
Cent.behand.stand.,des. ............................................67
Centr.-behand. stand.+ .............................................67
Centr.-behand. doeken .............................................67
Sensor leegmelding................................................67
Meer programma's ................................................68
Niveau wit/bont ...................................................68
Niveau kreukherstell. ...............................................68
Temp. voorwas WB ................................................68
Wastijd voorwas...................................................69
Wastijd wit/bont ...................................................69
Wastijd kreukherstell................................................69
Voorwas wit/bont/kh................................................69
Lijst speciale program. .............................................69
Spoelgangen wit/bont ..............................................70
Spoelgangen kreukh................................................70
Spoelgangen desinfectie............................................70
Voorspoelen wit/bont ...............................................70
Voorspoel. kreukherst. ..............................................71
Temperatuureenheid ...............................................71
Gestuurd energieverbr. .............................................71
Inhoud
5
Deze automaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van
het apparaat tot gevolg hebben.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing voordat u uw automaat voor het
eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige
schade aan het apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt u be-
langrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud.
Als meerdere personen de automaat bedienen, dan moeten de
veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen
toegankelijk worden gemaakt en/of worden uitgelegd.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een even-
tuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
~De wasautomaat is uitsluitend bestemd voor het wassen van tex-
tiel dat volgens het wasetiket geschikt is voor machinaal wassen.
Ieder ander gebruik kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verant-
woordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander gebruik
dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
~De wasautomaat moet volgens de gebruiksaanwijzing worden
gebruikt, regelmatig worden onderhouden en de werking moet re-
gelmatig worden gecontroleerd.
~Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
~Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de
hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
~Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen dan
zonder toezicht bedienen, reinigen of onderhouden, als ze daar
uitleg over hebben gehad. Ze moeten inzien wat voor gevaar zij lo-
pen wanneer ze niet goed met het apparaat omgaan.
~Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van het ap-
paraat komen als ze constant onder toezicht staan.
~Wanneer er kinderen in de buurt van het apparaat zijn, houd ze
dan goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spe-
len.
~De desinfectiestandaard van thermische en chemothermische
procédés dient te worden bewaakt. Desinfectieprogramma's mogen
niet worden onderbroken, omdat anders het desinfectieresultaat on-
gunstig kan worden beïnvloed.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Technische veiligheid
~Controleer het apparaat voordat u het installeert en in gebruik
neemt op zichtbare schade. Een beschadigd apparaat mag niet
worden geïnstalleerd en gebruikt.
~De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen gewaarborgd
als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de
voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat u dit controleert.
Laat in geval van twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecte-
ren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
als gevolg van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
~Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de
gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Re-
paraties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door
Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij eventuele schade geen aan-
spraak op de garantie worden gemaakt.
~Voer geen aanpassingen aan de automaat uit die niet uitdrukke-
lijk door Miele zijn toegestaan.
~In geval van een storing of bij reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden is de automaat alleen spanningsvrij als:
de stekker uit de contactdoos is getrokken.
de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uitgeschakeld is of
de betreffende zekering van de huisinstallatie er helemaal uitge-
draaid is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
~De wasautomaat mag alleen met een nieuwe slangenset op de
watervoorziening worden aangesloten. Oude slangen mogen niet
worden gebruikt. Controleer de slangen regelmatig. U kunt de
slangen dan tijdig vervangen en waterschade voorkomen.
~Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde-
len worden vervangen. Alleen van die onderdelen kan Miele garan-
deren dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
~Het apparaat mag niet met een verlengsnoer, een stekkerdoos of
iets dergelijks op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De veilig-
heid van het apparaat is dan niet gewaarborgd (gevaar van overver-
hitting).
~Als het apparaat voor professionele doeleinden wordt gebruikt, is
het wenselijk dat het apparaat periodiek door een deskundige wordt
gecontroleerd (bijvoorbeeld door Miele). De resultaten moeten in het
zogenaamde machinevolgboek worden vastgelegd (verkrijgbaar bij
Miele). Het machinevolgboek moet op de plaats van opstelling wor-
den bewaard.
~Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
~Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: "Plaatsen en aanslui-
ten" en "Technische gegevens".
~Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker kunt komen om de spanning
van de wasautomaat te halen.
