Oventrop Uni XH Bruksanvisning

Läs nedan 📖 manual på svenska för Oventrop Uni XH (2 sidor) i kategorin Termostat. Denna guide var användbar för 5 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare

Sida 1/2
1
2003 Oventrop 1.1-1
Handleiding voor de verwarmingsinstallateur
Thermostaatventielen
Thermostaten „Uni XH” en „Uni XD”
Inhoud:
Pagina 1.1-1 Algemene aanwijzingen
Montage van het ventiel
Montage van de thermostaat
Betekenis van de symbolen en cijfers
op de thermostaat
Pagina 1.1-2 Instellingen beperken en blokkeren
Stopbus vervangen
Storingen verhelpen
Adressen fabrikanten
Algemene aanwijzingen
De thermostatische radiatorventielen regelen de ruimte-
temperatuur door de hoeveelheid warm water die door de
radiatoren stroomt te veranderen. Omdat er vaak sprake is
van slechts een geringe warmtebehoefte (met name in de
overgangsperioden) en de thermostaat de ventielen slechts
licht kan openen, kunnen bij een verhoogd drukver
schil
storende stromingsgeluiden optreden. Dergelijke geluiden
kunnen worden voorkomen door apparatuur te installeren
waarmee het drukverschil kan worden beïnvloed, bijvoor-
beeld een instelbare circulatiepomp, handmatig regelbare
bypassleiding, drukverschilregelaar of overstortventiel.
Aangeraden wordt de aanvoertemperatuur aan te passen
aan de buitentemperatuur. Dit kan het beste met een aan-
voertemperatuurregeling door middel van een weersensor.
Zie voor meer informatie de „Handleiding voor de
gebruiker” en de datasheets „Thermostaten” en
„Thermostaatventielen”.
Montage van het ventiel
Zorg er bij de montage van het radiatorventiel altijd voor dat
de thermostaat horizontaal wordt gemonteerd en dat een
goede circulatie door de in de ruimte aanwezige lucht
gewaarborgd is. Als dit door omstandigheden niet mogelijk
is, moet u een thermostaat met afstandvoeler of afstands-
bediening plaatsen. De capillaire buizen mogen niet worden
geknikt of platgedrukt.
Het thermostatisch radiatorventiel moet zodanig worden
gemonteerd dat de doorstroming door het ventiel in de
richting van de pijl verloopt.
Bij een buisverbinding (klemkoppeling) is de schroefdraad
van de koppeling en de klemring in de fabriek reeds licht
geolied. Gebruik geen extra vet! Let op dat de EPDM-
ventielschijf niet met olie of vet in aanraking komt, omdat
het EPDM-materiaal daartegen niet bestand is.
Er mogen alleen originele klemkoppelingen van Oventrop
worden gebruikt.
De buizen moeten op de juiste lengte en haaks worden
afgezaagd. De uiteinden van de buis moeten onbeschadigd
zijn en braamvrij.
Gebruik voor verbindingen met buizen van dunwandig en
zeer zwak materiaal steunhulzen. De steunhuls kalibreert de
buis en zorgt voor de inwendige versteviging die nodig is om
de noodzakelijke inklemming mogelijk te maken. Bij buizen
met lasnaden hoeven geen steunhulzen te worden toege-
past. Houdt u altijd aan de montagevoorschriften van de
fabrikant van de buizen en voer indien nodig eerst een test
uit.
Voor de „Copipe”-compositiebuis van Oventrop kunt u de
speciale „Cofit”-koppelingen gebruiken. Volg de aanwijzin-
gen in de montagehandleiding die bij de koppelingen wordt
geleverd.
Spoel de leidingen en radiatoren goed door om storingen in
de werking als gevolg van lasdruppels en vuil te voorkomen.
Bij het ombouwen van oudere verwarmingsinstallaties moet
in elk radiatorventiel een kunststof vuilfilter worden inge-
bouwd.
Monteer de thermostaatkop pas als de bouwwerkzaam-
heden zijn voltooid. Het ventiel kan gedurende de bouw met
behulp van de schroefdop worden bediend. De schroefdop
mag echter niet gedurende lange tijd worden gebruikt ter
afsluiting van een leiding met het ventiel (bijvoorbeeld bij
gedemonteerde radiatoren). In dat geval moet de ventieluit-
gang worden beschermd met een metalen sluitstop.
Montage van de thermostaat
Teneinde de thermostaat gemakkelijker in werking te stellen,
moet voor de montage de draaiknop in de maximale
geopende stand (cijfer „5”) worden gedraaid. In deze stand
kunt u de bovenste wartelmoer („Uni XH”) of de klemver-
binding („Uni XD”) van de thermostaat gemakkelijk aan het
ventielhuis bevestigen.
Richt de thermostaat zodanig dat de markering naar boven is
gericht. Houd de thermostaat in deze stand en draai de
wartelmoer stevig aan zonder de moer te forceren.
Betekenis van de symbolen en cijfers op de
thermostaat
Klemkoppeling voor
het aandraaien.
Buisisolatie ver genoeg
verwijderen.
Vervorming van de buis
na het aandraaien.
Steunhuls
DrukschroefKlemring
Wartelmoer bij „Uni XH” of
klemverbinding bij „Uni XD“
„onderste begrenzingselement
„bovenste begrenzingselement
Instelmarkering (voelbaar als
bruggetje)
Deelstreepje
Markeringscijfer
Draairichting „warmer”
Basisinstelling „3”, ca. 20 °C
(voelbaar als een puntje)
Draairichting „kouder”
Handgreep
Memoschijf
= vorstbeveiligingsymbool,
bij deze instelling worden de thermostaatventielen
automatisch geopend zodra de temperatuur in de
ruimte onder 7 °C daalt.
1 = ca. 12 °C
2 = ca. 16 °C
3 = ca. 20 °C
4 = ca. 24 °C
5 = ca. 28 °C
De deelstreepjes tussen de cijfers
2 – 4 komen overeen met een
verandering in de ruimtetemperatuur
van ca. 1 °C.
}
Het thermostaatventiel regelt de temperatuur niet:
13. De thermostaat is niet vastgeschroefd op het ventiel.
14. De capillaire buis van de afstandvoeler is geknikt of plat-
gedrukt. Gebruik een nieuwe thermostaat. Wees voor-
zichtig bij het bevestigen van de capillaire buis.
15. Als u een vuilfilter toepast, controleert u de hoeveelheid
opgehoopt vuil. Demonteer het ventiel, spoel de leiding
door, reinig het filter en bouw het filter weer in.
16. De circulatie in de radiator wordt geblokkeerd door lucht.
Ontlucht de radiator.
17. De circulatie in de verwarmingsbuis wordt geblokkeerd
door lucht. Monteer op de juiste plek een automatische
ontluchter.
18. Het binnenwerk van het ventiel is vervormd geraakt,
bijvoorbeeld door ondeskundige montage in de bank-
schroef. Bouw een nieuw ventiel in.
19. De instelling van de thermostaat is door ondeskundig
handelen veranderd. Stel de thermostaat opnieuw in. (Zie
ook pagina 3.)
Het ventiel kan niet worden afgesloten:
20. In de meeste gevallen is dit het gevolg van ophoping van
vaste vuildeeltjes in de ventielschijf, bijvoorbeeld la drup-
pels of roestdeeltjes. U kunt deze deeltjes vaak verwijde-
ren door enige malen op de ventielspindel te drukken.
Schroef voordat u dit doet eerst de thermostaat van het
ventiel af.
Vervang het binnenwerk van het ventiel als de ventiel-
schijf beschadigd is geraakt door geforceerde sluitpogin-
gen. U kunt het ventielbinnenwerk vervangen zonder de
verwarmingsinstallatie af te tappen, met behulp van een
speciaal voor dit doel ontwikkeld stuk gereedschap met
de naam „Demo-Bloc”. Lukt het niet het ventiel op deze
wijze schoon te maken, moet u nadat u het systeem
hebt afgetapt het ventielbinnenwerk losschroeven en de