~Als er sprake is van een vaste aansluiting, moet de wasautomaat
via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen wor-
den losgekoppeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Veilig gebruik
~De maximale beladingscapaciteit bedraagt 6,5 kg (droog was-
goed), maar sommige programma’s hebben een lagere beladings-
capaciteit. Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht".
~Plaats het apparaat in een vorstvrije ruimte. Bevroren slangen
kunnen barsten en temperaturen onder het vriespunt kunnen de
werking van de elektronica beïnvloeden.
~Verwijder voor de ingebruikneming de transportbeveiliging aan
de achterkant van de automaat (zie het hoofdstuk "Plaatsen en aan-
sluiten" onder "Transportbeveiliging verwijderen"). Als de beveiliging
niet wordt verwijderd, kunnen de wasautomaat en ernaast geplaats-
te apparaten en meubels tijdens het centrifugeren beschadigd ra-
ken.
~Sluit de waterkraan als u gedurende lange tijd afwezig bent (bij-
voorbeeld tijdens vakanties). Dit is vooral van belang als zich in de
buurt van de automaat geen afvoerputje bevindt.
~Voorkom dat vreemde voorwerpen (spijkers, naalden, munten,
paperclips, etc.) in de machine terechtkomen. Dergelijke voor-
werpen kunnen de automaat beschadigen (zoals de kuip en de
wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt het
wasgoed beschadigen. Vooral metaalspaanders die zich in
reinigingsmateriaal kunnen bevinden, moeten voor het wassen eruit
worden geschud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
~Bij juiste dosering van het wasmiddel hoeft de automaat niet te
worden ontkalkt. Mocht u toch willen ontkalken, gebruik dan een ont-
kalkingsmiddel dat een anti-corrosiemiddel bevat (verkrijgbaar bij
Miele). Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op.
~Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
behandeld, moet vóór het wassen grondig met water worden ge-
spoeld.
~Gebruik nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten
(zoals wasbenzine). Onderdelen van de automaat kunnen bescha-
digd raken en er kunnen giftige dampen vrijkomen. Bovendien be-
staat er brand- en explosiegevaar.
~Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine,
petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Er bestaat brand- en
explosiegevaar!
~Textielverf moet geschikt zijn voor gebruik in een wasautomaat.
Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op.
~Ontkleuringsmiddelen bevatten vaak zwavel en kunnen corrosie
veroorzaken. Deze middelen mogen niet in de wasautomaat worden
gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
~Voorkom dat de roestvrijstalen oppervlakken (front, deksel, om-
manteling) in aanraking komen met vloeibare reinigings- en desin-
fectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze
middelen kunnen op het roestvrije staal corrosie veroorzaken.
Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot
gevolg hebben. Bewaar geopende reservoirs met dergelijke mid-
delen daarom niet in de buurt van het apparaat.
~Voor de reiniging van het apparaat mag geen hogedrukreiniger of
waterstraal worden gebruikt.
~Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en
speciale producten op de aanwijzingen van de betreffende fabri-
kant. Gebruik het middel alleen voor toepassingen die door de fabri-
kant zijn aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en
eventuele heftige chemische reacties.
Toebehoren
~Toebehoren mogen alleen dan worden aan- of ingebouwd, als
deze uitdrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Als er andere onder-
delen worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen
instaan en kan er geen beroep worden gedaan op bepalingen met
betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
~Miele-droogautomaten en Miele-wasautomaten kunnen worden
gecombineerd tot een was-droogzuil. Daarvoor is een Miele-tussen-
stuk nodig. Let erop dat het tussenstuk dat u nabestelt bij uw Miele-
droogautomaat en Miele-wasautomaat past.
~Wilt u een Miele-sokkel nabestellen, let er dan op dat deze bij uw
wasautomaat past.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Voordat u het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt, moet het
correct zijn geplaatst en aangeslo-
ten. Zie ook het hoofdstuk "Plaatsen
en aansluiten".
Om veiligheidsredenen kan voor de
eerste ingebruikneming niet worden ge-
centrifugeerd. Om te kunnen centrifu-
geren, moet eerst een wasprogramma
zonder belading worden afgewerkt.
^Schakel de wasautomaat met de
toets Kin.
Als u de automaat voor het eerst ge-
bruikt, verschijnt de Duitse tekst
Miele Professional Willkommen.
Het welkomstscherm verschijnt niet
meer als de eerste ingebruikneming
afgerond is.
Het display wisselt naar de instelling
van de taal.
^Kies de gewenste taal met de toetsen
en +en bevestig uw keuze met de
toets OK.
Transportbeveiliging
De transportbeveiliging moet vóór
het eerste wasprogramma worden
verwijderd om schade aan de was-
automaat te voorkomen.
^Bevestig het verwijderen van de
transportbeveiliging door op OK te
drukken.
Het display wisselt naar de instelling
van de dagtijd.
Dagtijd instellen
12:00
Dagtijd instellen
^Stel met de toetsen en +het juiste
uur in en bevestig deze waarde met
de toets OK. Stel vervolgens de mi-
nuten in. Nadat u ook die waarde
heeft bevestigd, wisselt het display
naar het basismenu.
Eerste wasbeurt
De automaat kan nu voor het eerste
wasprogramma worden gebruikt.
^Zet de programmaschakelaar op
Reinigingsdoeken Hygiëne.
^Draai de waterkranen open.
^Druk op de toets Start.
Na afloop van het programma is de
eerste ingebruikneming afgerond.
Eerste ingebruikneming
15
BWasautomaat beladen
^Schakel de wasautomaat met de
toets Kin.
^Druk op de toets Deur en open de
deur.
^Leg de mops, reinigingsdoeken of
pads losjes in de trommel.
^Ontvouw wasgoed en leg het losjes
in de trommel. Grote en kleine stuk-
ken bij elkaar zorgen voor een opti-
male waswerking en voor een betere
verdeling tijdens het centrifugeren.
Als u de maximale beladingscapaciteit
benut, is het energie- en waterverbruik
relatief gezien het laagst. Bij een te vol-
le trommel neemt het wasresultaat af en
neemt de kreukvorming toe.
^Zwaai de deur dicht.
Het wasgoed mag niet tussen de
deur en de dichtring ingeklemd ra-
ken.
Het gebruik van de wasautomaat
17
DWasmiddel doseren
Houd bij de dosering rekening met de
mate van verontreiniging en met de wa-
terhardheid.
Bij te weinig wasmiddel
worden het reinigingsmateriaal en
het wasgoed niet schoon en na ver-
loop van tijd grauw en hard.
ontstaan er vetbolletjes in de was.
ontstaat er kalkafzetting op de ver-
warmingselementen.
Bij te veel wasmiddel
treedt er sterke schuimvorming op,
waardoor de mechanische waswer-
king afneemt en de was niet goed
wordt gereinigd, gespoeld en gecen-
trifugeerd.
wordt het milieu onnodig belast.
Meer informatie over wasmiddelen en
doseringen vindt u in het hoofdstuk
"Wasmiddel".
^Trek de wasmiddellade open en vul
de juiste vakjes.
i= Wasmiddel voor de voorwas
(1/4van de aanbevolen hoeveel-
heid voor de hoofdwas)
j= Wasmiddel voor de hoofdwas
§= Wasverzachter, appreteer-
middel of vloeibaar stijfsel
^Sluit de wasmiddellade.
Bij desinfectieprogramma's wordt
het vakje §niet aangestuurd.
Doseer daarom geen middel in
vakje §.
De wasautomaat is geschikt voor het
aansluiten van externe doseersyste-
men voor het doseren van vloeibare
was- en hulpmiddelen (zie ook
"Wasmiddel", "Externe dosering").
Het gebruik van de wasautomaat
19
EProgramma starten
Als u het programma kunt starten, be-
gint de toets Start te knipperen.
^Druk op de toets Start.
De toets Start licht op.
Als niet voor een uitgestelde start is ge-
kozen, verschijnt in het display de ver-
wachte programmaduur. De tijd wordt
in minuten afgeteld. In de eerste 10 mi-
nuten bepaalt de wasautomaat hoeveel
water het wasgoed kan opnemen. Hier-
door kan de programmaduur nog wor-
den verkort.
Daarnaast is in het display het pro-
grammaverloop te zien. De automaat
geeft steeds aan welke programmafase
is bereikt.