vreemde deeltjes uit het ventiel verwijderen of het ventiel
vervangen.
21. Vorstbeveiliging slaat aan. Het kristalsymbool komt
overeen met een ruimtetemperatuur van ca. 7 °C.
Daarom wordt het ventiel geopend zodra de tempera-
tuur onder deze waarde zakt, bijvoorbeeld tijdens het
luchten.
22. De thermostaat is defect en moet vervangen worden.
Test echter vooraf of het probleem het gevolg is van
opgehoopt vuil of dat de instelling per ongeluk is veran-
derd. Monteer een nieuwe thermostaat en stuur de oude
terug naar de fabriek. Binnen de garantieperiode wordt
de thermostaat kosteloos gerepareerd of vervangen.
Het ventiel is aan de buitenkant lek:
23. De stopbusschroef zit los. Draai de schroef aan.
24. De O-ring in de stopbusschroef is beschadigd. Vervang
de stopbusschroef. Het systeem hoeft hiervoor niet te
worden afgetapt. (Zie hierboven.)
25. Het binnenwerk van het ventiel zit los. Draai het vast.
Vervang eventueel het binnenwerk. (Zie punt 20.)
Het ventiel ratelt:
26. De aanvoer- en retourleidingen zijn verwisseld.
Er is sprake van stroomgeluiden:
27. Is het mogelijk de pompdruk (drukverschil) terug te
brengen?
Neem voor meer informatie contact op met de fabrikant.
1
Technische wijzigingen voorbehouden.
Productserie 1
Editie 2003
Instellingen beperken en blokkeren
U kunt het instelbereik van de thermostaat aanvullend
begrenzen of blokkeren. Raadpleeg hiervoor de Handleiding
voor de gebruiker, Thermostaat „Uni XH”, „Uni XD”.
Stopbus vervangen
Schroef de thermostaat los van het ventiel. Draai de stopbus
met sleutel SW 14 los. Doordat het ventiel is voorzien van een
aanvullende afdichting komt er geen water uit het ventiel.
Schroef een nieuwe stopbusschroef (art.nr. 101 75 00) in en
draai deze met de sleutel vast. Zet de thermostaat terug op
zijn plaats.
Let op:
Niet bij „series AV6, ADV6 en RFV6”.
Storingen verhelpen
De gewenste temperatuur wordt niet bereikt, of gehandhaafd:
11. De aanvoertemperatuur is te laag ingesteld.
12. De circulatiepomp is niet ingeschakeld.
13. De circulatiepomp of de aanvoertemperatuur wordt gere-
geld door een andere elektrische ruimtethermostaat.
14. Het vermogen van de circulatiepomp is te laag ingesteld.
15. De transportrichting van de pomp is fout.
16. De verwarmingsleiding is te sterk geknepen of is geblok-
keerd.
17. Bij natuurlijke-circulatiesystemen moet indien nodig ach-
teraf een circulatiepomp worden ingebouwd. Natuurlijke-
circulatiesystemen zijn zeer gevoelig voor lucht in het
systeem.
18. De radiatoren worden bedekt door gordijnen, lambri-
sering, enzovoort. Gebruik een thermostaat met afstand-
voeler.
19. De temperatuur bij de thermostaat wijkt als gevolg van
ongunstige plaatsing sterk af van de temperatuur in de
ruimte. Gebruik een thermostaat met een afstandvoeler.
10. De afstandvoeler is op een onjuiste plek geplaatst. Plaats
de voeler het liefst op een hoogte van ca. 1 m.
11. De radiator is te klein in verhouding tot de grootte van de
ruimte.
12. Als de gewenste temperatuur pas bij een hogere ther-
mostaatinstelling wordt bereikt, moet u de thermostaat
opnieuw instellen (indien gewenst).
1.1-2 2003 Oventrop
Stopbus

Produktspecifikationer

Varumärke: Oventrop
Kategori: Termostat
Modell: Uni XH

Behöver du hjälp?

Om du behöver hjälp med Oventrop Uni XH ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig




Termostat Oventrop Manualer

Termostat Manualer

Nyaste Termostat Manualer