FTrommel leeghalen
Voor een gelijkmatige verdeling van de
vochtigheid en om kreukvorming te
voorkomen (kreukbeveiliging), beweegt
de trommel na afloop van het program-
ma nog ca. 30 minuten. U kunt de was-
automaat op elk moment openen.
15 minuten na afloop van de kreuk-
beveiliging wordt de automaat auto-
matisch uitgeschakeld. U kunt de au-
tomaat met de toets Kweer inscha-
kelen.
^Open de deur met de toets Deur.
^Haal het wasgoed uit de trommel.
Controleer of de trommel leeg is.
Achtergebleven was kan bij een vol-
gende wasbeurt krimpen of afgeven.
^Controleer of er iets in de dichtring bij
de deur zit (paperclips, spijkers,
etc.).
^Zet de programmaschakelaar op
Einde.
^Sluit de deur. Er kunnen anders on-
bedoeld voorwerpen in de trommel
terechtkomen. Deze zouden per on-
geluk kunnen worden meegewassen
en het wasgoed kunnen bescha-
digen.
^Schakel de wasautomaat met de
toets Kuit.
Het gebruik van de wasautomaat
20
Wassen
Het getal in de wastobbe geeft de
maximale wastemperatuur aan.
9Normaal programma
4Mild programma
cZeer mild programma
/Handwas
hNiet wassen
Trommeldrogen
De punten geven de globale tempera-
tuur aan.
qOp een normale temperatuur
rOp een lagere temperatuur
sNiet drogen in de automaat
Strijken
De punten verwijzen naar de punten
op de regelaar van het strijkijzer en
geven de temperatuur aan.
Ica. 200°C
Hca. 150°C
Gca. 110°C
JNiet strijken
Chemisch reinigen
fReiniging met chemische op-
losmiddelen.
De letters verwijzen naar het
reinigingsmiddel.
p
wNat reinigen
DNiet chemisch reinigen
Bleken
xElk bleekmiddel toegestaan
{Alleen zuurstofbleekmiddel
toegestaan
zNiet bleken
In het wasgoed bevindt zich een etiket
met textielbehandelingssymbolen. Dit
etiket doet aanbevelingen voor de juiste
behandeling van het artikel waarop het
is aangebracht.
Het mag niet worden verward met een
garantie hoe het textiel zich in het ge-
bruik zal gedragen. Het behandelings-
etiket waarborgt dat het textielproduct
bij de aanbevolen behandeling geen
schade lijdt.
Een artikel waarop een behandelings-
etiket met de symbolen is aangebracht
moet voldoen aan bepaalde eisen van
wasechtheid, wrijfechtheid en water-
echtheid van de kleuren.
Het mag niet teveel krimpen of vervor-
men, de lijmen mogen niet loslaten en
bij de eerste vier keer reinigen zijn ont-
leding, smelten, vergelen, pillen en blij-
vende kreukels ontoelaatbaar.
Behandelingen en temperaturen die
milder zijn dan op het etiket aangege-
ven zijn altijd toegestaan.
Textielbehandelingssymbolen
21
Maximaal toerental
eindcentrifugeren
Programma omw./min
Standaard 60°C 1400
Standaard plus 1400
Thermische desinfectie 1400
Chem.-therm. desinfectie 1400
Reinigingsdoeken Hygiëne 1400
Reinigingsdoeken 40°C/60°C 1400
Pads 40°C 1400
Mops nieuw 1400
Mops+behandelen* Geen weergave
Mops behandelen* Geen weergave
Doeken behandelen* Geen weergave
Vitrage 600
Bonte was 1400
Witte was 1400
Intensief 1400
Intensief plus 1400
Kreukherstellend 1000
Miniwas 1400
Extra spoelen 1400
Pompen/Centrifug. 1400
*Het toerental is afhankelijk van de instellingen bij
Cent.behand.stand.,des. en Centr.-behand.
doeken.
U kunt het toerental voor het eindcentri-
fugeren verlagen. Een hoger toerental
dan in de tabel is aangegeven, is niet
mogelijk.
Tussencentrifugeren
De was wordt na de hoofdwas en tus-
sen de spoelgangen door gecentrifu-
geerd. Als u het toerental voor het eind-
centrifugeren verlaagt, wordt eventueel
ook het toerental voor het
tussencentrifugeren verlaagd.
Eindcentrifugeren uitschakelen
(spoelstop)
^Kies de instelling Spoelstop. Het
wasgoed blijft na de laatste spoel-
gang in het water liggen.
Eindcentrifugeren starten:
De elektronica reikt u voor het centri-
fugeren het maximaal toegestane
toerental aan. U kunt het toerental
eventueel verlagen. Met de toets
Start start u het eindcentrifugeren.
Programma beëindigen:
Druk op de toets Deur. Het water
wordt weggepompt. Druk opnieuw
op de toets Deur om de deur te ope-
nen.
Tussencentrifugeren en
eindcentrifugeren uitschakelen
^Kies de instelling Zonder centrifuge-
ren. Na de laatste spoelgang wordt
het water afgepompt. Voor een gelijk-
matige verdeling van de vochtigheid
en om kreukvorming te voorkomen,
beweegt de trommel na afloop van
het programma nog ca. 30 minuten
(niet bij de programma's Pads en
Mops nieuw).
Bij de programma's Thermische
desinfectie,Chemothermische des-
infectie en Reinigingsdoeken desin-
fectie hygiëne (programma "Hygië-
ne") zijn de instellingen Spoelstop en
Zonder centrifugeren niet mogelijk.
Centrifugeren
22
Via een uitgestelde start kunt u het
programma-einde verschuiven. U kunt
de programmastart met 30 minuten tot
maximaal 24 uur uitstellen. Op deze wij-
ze kunt u bijvoorbeeld gebruik maken
van een lager tarief voor nachtstroom.
Een uitgestelde start kan alleen cor-
rect worden uitgevoerd als u de actu-
ele dagtijd heeft ingesteld.
Als u bij de instelling Dagtijd in het
menu Instellingen/Exploitatieniveau
de optie Geen klok kiest, kunt u de
start van een programma met maxi-
maal 96 uur uitstellen
Uitgestelde start instellen
^Druk na de programmakeuze op de
toets m.
7:51
Start: 7:51
Einde: 9:19
Het display toont de actuele dagtijd en
de tijd waarop het programma zal zijn
beëindigd.
7:51
Start: 10:32
Einde: 12:00
^Kies met de toets +het gewenste
programma-einde.
Als u de eerste keer op de toets drukt,
wordt het programma-einde naar het
eerstvolgende hele of halve uur ver-
schoven. Bij elke volgende druk op de
toets verschuift het programma-einde
telkens met 30 minuten.
Als u een te lange tijd heeft ingesteld,
kunt u deze met de toets weer verkor-
ten.
^Bevestig het ingestelde einde met de
toets OK.
Uitgestelde start activeren
^Druk op de toets Start.
60°C 1200 omw/min
Start over: 2:41 h
Het display laat zien over hoeveel uur
en/of minuten het wasprogramma zal
worden gestart.
Uitgestelde start wijzigen
^Druk op de toets m.
^Kies een ander programma-einde
met de toetsen en +.
^Bevestig de instelling met OK.
Uitgestelde start beëindigen
^Druk op de toets m.
^Haal met de toets het programma-
einde zover naar voren dat de pro-
grammastart overeenkomt met de ac-
tuele dagtijd.
^Bevestig de instelling met OK.
Het programma start nu meteen.
Pas na de programmastart kan de
elektronica vaststellen, hoeveel was
zich in de trommel bevindt. De pro-
grammaduur kan hierdoor eventueel
korter uitvallen.
Uitgestelde start
23
Mops
Standaard 60°C max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
Standaard plus 60°C max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.
U kunt de temperatuur wijzigen.*
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
Thermische desinfectie 85°C / 15 min max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip Er kan uit meerdere desinfectieprogramma's worden geko-
zen.*
U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
Chemothermische desinfectie 70°C / 10 min max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip Er kan uit meerdere desinfectieprogramma's worden geko-
zen.*
U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel (landspecifieke
desinfectievoorschriften dienen in acht te worden genomen)
* Deze instellingen kunnen in het menu Instellingen/Exploitatieniveau worden ge-
daan.
Programma-overzicht
24
Reinigingsdoeken
Desinfectie hygiëne 70°C / 10 min (programma "Hygiëne") max. 3,5 kg
Textielsoort Reinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Er kan uit meerdere desinfectieprogramma's worden geko-
zen.*
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel (landspecifieke
desinfectievoorschriften dienen in acht te worden genomen)
60°C max. 3,5 kg
Textielsoort Reinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
40°C max. 3,5 kg
Textielsoort Reinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
Pads
Pads 40°C max. 1,0 kg
Textielsoort Pads van microvezels.
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
* Deze instellingen kunnen in het menu Instellingen/Exploitatieniveau worden ge-
daan.
Programma-overzicht
25
Meer programma's
De lijst met "Meer programma's" varieert afhankelijk van de instelling (zie het
hoofdstuk "Menu Instellingen/Exploitatieniveau" – "Lijst speciale programma's").
Standaard
Mops nieuw 60°C tot 95°C max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen of mengweefsels.
Tip Voor nieuwe mops. Productieresten worden hierbij uit de
mops verwijderd. Het wateropnemend vermogen van de
nieuwe vezels wordt verhoogd.
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Mops behandelen max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip Voor het achteraf behandelen van schone mops.
Het behandelingsmiddel kan in het vakje voor de wasver-
zachter of extern worden gedoseerd.
Doeken behandelen max. 3,5 kg
Textielsoort Reinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip Voor het achteraf behandelen van schone reinigingsdoeken.
Het behandelingsmiddel kan in het vakje voor de wasver-
zachter of extern worden gedoseerd.
Machine reinigen
Voor het reinigen van de kuip en het afvoersysteem.
Voer het programma zonder belading uit.
U moet wasmiddel doseren.
Als u vaak desinfectieprogramma's gebruikt, moet u het pro-
gramma Machine reinigen regelmatig uitvoeren.
Wasmiddel Universeel wasmiddel
Programma-overzicht
26
Vitrages koud tot 40°C max. 3,0 kg
Textielsoort Vitrages die volgens de fabrikant geschikt zijn voor machinaal
wassen
Tip Verlaag bij vitrages die snel kreuken het centrifugetoerental
of zet de centrifugeerfunctie uit.
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Wasmiddel voor vitrages, universeel wasmiddel of
bontwasmiddel (poedervormig)
Extra spoelen max. 6,5 kg
Textielsoort Textiel dat alleen gespoeld en gecentrifugeerd moet worden.
Pompen/Centrifugeren max. 6,5 kg
Tip Alleen pompen: kies bij het centrifugetoerental Zonder centri-
fugeren.
Voor het centrifugeren van het wasgoed: let op het centrifu-
getoerental.
Programma-overzicht
27
Ready-to-use
Mops + behandelen 60°C tot 90°C max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip De mops worden in een keer gewassen en behandeld.
Het behandelingsmiddel kan in het vakje voor de wasver-
zachter of extern worden gedoseerd.
U kunt uit vier programmavarianten kiezen, waarmee u de
restvochtwaarde kunt bepalen: ,,,, (hoge restvochtwaarde)
tot ,(lage restvochtwaarde).
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
Mops behandelen max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip Voor het achteraf behandelen van schone mops.
Het behandelingsmiddel kan in het vakje voor de wasver-
zachter of extern worden gedoseerd.
U kunt uit vier programmavarianten kiezen, waarmee u de
restvochtwaarde kunt bepalen: ,,,, (hoge restvochtwaarde)
tot ,(lage restvochtwaarde).
Extra spoelen max. 6,5 kg
Textielsoort Textiel dat alleen gespoeld en gecentrifugeerd moet worden.
Pompen/Centrifugeren max. 6,5 kg
Tip Alleen pompen: kies bij het centrifugetoerental Zonder centri-
fugeren.
Voor het centrifugeren van het wasgoed: let op het centrifu-
getoerental.
Programma-overzicht
28
Extra programma's die bij het kiezen van Meer programma's moeten verschij-
nen, kunnen via het menu Instellingen/Exploitatieniveau worden bijgeschakeld.
Bonte was 60°C max. 6,5 kg
Textielsoort Textiel van katoen, linnen of mengweefsels.
Tip Was donkergekleurd textiel met een bontwasmiddel of met
een vloeibaar wasmiddel.
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Witte was 90°C max. 6,5 kg
Textielsoort Textiel van katoen, linnen of mengweefsels.
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel wasmiddel
Intensief 40°C tot 80°C max. 6,5 kg
Textielsoort Sterk verontreinigd textiel van katoen, linnen of mengweefsels.
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Intensief plus 60°C tot 95°C max. 6,5 kg
Textielsoort Zeer sterk verontreinigd textiel van katoen, linnen of mengweef-
sels.
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Kreukherstellend 30°C tot 60°C max. 3,5 kg
Textielsoort Textiel van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstel-
lende katoen.
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Miniwas 20°C tot 60°C max. 3,5 kg
Textielsoort Voor kleine hoeveelheden licht verontreinigd wasgoed dat met
het programma Bonte was kan worden gewassen.
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Programma-overzicht
29
Ont-
wateren
Voor-
spoelen
Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Water-
niveau
Water-
niveau
Spoel-
gangen
ab
Mops
Standaard 60°C LL ((2LL
Standaard plus LL ((2LL
Therm. desinfectie LL ((3LL
Chemo-thermisch LL e(3LL
Reinigingsdoeken
Hygiëne - L((3LL
60°C, 40°C - L((2LL
Pads
Pads 40°C - L((3LL
Meer programma's
Mops nieuw - - d(2LL
Mops + behandelen LL ((2LL
Mops behandelen - - - (2LL
Doeken behandelen - - - (2LL
Vitrage - L((3-L
Bonte was - - d(2LL
Witte was - - d(2LL
Intensief - L((2LL
Intensief plus - L((3LL
Kreukherstellend - - (e2LL
Miniwas - - dd2LL
Extra spoelen - - - e2-L
Pompen/Centrifug. - - - - - - L
d= Laag waterniveau
(= Gemiddeld waterniveau
e= Hoog waterniveau
a= Tussencentrifugeren
b= Eindcentrifugeren
Programmaverloop
30
De wasautomaat heeft een
volelektronische besturing. De elektro-
nica bepaalt zelf de benodigde water-
hoeveelheid, gebaseerd op de hoe-
veelheid wasgoed en het
wateropnemend vermogen ervan (bela-
dingsautomaat). Hierdoor kunnen het
programmaverloop en de wastijden per
wasbeurt variëren.
Het hier besproken programmaverloop
heeft altijd betrekking op het af fabriek
geprogrammeerde basisprogramma bij
maximale belading. Met eventuele extra
functies wordt geen rekening gehou-
den.
Op het display van de machine kunt u
steeds zien bij welke programmafase
het apparaat is.
Ontwateren
Bij de programma's Standaard,Stan-
daard plus,Thermische desinfectie en
Chemothermische desinfectie worden
mops na de programmastart door kort
centrifugeren ontwaterd.
Voorwassen/Voorspoelen
Sommige programma's hebben een
vaste voorspoelstap voor het verwijde-
ren van grove verontreinigingen en rei-
nigingsmiddelresten. Bij zeer ernstige
verontreinigingen kunt u afhankelijk van
het programmma kiezen voor twee keer
voorspoelen of voorwassen.
Kreukbeveiliging
Voor een gelijkmatige verdeling van de
vochtigheid en om kreukvorming te
voorkomen, beweegt de trommel na af-
loop van het programma nog ca. 30 mi-
nuten (niet bij de programma's Pads en
Mops nieuw). U kunt de wasautomaat
op elk moment openen.
Programmaverloop
31
Programma afbreken
Na de programmastart kunt u een pro-
gramma op elk moment afbreken.
^Zet de programmaschakelaar op
Einde.
De wasautomaat pompt het aanwezige
water weg en het programma wordt af-
gebroken.
^Druk op de toets Deur.
^Haal het wasgoed uit de trommel
of
^sluit de deur en start een nieuw pro-
gramma.
Na de start van een desinfectiepro-
gramma voor mops of
reinigingsdoeken wordt de automaat
meteen vergrendeld. U kunt het pro-
gramma dan niet meer afbreken of
wijzigen en de deur niet meer ope-
nen.
Programma onderbreken
^Schakel de wasautomaat met de
toets Kuit.
Om door te gaan:
^Schakelt u de wasautomaat met de
toets Kweer in.
^Bevestig de melding op het display
en druk vervolgens op de toets Start.
Programma wijzigen
Wasprogramma wijzigen
Na de start van een programma kunt u
het programma niet meer wijzigen.
Als u een ander programma wilt kiezen,
moet u het gestarte programma afbre-
ken.
Temperatuur veranderen
Bij sommige programma's kunt u de
temperatuur tot 5 minuten na de start
nog wijzigen.
^Druk op de toets OK. De temperatuur
is gemarkeerd. Wijzig de temperatuur
met de toetsen en +. Bevestig de
instelling met OK.
Centrifugetoerental veranderen
^Druk zo vaak op OK totdat het centri-
fugetoerental gemarkeerd is. Met de
toetsen en +kunt u het centrifuge-
toerental wijzigen. Dit is mogelijk tot
aan het moment waarop het eindcen-
trifugeren begint.
Voorwassen/Voorspoelen
De functie Voorwassen/Voorspoelen
kan na de programmastart niet meer
worden in- of uitgeschakeld.
Programmaverloop wijzigen
32
Wasmiddeldosering
Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de wasmiddelenfabrikant.
Instructies en doseeradviezen vindt u
op de verpakking van het wasmiddel.
De dosering is afhankelijk van:
de hoeveelheid wasgoed.
de mate van vervuiling.
de waterhardheid.
Als u de waterhardheid in uw regio
niet kent, neem dan contact op met
uw waterbedrijf.
Waterhardheid
Hardheids-
graad
Hardheid in
mmol/l
Duitse hard-
heid °d
zacht (I) 0 - 1,5 0 - 8,4
gemiddeld (II) 1,5 - 2,5 8,4 - 14
hard tot zeer
hard (III)
boven 2,5 boven 14
Waterontharder
Bij de hardheidsgraden II en III kunt u
een onthardingsmiddel gebruiken om
wasmiddel te besparen. Doseer eerst
het wasmiddel en daarna het onthar-
dingsmiddel.
Doseer het wasmiddel nu voor hard-
heidsgraad I.
Wasverzachter, appreteer-
middel of vloeibaar stijfsel
^Doseer de middelen volgens de aan-
wijzingen van de fabrikant.
^Doseer de wasverzachter, het appre-
teermiddel of het vloeibare stijfsel in
het vakje §.Vul het vakje hooguit
tot de maximummarkering.
Tijdens de laatste spoelgang wordt de
wasverzachter, het appreteermiddel of
het vloeibare stijfsel ingespoeld.
Reinig de wasmiddellade en met
name de zuighevel, als u meermaals
automatisch heeft gesteven.
Ontkleuren/verven
^Gebruik geen ontkleuringsmiddelen
in de wasautomaat.
^Houdt u zich strikt aan de aanwij-
zingen van de verffabrikant als u tex-
tiel in de wasautomaat wilt verven.
Wasmiddel
34
Voor-
was
Hoofd-
was
Spoelen Behan-
delen
Meer programma's
Mops nieuw - R 2 R 4 -
Mops + behandelen R 1 R 2 - R 6
Mops behandelen - - - R 6
Doeken behandelen - - - R 6
Machine reinigen - R 2 - -
Vitrages R 3 R 3 R 4 -
Extra spoelen - - R 4 -
Bonte was R 1 R 2 R 4 -
Witte was R 1 R 2 R 4 -
Intensief R 1 R 2 R 4 -
Intensief plus R 1 R 2 R 4 -
Kreukherstellend R 1 R 2 R 4 -
Miniwas - R 2 R 4 -
R 1 = Relais 1 = Voorwasmiddel
R 2 = Relais 2 = Hoofdwasmiddel
R 3 = Relais 3 = Fijnwasmiddel
R 4 = Relais 4 = Wasverzachter
R 5 = Relais 5 = Bleek-/desinfectiemiddel
R 6 = Relais 6 = Behandelingsmiddel
Wasmiddel
36

Produktspecifikationer

Varumärke: Miele Professional
Kategori: tvättmaskin
Modell: PW 5064 MopStar 60

Behöver du hjälp?

Om du behöver hjälp med Miele Professional PW 5064 MopStar 60 ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig




tvättmaskin Miele Professional Manualer

tvättmaskin Manualer

Nyaste tvättmaskin Manualer